Op 2 november 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van brandstichting met gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor personen. De zaak vond plaats in Woldendorp op 11 april 2016, waar de verdachte samen met een medeverdachte opzettelijk brand heeft gesticht in een Opel Corsa door brandbare vloeistoffen in de auto te gooien. De brand resulteerde in schade aan de auto en er was een reëel gevaar dat de brand zou overslaan naar de nabijgelegen woning, waar op dat moment mensen sliepen. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de beschuldiging van opzettelijke brandstichting, waarbij gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor personen te duchten was. De verdachte werd bijgestaan door een raadsman, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door een officier van justitie. De rechtbank legde een taakstraf op van 180 uren, met vervangende hechtenis van 90 dagen bij niet-naleving, en een geldboete van € 550,-. De rechtbank hield rekening met de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, wat leidde tot strafvermindering. De uitspraak benadrukte de ernst van het delict en de impact op de slachtoffers.