ECLI:NL:RBNNE:2018:4252

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
19 oktober 2018
Publicatiedatum
23 oktober 2018
Zaaknummer
18/830432-16
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van witwassen in het kader van acquisitiefraude met telefonische oplichting

Op 19 oktober 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen verdachte [verdachte], die werd beschuldigd van medeplegen van witwassen in het kader van een grootschalige telefonische acquisitiefraude. De rechtbank heeft vastgesteld dat verdachte betrokken was bij het regelen van bankrekeningen en bankpassen voor medeverdachte [medeverdachte], die deze gebruikte om crimineel verkregen geld te storten. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de primaire en subsidiaire tenlasteleggingen van oplichting, maar heeft hem wel schuldig bevonden aan het meer subsidiaire feit van witwassen van 4.500 euro. De verdachte heeft in de hoedanigheid van tussenpersoon ervoor gezorgd dat een ander zijn bankrekening ter beschikking stelde voor het storten van crimineel geld, dat vervolgens door hem en een ander werd gepind. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, met vervangende hechtenis van 60 dagen indien de taakstraf niet naar behoren wordt uitgevoerd. De rechtbank heeft ook de vorderingen van benadeelde partijen afgewezen, omdat er geen rechtstreeks verband was tussen de schade en de gepleegde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18/830432-16
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 19 oktober 2018 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1971 te [geboorteplaats]
wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
10 september 2018, 11 september 2018 en 8 oktober 2018.
Verdachte is op 11 september 2018 ter terechtzitting verschenen, bijgestaan door mr. J.W. Bosman, advocaat te Deventer.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. G. Wilbrink.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 11 november 2015, althans in of omstreeks november 2015,
te Groningen en/of Goirle en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging
met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door liet aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels een persoon, genaamd [slachtoffer 1] , heeft bewogen tot de
afgifte van (in totaal) 12.000 euro (aangifte A-002, p. 2712),
in elk geval tot afgifte van geld,
hebbende verdachte tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n) , althans
alleen, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
-informatie omtrent het/een te benaderen bedrijf/bedrijven en/of
organisatie(s) gezocht via internet, en/of
- naar genoemde persoon gebeld, die bij een/dat bedrijf en/of organisatie was
betrokken, en/of (vervolgens)
(telefonisch) jegens die persoon
- zich gepresenteerd onder een valse naam, te weten [naam 1] of [naam 2] ,
althans een valse naam, en/of
- zich voorgedaan als bonafide medewerker van een deurwaarderskantoor,
althans als bonafide schuldeiser/schuldinner,
en/of
tegen die persoon gezegd
- dat er een (opeisbare) schuld zou zijn ontstaan vanwege een vermelding in
een bedrijvengids of telefoongids, althans dat er een schuld zou zijn die
direct betaald moest worden, en/of
- dat er beslag gelegd was of zou worden gelegd of dat een
bankrekening van (liet bedrijf of de organisatie van) die persoon zou zijn of
worden geblokkeerd en/of gedreigd met (verdere) executie van die beslaglegging
of blokkering indien er niet direct zou worden betaald, en/of
- dat er eerst direct een of meermalen een (groot) bedrag moest worden
overgemaakt (bij wij ze van borg) en/of dat na controle of aftrek van de schuld
het restant (direct) zou worden teruggeboekt,
en/of (daarbij)
-die persoon (ook) betalingsinstructies gegeven om (meermalen) via een
spoedoverboeking of betaalopdracht onmiddellijk geld over te maken naar een
of meer door verdachte opgegeven bankrekeningnummer(s) , en/of
-(zonodig) die persoon opdracht gegeven om die betaling(en) direct met de bank
alsnog te regelen terwijl verdachte dan telefonisch verbonden wenste te
blijven en/of wilde blijven meeluisteren,
en/of
- ( aldus) die persoon gedreigd met of gewezen op (de mogelijkheid van) een
onmiddellijke beslaglegging of blokkering van bankrekening(en) en/of verdere
executie van een beslaglegging of handhaving van de blokkering als er niet
direct betaald zou worden, en/of (anderszins) onder tijdsdruk gezet, en/of
-bij die persoon de indruk en/of vrees gewekt dat er (daardoor) een financieel
probleem zou zijn of zou kunnen ontstaan en/of (reputatie)schade zou kunnen
ontstaan voor het betrokken bedrijf of de betrokken organisatie, en/of
-die persoon geen of onvoldoende gelegenheid gegeven om de juistheid van de
claim(s) en/of bewering(en) van verdachte en/of de juistheid van (de directe
opeisbaarheid of het verhaal van) de schuld(en) van die persoon of dat bedrijf
of die organisatie te kunnen controleren, en/of
-tegen die persoon gezegd dat na betaling conform de instructies van verdachte
een beslaglegging of rekeningblokkering zou worden opgeheven of voorkomen of
een rechtszaak zou kunnen worden voorkomen, en/of
-(aldus) die persoon telefonisch op indringende en/of dwingende en/of
misleidende wijze overvallen en/of overrompeld/overbluft,
waardoor die persoon (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven
afgifte(n)
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[medeverdachte] op of omstreeks 11 november 2015, althans in of omstreeks november
2015, te Groningen en/of Goirle en/of elders in Nederland, tezamen en in
vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels een persoon, genaamd [slachtoffer 1] , heeft bewogen tot de
afgifte van (in totaal) 12.000 euro (aangifte A-002, p. 2712),
in elk geval tot afgifte van geld,
hebbende die [medeverdachte] tezamen en in vereniging met ander(en), althans alleen, met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk
en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
-informatie omtrent het/een te benaderen bedrijf/bedrijven en/of
organisatie(s) gezocht via internet, en/of
- naar genoemde persoon gebeld, die bij een/dat bedrijf en/of organisatie was
betrokken, en/of (vervolgens)
(telefonisch) jegens die persoon
- zich gepresenteerd onder een valse naam, te weten [naam 1] of [naam 2] ,
althans een valse naam, en/of
- zich voorgedaan als bonafide medewerker van een deurwaarderskantoor,
althans als bonafide schuldeiser/schuldinner,
en/of
tegen die persoon gezegd
- dat er een (opeisbare) schuld zou zijn ontstaan vanwege een vermelding in
een bedrijvengids of telefoongids, althans dat er een schuld zou zijn die
direct betaald moest worden, en/of
- dat er beslag gelegd was of zou worden gelegd of dat een
bankrekening van (het bedrijf of de organisatie van) die persoon zou zijn of
worden geblokkeerd en/of gedreigd met (verdere) executie van die beslaglegging
of blokkering indien er niet direct zou worden betaald, en/of
- dat er eerst direct een of meermalen een (groot) bedrag moest worden
overgemaakt (bij wijze van borg) en/of dat na controle of aftrek van de schuld
het restant (direct) zou worden teruggeboekt,
en/of (daarbij)
-die persoon (ook) betalingsinstructies gegeven om (meermalen) via een
spoedoverboeking of betaalopdracht onmiddellijk geld over te maken naar een
of meer door die [medeverdachte] opgegeven bankrekeningnummer(s), en/of
-(zonodig) die persoon opdracht gegeven om die betaling(en) direct met de bank
alsnog te regelen terwijl die [medeverdachte] dan telefonisch verbonden wenste te
blijven en/of wilde blijven meeluisteren,
en/of
- ( aldus) die persoon gedreigd met of gewezen op (de mogelijkheid van) een
onmiddellijke beslaglegging of blokkering van bankrekening(en) en/of verdere
executie van een beslaglegging of handhaving van de blokkering als er niet
direct betaald zou worden, en/of (anderszins) onder tijdsdruk gezet, en/of
-bij die persoon de indruk en/of vrees gewekt dat er (daardoor) een financieel
probleem zou zijn of zou kunnen ontstaan en/of (reputatie)schade zou kunnen
ontstaan voor het betrokken bedrijf of de betrokken organisatie, en/of
-die persoon geen of onvoldoende gelegenheid gegeven om de juistheid van de
claim(s) en/of bewering(en) van die [medeverdachte] en/of de juistheid van (de directe
opeisbaarheid of het verhaal van) de schuld(en) van die persoon of dat bedrijf
of die organisatie te kunnen controleren, en/of
-tegen die persoon gezegd dat na betaling conform de instructies van die
[medeverdachte] een beslaglegging of rekeningblokkering zou worden opgeheven of
voorkomen of een rechtszaak zou kunnen worden voorkomen, en/of
-(aldus) die persoon telefonisch op indringende en/of dwingende en/of
misleidende wijze overvallen en/of overrompeld/overbluft,
waardoor die persoon (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven
afgifte(n),
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk
behulpzaam is geweest door opzettelijk
die [medeverdachte] en/of ander(en) te assisteren
- bij het bereid vinden van (een) houder(s) van bankrekeninghouder(s) om
een/die bankrekening aan een ander ter beschikking te stellen, en/of
- bij het vinden en/of doorgeven en/of gebruiken van een of meer naam/namen
en/of/met bijbehorende bankrekeningnummer(s) en/of bijbehorende bankpas(sen)
en/of bijbehorende pincode(s) en/of bijbehorende gegevens om te kunnen
internetbankieren met betrekking tot die bankrekeningnummer(s), en/of
- bij het (snel) (kunnen) opnemen en/of wegsluizen van op die
bankrekeningnummer(s) door die persoon gestort geld, en/of
- ( aldus) faciliterend of als tussenpersoon ten behoeve van die [medeverdachte] en/of
ander(en) op te treden;
2.
hij op of omstreeks 18 november 2015, althans in of omstreeks november 2015,
te Groningen en/of Goirle en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging
met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels een persoon, genaamd [slachtoffer 2] , heeft bewogen tot de afgifte
van (in totaal) 11.000 euro (aangifte A-007, p. 2738),
in elk geval (mmermalen) tot afgifte van geld,
hebbende verdachte tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n) , althans
alleen, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
-informatie omtrent het/een te benaderen bedrijf/bedrijven en/of
organisatie(s) gezocht via internet, en/of
- naar genoemde persoon gebeld, die bij een/dat bedrijf en/of organisatie was
betrokken, en/of (vervolgens)
(telefonisch) jegens die persoon
- zich gepresenteerd onder een valse naam, te weten Walhorst, althans een
valse naam, en/of
- zich voorgedaan als bonafide medewerker van een rechtbank,
althans als bonafide schuldeiser/schuldinner,
en/of
(meermalen) tegen die persoon gezegd
- dat er een (opeisbare) schuld zou zijn ontstaan vanwege een vermelding in
een bedrijvengids of telefoongids, althans dat er een schuld zou zijn die
direct betaald moest worden, en/of
- dat er beslag gelegd was of zou worden gelegd of dat een
bankrekening van (het bedrijf of de organisatie van) die persoon zou zijn of
worden geblokkeerd en/of gedreigd met (verdere) executie van die beslaglegging
of blokkering indien er niet direct zou worden betaald, en/of
- dat er eerst direct een of meermalen een (groot) bedrag moest worden
overgemaakt (bij wijze van borg) en/of dat na controle of aftrek van de schuld
het restant (direct) zou worden teruggeboekt,
en/of (daarbij)
-die persoon (ook) betalingsinstructies gegeven om (meermalen) via een
spoedoverboeking of betaalopdracht onmiddellijk geld over te maken naar een
of meer door verdachte opgegeven bankrekeningnummer(s) , en/of
-(zonodig) die persoon opdracht gegeven om die betaling(en) direct met de bank
alsnog te regelen terwijl verdachte dan telefonisch verbonden wenste te
blijven en/of wilde blijven meeluisteren,
en/of
- ( aldus) die persoon gedreigd met of gewezen op (de mogelijkheid van) een
onmiddellijke beslaglegging of blokkering van bankrekening(en) en/of verdere
executie van een beslaglegging of handhaving van de blokkering als er niet
direct betaald zou worden, en/of (anderszins) onder tijdsdruk gezet, en/of
-bij die persoon de indruk en/of vrees gewekt dat er (daardoor) een financieel
probleem zou zijn of zou kunnen ontstaan en/of (reputatie)schade zou kunnen
ontstaan voor het betrokken bedrijf of de betrokken organisatie, en/of
-die persoon geen of onvoldoende gelegenheid gegeven om de juistheid van de
claim(s) en/of bewering(en) van verdachte en/of de juistheid van (de directe
opeisbaarheid of het verhaal van) de schuld(en) van die persoon of dat bedrijf
of die organisatie te kunnen controleren, en/of
-tegen die persoon gezegd dat na betaling conform de instructies van verdachte
een beslaglegging of rekeningblokkering zou worden opgeheven of voorkomen of
een rechtszaak zou kunnen worden voorkomen, en/of
-(aldus) die persoon telefonisch op indringende en/of dwingende en/of
misleidende wijze overvallen en/of overrompeld/overbluft,
waardoor die persoon (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven
afgifte(n)
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[medeverdachte] op of omstreeks 18 november 2015, althans in of omstreeks november
2015, te Groningen en/of Goirle en/of elders in Nederland, tezamen en in.
vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels een persoon, genaamd [slachtoffer 2] , heeft bewogen tot de afgifte
van (in totaal) 11.000 euro (aangifte A-007, p. 2738),
in elk geval (mmermalen) tot afgifte van geld,
hebbende die [medeverdachte] tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte(n) , althans
alleen, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
-informatie omtrent het/een te benaderen bedrijf/bedrijven en/of
organisatie(s) gezocht via internet, en/of
-naar genoemde persoon gebeld, die bij een/dat bedrijf en/of organisatie was
betrokken, en/of (vervolgens)
(telefonisch) jegens die persoon
- zich gepresenteerd onder een valse naam, te weten Walhorst, althans een
valse naam, en/of
- zich voorgedaan als bonafide medewerker van een rechtbank,
althans als bonafide schuldeiser/schuldinner,
en/of
(meermalen) tegen die persoon gezegd
- dat er een (opeisbare) schuld zou zijn ontstaan vanwege een vermelding in
een bedrijvengids of telefoongids, althans dat er een schuld zou zijn die
direct betaald moest worden, en/of
- dat er beslag gelegd was of zou worden gelegd of dat een
bankrekening van (liet bedrijf of de organisatie van) die persoon zou zijn of
worden geblokkeerd en/of gedreigd met (verdere) executie van die beslaglegging
of blokkering indien er niet direct zou worden betaald, en/of
- dat er eerst direct een of meermalen een (groot) bedrag moest worden
overgemaakt (bij wijze van borg) en/of dat na controle of aftrek van de schuld
het restant (direct) zou worden teruggeboekt,
en/of (daarbij)
-die persoon (ook) betalingsinstructies gegeven om (meermalen) via een
spoedoverboeking of betaalopdracht onmiddellijk geld over te maken naar een
of meer door die [medeverdachte] opgegeven bankrekeningnummer(s) , en/of
-(zonodig) die persoon opdracht gegeven om die betaling(en) direct met de bank
alsnog te regelen terwijl die [medeverdachte] dan telefonisch verbonden wenste te
blijven en/of wilde blijven meeluisteren,
en/of
- ( aldus) die persoon gedreigd met of gewezen op (de mogelijkheid van) een
onmiddellijke beslaglegging of blokkering van bankrekening(en) en/of verdere
executie van een beslaglegging of handhaving van de blokkering als er niet
direct betaald zou worden, en/of (anderszins) onder tijdsdruk gezet, en/of
-bij die persoon de indruk en/of vrees gewekt dat er (daardoor) een financieel
probleem zou zijn of zou kunnen ontstaan en/of (reputatie)schade zou kunnen
ontstaan voor het betrokken bedrijf of de betrokken organisatie, en/of
-die persoon geen of onvoldoende gelegenheid gegeven om de juistheid van de
claim(s) en/of bewering(en) van die [medeverdachte] en/of de juistheid van (de directe
opeisbaarheid of het verhaal van) de schuld(en) van die persoon of dat bedrijf
of die organisatie te kunnen controleren, en/of
-tegen die persoon gezegd dat na betaling conform de instructies van die [medeverdachte]
een beslaglegging of rekeningblokkering zou worden opgeheven of voorkomen of
een rechtszaak zou kunnen worden voorkomen, en/of
-(aldus) die persoon telefonisch op indringende en/of dwingende en/of
misleidende wijze overvallen en/of overrompeld/overbluft,
waardoor die persoon (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven
afgifte(n)
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk
behulpzaam is geweest door opzettelijk
die [medeverdachte] te assisteren
- bij het bereid vinden van (een) houder(s) van bankrekeninghouder(s) om
een/die bankrekening aan een ander ter beschikking te stellen, en/of
- bij het vinden en/of doorgeven en/of gebruiken van een of meer naam/namen
en/of/met bijbehorende bankrekeningnummer(s) en/of bijbehorende bankpas (sen)
en/of bijbehorende pincode(s) en/of bijbehorende gegevens om te kunnen
internetbankieren met betrekking tot die bankrekeningnummer(s), en/of
- bij het (snel) (kunnen) opnemen en/of wegsluizen van op die
bankrekeningnummer(s) door die persoon gestort geld, en/of
- ( aldus) faciliterend of als tussenpersoon ten behoeve van die [medeverdachte] op te
treden;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 18 november 2015, te Groningen en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
(van) een voorwerp, te weten (ongeveer) 5000 euro, althans 4500 euro, in lelk
geval een hoeveelheid geld, heeft verworven, voorhanden gehad, en/of
overgedragen en/of omgezet, althans gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat dat voorwerp
geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig
misdrijf;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[medeverdachte] en/of een onbekend gebleven ander op of omstreeks 18 november 2015,
te Groningen en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of neer ander(en) , althans alleen,
(van) een voorwerp, te weten (ongeveer) 5000 euro, althans 4500 euro, in elk
geval een hoeveelheid geld, heeft verworven, voorhanden gehad, en/of
overgedragen en/of omgezet, althans gebruik heeft gemaakt,
terwijl die [medeverdachte] en/of ander wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden,
dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk -
afkomstig was uit enig misdrijf,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk
behulpzaam is geweest door opzettelijk
die [medeverdachte] en/of ander te assisteren
- bij het bereid vinden van (een) houder(s) van bankrekeninghouder(s) om
een/die bankrekening en/of bankpas(sen) (met pincode) aan een ander ter
beschikking te stellen, en/of
- bij het (snel) (kunnen) opnemen en/of wegsluizen van op die
bankrekeningnummer(s) door een derde gestort geld, en/of
- ( aldus) faciliterend of als tussenpersoon ten behoeve van die [medeverdachte] en/of
die ander op te treden.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak voor het onder 1 primair en 2 primair en veroordeling voor het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair ten laste gelegde gevorderd. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte bankpassen heeft geregeld, al dan niet tegen een vergoeding, terwijl verdachte had moeten weten dat op de bijbehorende bankrekeningen geld afkomstig van oplichting zou worden gestort.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken van het onder 1 en 2 ten laste gelegde, aangezien er geen sprake is van een bewuste en nauwe samenwerking van verdachte met medeverdachte [medeverdachte] en het (voorwaardelijk) opzet op de tenlastegelegde delicten en op de samenwerking dan wel hulpverlening ontbreekt. Hij heeft ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde daarnaast aangevoerd dat nergens uit blijkt dat verdachte heeft bemiddeld bij het gebruik van de bankrekeningen waar [slachtoffer 1] de geldbedragen op heeft gestort. Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft hij verder aangevoerd dat verdachte niet betrokken is geweest bij de derde bankrekening waarop het bedrag van 3.500 euro is gestort. Voor wat betreft de verdenking van witwassen geldt dat verdachte geen 4.500 of 5.000 euro heeft verworven, voorhanden heeft gehad, of heeft overgedragen en/of omgezet, aangezien hij over dit geld nooit enige beschikkingsmacht heeft gehad.
Oordeel van de rechtbank
Inleiding
Deze zaak is een onderdeel van het resultaat van het onderzoek Chryseis, een onderzoek naar grootschalige acquisitiefraude gepleegd binnen heel Nederland. Aanleiding voor dit onderzoek waren de onderzoeken Archird en Eudora, waarbij laatstgenoemde ook was gericht op acquisitiefraude en waarin verdachte [medeverdachte] , de hoofdverdachte in het onderzoek Chryseis, in beeld kwam bij de politie. Het onderzoek heeft zich vervolgens gericht op de activiteiten van deze hoofdverdachte op het gebied van acquisitiefraude.
Het dossier bevat meer dan vijftig aangiftes uit het hele land (en een aangifte uit België) van (pogingen tot) oplichting. Aangevers verklaren dat zij zijn gebeld door een man die hen onder valse voorwendselen heeft bewogen tot het overboeken van geld via internetbankieren. Uit de aangiftes blijkt dat de man in veel gevallen een soortgelijke werkwijze hanteerde en aan de aangevers een vergelijkbaar verhaal vertelde. Hij nam daarbij een valse naam en hoedanigheid aan om het vertrouwen van de aangevers te winnen. Veel aangevers hebben op instructie van de man tijdens de telefoongesprekken duizenden euro’s overgeboekt. In enkele gevallen wist de bank te voorkomen dat het geld in handen van de dader(s) belandde, maar in de meeste gevallen werden de geldbedragen direct na de overboeking bij een pinautomaat gepind.
Binnen het onderzoek zijn meerdere personen als verdachte aangemerkt. Volgens het politieonderzoek hebben zij – in meer of mindere mate – met elkaar samengewerkt en daarbij een rol vervuld als oplichter, opdrachtgever, tussenpersoon of katvanger in die zin dat zij hun bankrekening en/of bankpas met pincode ter beschikking hebben gesteld. Verdachte [verdachte] wordt ervan verdacht dat hij in de hoedanigheid van tussenpersoon bankpassen en bankrekeningnummers van andere personen te heeft geregeld om de van oplichting afkomstige bedragen op te storten.
Ten aanzien van feit 1
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en zal verdachte daarvan vrijspreken. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op grond van de zich in het dossier bevindende tapgesprekken van 11 november 2015 en de verklaring van verdachte ter terechtzitting, is de rechtbank van oordeel dat verdachte betrokken is geweest bij het leveren van bankrekeningen (en bankpasjes) aan medeverdachte [medeverdachte] , maar dat niet kan blijken dat de door verdachte aan [medeverdachte] geleverde bankrekeningen zijn gebruikt bij de oplichting van aangever [slachtoffer 1] . De door [slachtoffer 1] overgemaakte geldbedragen zijn immers gestort op andere bankrekeningen dan die door verdachte aan [medeverdachte] zijn geleverd. Nu uit het dossier niet blijkt dat verdachte anderszins betrokken is geweest bij de oplichting van [slachtoffer 1] , zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het onder 1 ten laste gelegde.
Ten aanzien van feit 2
De rechtbank acht het onder 2 primair en subsidiair niet wettig en overtuigend bewezen en zal verdachte daarvan vrijspreken. De rechtbank acht het onder 2 meer subsidiair ten laste gelegde, witwassen, wel wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
De rechtbank heeft bij vonnis van heden medeverdachte [medeverdachte] veroordeeld voor (onder meer) oplichting van aangever [slachtoffer 2] en daarbij bewezenverklaard dat [slachtoffer 2] op
18 november 2015 door [medeverdachte] door gebruikmaking van een valse naam, een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels is bewogen tot de afgifte van in totaal 11.000 euro. Aangever [slachtoffer 2] heeft 2.500 euro overgemaakt naar de bankrekening van [naam 3] en 5.000 euro overgemaakt naar de bankrekening van [naam 4] . [1]
Door [naam 3] is verklaard – en door verdachte erkend – dat [naam 3] zijn bankpas desgevraagd aan verdachte heeft gegeven. [2] Verdachte heeft tevens erkend dat hij [medeverdachte] twee keer heeft geholpen met bankpassen, in die zin dat hij [naam 3] en [naam 4] in contact heeft gebracht met [medeverdachte] . [3] Dit strookt met de verklaring van [naam 4] dat hij door verdachte is benaderd om zijn bankrekening ter beschikking te stellen, zodat daarop 5.000 euro zou worden gestort. [naam 4] heeft verder verklaard dat hij op 18 november 2015 is gebeld door een voor hem onbekende Marokkaanse man die zei dat het geld op zijn, [naam 4] , bankrekening stond en aan hem vroeg het geld meteen van de rekening te halen. [naam 4] heeft vervolgens geverifieerd bij verdachte of dit de juiste gang van zaken was. Verdachte heeft dit bevestigd en heeft tegen [naam 4] gezegd dat hij het geld kon pinnen en aan de Marokkaanse man kon geven. [4] [naam 4] heeft toen op 18 november 2015 drie keer 1.500 euro gepind en heeft dit geld aan de Marokkaanse man meegegeven. Vervolgens heeft [naam 4] verdachte gebeld en gezegd dat hij het geld had opgenomen en aan de Marokkaanse man had gegeven. Verdachte heeft [naam 4] toen vriendelijk bedankt. [5]
Uit het voorgaande blijkt weliswaar dat verdachte bankpassen van [naam 3] en [naam 4] heeft geregeld en dat er geld is gestort op de bijbehorende bankrekeningen, maar uit niets blijkt dat verdachte ten tijde van het regelen van deze bankrekeningen wist dat de oplichting van [slachtoffer 2] gaande was. De rechtbank acht reeds om die reden niet bewezen dat verdachte bij deze oplichting bewust en nauw heeft samengewerkt met [medeverdachte] en zal verdachte daarom vrijspreken van het onder 2 primair ten laste gelegde medeplegen van oplichting.
Blijkens vaste rechtspraak van de Hoge Raad vereist een bewezenverklaring van medeplichtigheid, hetgeen onder 2 subsidiair ten laste is gelegd, naast voorwaardelijk opzet op de medeplichtigheid, ook voorwaardelijk opzet op het gronddelict. De rechtbank is van oordeel dat uit voornoemd samenstel van omstandigheden onvoldoende blijkt dat verdachte, al dan niet voorwaardelijk, opzet had op de oplichting van [slachtoffer 2] . De rechtbank zal verdachte daarom tevens vrijspreken van de onder 2 subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan oplichting.
De rechtbank acht het onder 2 meer subsidiair ten laste gelegde medeplegen van witwassen van 4.500 euro wél wettig en overtuigend bewezen. Verdachte heeft immers eerst [naam 4] gevraagd zijn bankrekening aan hem ter beschikking te stellen en heeft, nadat er geld op de bankrekening van [naam 4] was gestort, [naam 4] geïnstrueerd het geld van de rekening te pinnen en aan de Marokkaanse man af te geven. De rechtbank is van oordeel dat verdachte op deze wijze bewust en nauw heeft samengewerkt met (in ieder geval) de Marokkaanse man, teneinde de 4.500 euro in zijn/hun beschikkingsmacht te krijgen. Verdachte heeft daarbij een sturende en essentiële rol gehad. Gelet op de gehele gang van zaken acht de rechtbank bewezen dat verdachte bewust de aanmerkelijke kans dat het op de bankrekening van [naam 4] gestorte geld uit enig misdrijf afkomstig was, heeft aanvaard.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 2 meer subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
2.
hij op 18 november 2015, te Groningen, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), een voorwerp, te weten 4.500 euro, heeft verworven, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
2 meer subsidiair: medeplegen van witwassen.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 120 uren, te vervangen door 60 dagen hechtenis indien de werkstraf niet (naar behoren) wordt uitgevoerd, en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 weken met een proeftijd van 2 jaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, de overschrijding van de redelijke termijn en artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. De raadsman heeft daarbij verzocht een geldboete op te leggen en geen werkstraf.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van witwassen van 4.500 euro. Hij heeft in de hoedanigheid van tussenpersoon geregeld dat een ander zijn bankrekening ter beschikking heeft gesteld, zodat daarop crimineel geld konden worden gestort. Verdachte heeft er vervolgens samen met een ander voor gezorgd dat dit criminele geld werd gepind en binnen zijn beschikkingsmacht is gekomen.
Het witwassen van crimineel geld vormt een bedreiging voor de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. Het in omloop zijn van witwasgelden heeft een sterk corrumperende werking en faciliteert veelal ander strafbaar handelen. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
De rechtbank heeft tevens rekening gehouden met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
In strafverminderende zin heeft de rechtbank voorts rekening gehouden met het tijdsverloop van de strafprocedure.
Alles overwegende acht de rechtbank een werkstraf van na te noemen duur passend en geboden.

Benadeelde partijen

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
1. [benadeelde partij] (feit 1), tot een bedrag van € 9.000,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
2. [slachtoffer 2] (feit 2), tot een bedrag van € 9.157,60 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan. Daarnaast vordert de benadeelde partij vergoeding van de proceskosten à € 476,-.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd beide benadeelde partijen niet-ontvankelijk te verklaren in de vorderingen, wegens het ontbreken van een rechtstreeks verband tussen de geleden schade en de door verdachte gepleegde feiten.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, gelet op de bepleite vrijspraak, verzocht de vordering van de benadeelde partijen af te wijzen, dan wel de benadeelde partijen niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering. Bij de benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft hij subsidiair verzocht de vordering aanzienlijk te matigen met in ieder geval 3.500 euro.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] het volgende. De rechtbank acht het feit niet bewezen waaruit de schade zou zijn ontstaan. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] het volgende. Naar het oordeel van de rechtbank is aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde, medeplegen van witwassen, geen rechtstreekse schade toegebracht. De rechtbank zal daarom bepalen dat de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk is.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 36f, 47, 63 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 en onder 2 primair en subsidiair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 meer subsidiair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een taakstraf voor de duur van 120 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 60 dagen zal worden toegepast.
Ten aanzien van 18/830432-16, feit 1:
Bepaalt dat de benadeelde partij
[benadeelde partij]in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Bepaalt dat deze benadeelde partij en verdachte de eigen kosten dragen.
Ten aanzien van 18/830432-16, feit 2:
Bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 2]in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Bepaalt dat deze benadeelde partij en verdachte de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S. Sikkema, voorzitter, mr. H.H.A. Fransen en
mr. C.H. Beuker, rechters, bijgestaan door mr. M.T. Bos, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 oktober 2018.
Mrs. H.H.A. Fransen en M.T. Bos zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.A-007, aangifte [slachtoffer 2] , pagina 2738-2739; AH-096, bevindingen m.b.t. katvangers n.a.v. aangifte oplichting [slachtoffer 3], pagina 1408.
2.V-013-01, verhoor verdachte [naam 3] , pagina 3759, V-013, verklaring verdachte [verdachte], pagina 3822.
3.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 11 september 2018.
4.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 11 september 2018.
5.G-004, verhoor getuige [naam 4] , pagina 1756-1758.