ECLI:NL:RBNNE:2018:4560

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 november 2018
Publicatiedatum
9 november 2018
Zaaknummer
7274543 VV EXPL 18-117
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een overeenkomst inzake arbeidsvoorwaarden en toegang tot de werf

In deze zaak heeft de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) op 2 juli 2018 een overeenkomst gesloten met Pattje Waterhuizen B.V. betreffende de inzet van (schijn-)ZZP-ers, aanpassing van werktijden en uitbetaling van huisvestingskosten. FNV vorderde in kort geding dat Pattje zou worden veroordeeld tot nakoming van deze overeenkomst. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering tot nakoming van de afspraken in de overeenkomst van 2 juli 2018 toewijsbaar is, evenals de vordering tot het toezenden van benodigde documenten aan FNV. De vordering om Pattje te veroordelen tot het verlenen van vrije toegang tot de werf is afgewezen, omdat deze niet in de overeenkomst was opgenomen. De kantonrechter heeft de dwangsommen gematigd en bepaald dat Pattje binnen drie dagen na betekening van het vonnis aan de veroordelingen moet voldoen, met een maximum van € 20.000,00. De kosten van het geding zijn voor Pattje, die grotendeels in het ongelijk is gesteld. De uitspraak is gedaan door kantonrechter M. Griffioen op 8 november 2018.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 7274543 VV EXPL 18-117
Vonnis van de kantonrechter van 8 november 2018
inzake
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV),
statutair gevestigd te Utrecht,
eiseres, hierna FNV te noemen,
gemachtigde mr. W. Smit, werkzaam bij de FNV te Groningen (postbus 11047, 9700 AC),
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Pattje Waterhuizen B.V.,
statutair gevestigd in de gemeente Hoogezand-Sappemeer, kantoorhoudende te [vestigingsplaats], [adres],
gedaagde, hierna Pattje te noemen,
procederend in de persoon van [naam], directeur-eigenaar.

1.Procesverloop

1.1.
Op de in de inleidende dagvaarding genoemde gronden heeft FNV gevorderd Pattje, bij wijze van voorlopige voorziening, te veroordelen tot:
I. nakoming van de afspraken in de overeenkomst van 2 juli 2018 ter zake van:
het staken van de onderaanbesteding en de inzet van (schijn-)ZZP-ers;
de aanpassing van de werktijden;
het uitbetalen, met terugwerkende kracht tot 1 juli 2018, van een netto maandelijkse bijdrage van € 50,00 in de huisvestingskosten aan de werknemers die hierop aanspraak kunnen en willen maken,
en wel binnen drie dagen na dagtekening van dit vonnis, onder verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per dag dat Pattje na betekening van dit vonnis in gebreke blijft hieraan te voldoen;
II. het toezenden van afschriften aan FNV van (geanonimiseerde) arbeidscontracten van het gehele personeelsbestand op 1 september 2018, waaronder het ingeleende personeel, aangepaste werkroosters, (geanonimiseerde) salarisspecificaties en betalingsbewijzen, uiterlijk binnen één maand na dagtekening van dit vonnis, onder verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per dag dat Pattje na betekening van dit vonnis in gebreke blijft hieraan te voldoen;
III. het spontaan verlenen van vrije toegang aan FNV tot de scheepswerf te Waterhuizen, op eerste verzoek door FNV, zonder een vereiste vooraankondiging, teneinde onderzoek door FNV mogelijk te maken naar de correcte naleving van de voornoemde veroordelingen, onder verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per dag dat Pattje na betekening van dit vonnis in gebreke blijft hieraan te voldoen;
IV. betaling van de kosten van het geding, het salaris van de gemachtigde van FNV en het griffierecht daaronder begrepen.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 1 november 2018. Partijen (FNV vertegenwoordigd door [naam], bestuurder en Pattje vertegenwoordigd door [naam], directeur-eigenaar) en de gemachtigde van FNV zijn ter zitting verschenen, waar zij hun wederzijdse standpunten (nader) uiteen hebben gezet. Van het verhandelde heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Het volgende staat tussen partijen vast en acht de kantonrechter van belang.
2.2.
Pattje maakt bij de uitvoering van de werkzaamheden op haar scheepswerf op grote schaal gebruik van extern (ingeleend) personeel. Deze veelal Poolse inleenkrachten worden ingehuurd bij DitLoont, een payrollbedrijf dat tevens actief is als uitzendbureau en administratiekantoor.
2.3.
Pattje is op 25 mei 2018 een samenwerking aangegaan met twee zakenpartners. Deze samenwerking was gericht op de bouw van riviercruiseschepen.
2.4.
Op 2 juli 2018 hebben Pattje en FNV een schriftelijke overeenkomst gesloten. In deze overeenkomst staat onder meer:
“Met ingang van 1 juli 2018 zal op alle werknemers die op deze datum in dienst zijn van Pattje Waterhuizen BV de bepalingen van de Cao Metalektro van toepassing zijn.
Met ingang van 1 juli 2018 zal voor alle werknemers die via DitLoont op deze datum werkzaam zijn bij Pattje Waterhuizen BV de bepalingen van de ABU Cao toepassing zijn, waarbij Pattje Waterhuizen BV zich jegens de FNV verbindt om vanaf genoemde datum de bepalingen van deze cao correct na te leven. De inlenersbeloning dient daarbij gebaseerd te worden op de Cao Metalektro. De werknemers worden ingedeeld in een bij hun functie passende loongroep volgens Cao Metalektro met het aantal functiejaren conform lengte dienstverband. De werknemers worden daarbij minimaal ingedeeld in loongroep D. De werktijden zullen overeenkomstig de ATW worden aangepast. (op dit moment 56 uur wordt maximaal 48 uur per week).
De betreffende werknemers zullen voor zover dat niet reeds heeft plaatsgevonden een aanstelling voor onbepaalde tijd toegekend worden.
Met ingang van 1 september 2018 zal voor alle werknemers in de bijlage 2 (Poolse werknemers) die op deze datum werkzaam zijn bij Pattje Waterhuizen BV de bepalingen van de ABU Cao of de Cao Metalektro van toepassing zijn, waarbij Pattje Waterhuizen BV zich jegens de FNV verbindt om vanaf genoemde datum de bepalingen van deze cao correct na te leven.
Met ingang van 1 januari 2019 zal voor alle werknemers die op genoemde datum via DitLoont werkzaam zijn bij Pattje Waterhuizen BV de bepalingen ten behoeve van uitzendbureaus van de Cao Metalektro van toepassing zijn, waarbij Pattje Waterhuizen BV zich jegens de FNV verbindt om vanaf genoemde datum de bepalingen van deze cao correct na te leven.
Met ingang van 1 juli 2019 zal voor alle werknemers die op genoemde datum via DitLoont permanent werkzaam zijn bij Pattje Waterhuizen BV een dienstverband voor onbepaalde tijd en zonder proeftijd worden aangeboden. Vanaf deze datum zijn de bepalingen van de Cao voor de Metalektro van toepassing.
Bij al het personeel dat door derden ter beschikking wordt gesteld aan Pattje Waterhuizen BV zal na 1 juli 2018 zal geen gebruik meer gemaakt worden van verloning op basis van de A1-verklaring.
Vanaf deze datum zal er tevens geen onderaanbesteding meer plaatsvinden voor het las- en ijzerwerk.
Op werknemers die na 1 juli 2018 via een tussenpersoon bij Pattje tijdelijk werkzaamheden verrichten zal direct de inlenersbeloning ABU van toepassing zijn. Met ingang van 1 juli 2019 is tevens artikel 9.2 Cao Metalektro van toepassing.
Pattje Waterhuizen BV zal FNV desgevraagd inzicht verstrekken in de beloning van de medewerkers van Pattje en mogelijke uitzendkrachten.
Garantieregelingen:
  • Als gevolg van bovenstaande maatregelen zullen werknemers er netto niet op achteruitgaan;
  • Ter compensatie van onderbetaling in het verleden zullen de werknemers genoemd in bijlage 1 en 2 vanaf 1 juli 2018 een netto maandelijkse bijdrage van € 50,-- in de kosten voor huisvesting ontvangen. Deze uitkering heeft een duur gebaseerd op basis van het aantal jaren werkzaam bij Pattje;
  • Het gebruik van de ET-regeling, mits voldaan wordt aan de daartoe gestelde wettelijke vereisten, kan gecontinueerd worden.”
2.5.
Partijen hebben nadien uitvoerig via e-mail met elkaar gecorrespondeerd over de wijze waarop Pattje haar verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst van 2 juli 2018 al dan niet nakomt.
2.6.
De onder 2.3 genoemde samenwerking is na het sluiten van de overeenkomst van 2 juli 2018 beëindigd.

3.Het geschil

In essentie zijn partijen het niet eens over het antwoord op de vraag of Pattje gehouden is de tussen partijen op 2 juli 2018 gesloten overeenkomst volledig na te komen en zo ja, of er sprake is van volledige nakoming aan de zijde van Pattje.

4.De beoordeling

4.1.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft FNV voldoende aannemelijk gemaakt dat zij een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorzieningen, zodat zij in zoverre ontvankelijk is in haar vorderingen.
4.2.
In dit kort geding moet aan de hand van de door partijen gepresenteerde feiten, zonder nader onderzoek, beoordeeld worden of de vordering in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft, dat vooruitlopend daarop toewijzing nu al gerechtvaardigd is. Daarbij zal, voor zover van belang voor de uitkomst van deze zaak, nader worden ingaan op hetgeen partijen ter onderbouwing van hun stellingen naar voren hebben gebracht en aan stukken hebben overgelegd.
de in de dagvaarding onder I. ingestelde vorderingen
4.3.
De vordering tot het staken van de onderaanbesteding en de inzet van (schijn-)ZZP-ers is door Pattje niet weersproken. Ook de vordering tot het uitbetalen van een netto maandelijkse bijdrage van € 50,00 in de huisvestingskosten heeft Pattje niet betwist. Het verzoek van Pattje om een ruimere termijn te gunnen voor de nakoming zal worden afgewezen gelet op de strakke termijnen in de overeenkomst en voorts gesteld noch gebleken is dat een ruimere termijn Pattje soelaas kan bieden. Deze vorderingen liggen daarom voor toewijzing gereed.
4.4.
De vordering tot het aanpassen van de werktijden heeft Pattje wel betwist. Volgens Pattje worden de gemaakte afspraken door haar nagekomen omdat de door haar gehanteerde werktijden in overeenstemming zijn met de Arbeidstijdenwet. De kantonrechter volgt Pattje daarin vooralsnog niet. In de overeenkomst van 2 juli 2018 zijn partijen, zij het wellicht wat onhandig geformuleerd, overeengekomen dat het maximale aantal uren dat de werknemers waar het hier om gaat per week mag werken zal worden teruggebracht van 56 uur naar 48 uur. Niet in geschil is dat deze werknemers nog steeds werkweken van 56 uur hebben. Pattje komt de overeenkomst van 2 juli 2018 op dit punt dan ook niet na. De vordering om de werktijden aan te passen ligt daarom voor toewijzing gereed.
4.5.
Ingevolge artikel 611a lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan een dwangsom niet worden opgelegd in geval van een veroordeling tot betaling van een geldsom. De gevorderde dwangsommen zijn daarom alleen toewijsbaar voor zover die zien op de vordering tot het staken van de onderaanbesteding en de inzet van (schijn-)ZZP-ers en de aanpassing van de werktijden. De kantonrechter ziet echter aanleiding om de gevorderde dwangsom te matigen tot € 1.000,00 per dag en te maximeren tot € 20.000,00.
de in de dagvaarding onder II. ingestelde vorderingen
4.6.
Partijen zijn op 2 juli 2018 overeengekomen dat Pattje desgevraagd aan FNV inzicht zal verstrekken in de beloning van de medewerkers van Pattje en mogelijke uitzendkrachten. Namens Pattje is ter zitting als verweer gevoerd dat zij dit inzicht niet kan verschaffen omdat DitLoont de benodigde gegevens niet wenst te verstrekken omdat zij daarmee de geldende privacywetgeving zou overtreden. Naar het voorlopige oordeel van de kantonrechter kan dit verweer niet slagen omdat FNV heeft gevorderd de benodigde gegevens desnoods geanonimiseerd toe te zenden. Daar komt bij dat Pattje, gelet op artikel 9.2 lid 6 van de van toepassing zijnde cao Metalektro, zich ten aanzien van de beloning van uitzendkrachten ervan moet vergewissen dat het bepaalde in de leden 3 en 4 van dat artikel wordt toegepast. Dat DitLoont de benodigde certificaten heeft en Pattje heeft verzekerd dat de uitzendkrachten correct worden beloond, is vooralsnog onvoldoende om aan te nemen dat Pattje aan deze vergewisplicht heeft voldaan. De vordering van FNV tot het toezenden van de afschriften zal daarom worden toegewezen. De gevorderde dwangsom zal eveneens worden toegewezen, met dien verstande dat die zal worden gematigd tot € 1.000,00 per dag met een maximum van € 20.000,00.
de in de dagvaarding onder III. ingestelde vorderingen
4.7.
FNV vordert vrije toegang tot de scheepswerf van Pattje, teneinde een zelfstandig onderzoek door FNV mogelijk te maken naar de correcte naleving van hetgeen in dit vonnis wordt toegewezen. Pattje verzet zich daartegen, omdat zij niet inziet waarom zij daaraan moet meewerken. De kantonrechter stelt vast dat in de overeenkomst van 2 juli 2018 niet is opgenomen dat Pattje aan FNV vrije toegang moet verlenen tot haar scheepswerf. In de dagvaarding heeft FNV geen juridische grondslag gegeven voor deze vordering. Ter zitting heeft zij gesteld dat van Pattje, als goed werkgever, in redelijkheid mag worden verwacht dat zij FNV toestaat haar scheepswerf te betreden. Naar het voorlopige oordeel van de kantonrechter heeft FNV onvoldoende aangevoerd om haar beroep op de redelijkheid en billijkheid te honoreren. De vordering om FNV vrije toegang te verlenen tot de scheepswerf van Pattje zal daarom worden afgewezen.
de in de dagvaarding onder IV. ingestelde vorderingen
4.8.
Pattje zal, als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding. Omdat de gemachtigde van FNV in dienst is bij FNV, zal daarbij de helft van het gebruikelijke gemachtigdensalaris worden toegekend.

5.Beslissing in kort geding

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Pattje tot nakoming van de afspraken in de overeenkomst van 2 juli 2018 ter zake van:
het staken van de onderaanbesteding en de inzet van (schijn-)ZZP-ers;
de aanpassing van de werktijden;
en wel binnen drie dagen na dagtekening van dit vonnis, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat Pattje na betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan de veroordelingen onder a. en b. te voldoen, met een maximum van € 20.000,00;
het uitbetalen, met terugwerkende kracht tot 1 juli 2018, van een netto maandelijkse bijdrage van € 50,00 in de huisvestingskosten aan de werknemers die hierop aanspraak kunnen en willen maken;
5.2.
veroordeelt Pattje tot het toezenden van afschriften aan FNV van (geanonimiseerde) arbeidscontracten van het gehele personeelsbestand op 1 september 2018, waaronder het ingeleende personeel, aangepaste werkroosters, (geanonimiseerde) salarisspecificaties en betalingsbewijzen, uiterlijk binnen één maand na dagtekening van dit vonnis, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat Pattje na betekening van dit vonnis in gebreke blijft hieraan te voldoen, met een maximum van € 20.000,00;
5.3.
veroordeelt Pattje in de kosten van het geding, aan de zijde van FNV tot aan deze uitspraak vastgesteld op € 119,00 aan griffierecht, € 85,44 aan explootkosten en € 300,00 voor salaris van de gemachtigde;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Griffioen, kantonrechter, en op 8 november 2018 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: 692