Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling voor het ten laste gelegde gevorderd.
Zij heeft daartoe onder meer verwezen naar de aangiftes, de processen-verbaal van bevindingen en de diverse onderzoeken aan de veiliggestelde goederen en sporen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde. Hij heeft daartoe aangevoerd dat er geen (technisch) bewijs is dat verdachte bij de woningoverval betrokken is geweest. De raadsman voert, onder aanhaling van jurisprudentie, aan dat er geen bewijs is voor (voorwaardelijk) opzet op de overval en dat ook niet kan worden bewezen dat verdachte (mede)pleger of medeplichtige aan de overval is.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte op de terechtzitting van 23 januari 2018 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
Ik zat op 1 juli 2017 in de auto die 's nachts in de wijk Peelo in Assen is aangetroffen. Ik had daarvoor midden in de nacht in de auto een rondje gereden door Noord-Drenthe. Naast mij in de auto zat een persoon die ik "buurman" noem.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 1 juli 2017, opgenomen op pagina 52 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2017171755-1 d.d. 12 december 2017, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 1] :
Ik ben op 1 juli 2017 te 04.01 uur overvallen in mijn woning in Peize aan de [straatnaam] , terwijl ik op bed lag te slapen. Mijn echtgenote evenals mijn zoon [slachtoffer 3] waren op dat moment ook in de woning. Opeens voelde ik dat ik bij mijn keel werd gegrepen. De politie is gebeld en dit voorval heeft zich zo'n tien minuten tot een kwartier daarvoor afgespeeld. Zoals gezegd werd ik bij mijn keel gegrepen en ik voelde ook dat ik werd vastgehouden. De man die mij bij mijn keel greep was een potige, sterke man. Hij had een hele donkere huidskleur, het was bij zwart af. Ik zag vanuit mijn ooghoeken, dat er ook een man bij mijn vrouw aan het bed stond en dat deze man mijn vrouw in bedwang hield. Ik zag dat die man ook een hele donkere huidskleur had. Terwijl ik op was gestaan en mijn vrouw even had gezien, hoorde ik ook mijn zoon [slachtoffer 3] . Zo te horen was hij in gevecht met iemand, want ik hoorde hem iets roepen in de trend van: "Ga van me af zwarte".
De man die mij beet had zei tegen mij: "Ik jou schieten". Ik heb een glas water naar die man gegooid en ik raakte hem ook met het water. Ik zag dat de man zich toen terug trok uit onze slaapkamer. De man was toen op de gang en ik hoorde toen wat gemompel. Ik liep ook naar de gang en ik zag twee mannen de trap af lopen. Ik weet niet waar die derde man is gebleven. Ik ben denk ik 30 seconden later naar beneden gegaan. De mannen waren toen de woning uit gevlucht. Ik zag wel het keukenraam open staan. Ik zag dat alle spullen, welke op de vensterbank bij dit keukenraam stonden, opzij geschoven waren. Ik kan de man, die mij bij mijn keel vast had, als volgt omschrijven:
- pikzwart qua huidskleur,
- potige, grote sterke man, niet dik of breed,
- rond de 25 jaar, maar ik vind dat moeilijk te schatten,
- qua lengte was deze man langer dan ik ben en ik ben 1.83m,
Ik kan de man, die mijn vrouw in bedwang hield, als volgt omschrijven:
- had een pikzwarte huidskleur,
- was tengerder als de man, die mij bij de keel beet had.
Ik mistte in ieder geval mijn zwarte Samsung mobiele telefoon. Deze telefoon bleek later in mijn tuin te liggen. Verder werd de handtas van mijn vrouw vermist. Deze lag echter ook in de tuin. Uit deze handtas bleek de portemonnee van mijn vrouw te zijn verdwenen
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 1 juli 2017, opgenomen op pagina 61 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 3] :
Op 1 juli 2017 werd ik wakker doordat de deur van de slaapkamer open ging. Ik zag dat er een persoon de kamer binnen kwam. Ik kan deze persoon als volgt omschrijven:
- Man,
- Donkere kleding,
- Donkere handschoenen,
- Donkere huidskleur,
- Sprak slecht Nederlands,
- Sprak Engels met een accent.
Deze man hoorde ik in het Nederlands zeggen: 'terug in bed'. Hierna zei deze man in
het Engels een aantal keren: 'get back in bed.' Ik had het idee dat deze man dreigde met zijn hand alsof hij een wapen vast had. Hij raakte mijn gezicht aan met zijn handschoen. Na enige tijd kwam er een tweede persoon de logeerkamer in. Ik lag op dat moment nog steeds op
bed. Ik kan deze tweede man als volgt omschrijven:
- Man,
- Donkere trui met capuchon,
- Donkere huidskleur,
- Fysiek sterke man,
- Donkere handschoenen.
Deze tweede persoon sprong vrijwel direct bovenop mij en ging op mijn borst zitten. Ik voelde dat deze man mij bij mijn keel beet pakte. Ik voelde dat ik van deze man klappen in mijn gezicht kreeg. Ik voelde dat de man mij sloeg met zijn vuist. Ik ben op mijn beide oogkassen, mijn neus en mijn mond geslagen. Van mijn hoektand linksonder in het gebit is een stuk afgebroken. Ik denk dat man één mij ook heeft geslagen. Ten tijde van het slaan werd ik constant vastgehouden bij mijn keel. Ik zag dat er nog een derde man in de woning van mijn ouders was. In de keuken zag ik dat het keukenraam openstond.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 11 juli 2017, opgenomen op pagina 64 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 3] :
Ik ben meer gewond dan dat ik heb aangegeven. Mijn rechtervoet heeft een gescheurd bot. Er heeft iemand tegenaan geschopt, of op gestaan. Gisteren ben ik naar tandarts geweest en is mijn tand hersteld. Er is een stuk afgebroken. Ik heb kneuzingen in de beide oogkassen. Wat betreft de handschoenen die ik heb gevoeld: die zijn van een stof. Ik voelde een ruwige geribbelde stof van die handschoen. Ik zat half op bed en toen kwam er een tweede persoon die als een wilde op mij sprong. Hij begon mij direct hard te slaan in mijn gezicht en ze duwden mij weer terug op bed. Ik werd door die eerste vastgezet met een arm over mijn keel of zoiets, want ik kon bijna geen adem meer krijgen en die andere sloeg heel hard en meerdere malen op mijn gezicht. Ik ben ook nog geschopt volgens mij en heb ook een pijn op mijn borstkas gevoeld. We zagen toen dat er een tas weg was en mijn vader kon zijn telefoon niet vinden. De tas en telefoon werden in de tuin door de politie aangetroffen. Gister is de portemonnee teruggevonden in een sloot en daaruit mist zestig euro.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 1 juli 2017, opgenomen op pagina 72 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2] :
Ik ben wakker geworden. Het licht ging aan. Ik zag toen twee grote mannen in de slaapkamer staan. Eén man liep naar mij en de andere langs de zijde waar mijn man lag. De man die naar mij toe liep trok de deken over mijn hoofd en hield de deken op mijn hoofd vast. Hij riep: "Rustig blijven, deken over je hoofd, stil blijven", danwel dit in soortgelijke bewoordingen. De man liet mij na ongeveer een minuut los. Ik hoorde mijn zoon roepen uit de logeerkamer. Het was alsof daar geworsteld werd. Ik hoorde een mij onbekend stem vanuit de richting logeerkamer Er zijn in ieder geval 3 personen in onze woning geweest. Twee mannen in onze slaapkamer en één man in de logeerkamer bij mijn zoon. Ik hoorde dat de mij onbekende man riep: "Ik heb een wapen en ga die ook gebruiken", danwel iets soortgelijks. De mannen die bij ons in de slaapkamer stonden kan ik als volgt omschrijven: Beide mannen hadden een Buitenlands accent en droegen donkere kleding. Ze hadden een hoodie over hun hoofd. Ik had het idee dat de man die aan mijn zijde van het bed stond iets groter was dan de andere. Dit weet ik niet zeker. Ik ben zelf 1.72 meter en de man was groter dan ik.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 11 juli 2017, opgenomen op pagina 75 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2] :
Ik ontdekte zelf dat mijn handtas weg pas. Deze tas is later gevonden door een van de
agenten. Het bleek dat mijn portefeuille weg was. Uit de portemonnee waren verdwenen
het biljet van vijftig euro en tien euro. Ook wil ik u wijzen op de vondst van een koordje. Dit koordje, wit van kleur, voorzien van harde uiteinden, lengte schat ik op circa 90 cm tot
een meter. Het lag in de gang op de eerste verdieping voor de deur van de slaapkamer. Ik zag dat mijn man dit koordje bengelde. Dit koordje behoort niet aan [slachtoffer 3] , mijn man of mij toe. De sleutelbos mis ik.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 juli 2017, opgenomen op pagina 34 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [verbalisant 1] :
Op zaterdag 1 juli 2017, omstreeks 04:00 uur hoorde ik dat er een heterdaad inbraak gaande was aan de [straatnaam] te Peize. Er zouden 3 á 4 donkergetinte personen in de woning zijn, waarbij er een bewoner was mishandeld. Op een gegeven moment hoorde ik de 31.09 het volgende kenteken doorgeven: [kenteken] . Dit betrof een zwarte volkswagen up. Dit voertuig kwam uit de richting van Peize en ging in de richting van Vries, met hoge snelheid. Net voor de rotonde bij Vries, zag ik dat er een zwarte volkswagen up, met eerder genoemd kenteken, ons met hoge snelheid tegemoet kwam. Ik zag dat het voertuig ons passeerde. Dit was op 1 juli 2017, omstreeks 04:07 uur. We reden achter de zwarte Up aan, die met zichtbaar hoge snelheid van ons weg reed. Ik zag dat het voertuig op de rotonde rechtsaf sloeg de Onlandweg op, richting Tynaarlo/Assen. Ik zag dat de verlichting van het voertuig uit ging. Hierop hebben wij ons stoptransparant aangezet aan de voorzijde. Tevens deed ik de optische signalen aan. Ik reed toen op een geschatte afstand van 50 meter achter het voertuig. Ik zag dat het voertuig niet stopte en op ons uitliep. Hierop zette ik de geluidssignalen ook aan.
Vervolgens zag ik dat de Up linksaf een zandpad opreed, langs het Noord Willemskanaal in de richting van Assen.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 juli 2017, opgenomen op pagina 39 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [verbalisant 2] :
Op zaterdag 1 juli 2017 deed ik dienst met collega [verbalisant 3] . Ik, verbalisant, hoorde via de mobilofoon dat de collega's van de 3101 achter een personenauto reden die met hoge snelheid er vandoor ging. De personenauto zou in de omgeving van Vries rijden. Samen met mijn collega [verbalisant 3] reed ik in de richting van Assen-Noord, omdat de kans groot was dat de auto richting Assen kwam. Ik, verbalisant, zette ons dienstvoertuig stil op de rotonde ter hoogte van de carpoolplaats Assen-Noord. Ik zag dat er een voertuig deze rotonde naderde uit de richting Vries. Ik zag dat het om een zwarte personenauto ging. Ik zag dat de auto bestuurd werd door een donkerkleurige manspersoon en dat de bestuurder van deze auto de rotonde met hoge snelheid nam.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 juli 2017, opgenomen op pagina 41 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [verbalisant 3] :
Ik zag dat het voertuig met zeer hoge snelheid de rotonde op reed. Wij zijn er direct achteraan gereden en ik zag dat het voertuig in de richting reed van het centrum van Assen. Ik zag dat het kenteken van het voertuig [kenteken] was. Ik deed de zwaailampen, de sirene aan. Tevens deed ik het stoptransparant aan de voorzijde van het dienstvoertuig aan. Ik gaf aan de meldkamer door dat wij achter het voertuig zaten en ik zag dat de snelheid opliep naar 130 kilometer per uur. Bij de afslag naar de wijken Peelo en Marsdijk zag ik dat het voertuig een slingerbeweging maakte. Uiteindelijk reed de VW Up rechtsaf de afslag op en bovenaan de rotonde reed hij met zeer hoge snelheid de wijk Peelo in. Op de kruising met de Walakker zag ik de VW Up rechtsaf rijden. Ik zag dat het voertuig ruim door de bocht reed en vervolgens aan de linkerzijde van de weg door de bosschage reed. Daar kwam het voertuig tot stilstand. Ik zag dat er minimaal twee personen uit het voertuig stapte en weg renden. Ik concentreerde mij op de persoon die als bijrijder uit het voertuig was gestapt en wegrende in de richting van de woning [straatnaam] . Ik zag dat de persoon probeerde om over een muurtje heen te klimmen en zich kennelijk niet wilde laten pakken. Op het moment dat ik bij de zwarte VW Up kwam, zag ik dat er drie portieren open stonden. Het portier van de bestuurder, de achterdeur aan de bestuurderszijde en de rechter voorportier.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aanhouding d.d. 1 juli 2017, opgenomen pagina 224 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [verbalisant 4] en [verbalisant 5] :
Kort na de crash kwam ik, [verbalisant 4] , met collega [verbalisant 5] ter plaatse. Ik hoorde dat collega [verbalisant 2] zei dat hij 1 verdachte de bosschages in had zien rennen. Ik, [verbalisant 4] , liep aan de rechterzijde deze bosschages in en ik zag een donker getinte persoon liggen, die zich kennelijk wilde verstoppen onder een bosje. Hierop hebben wij de verdachte [verdachte] aangehouden.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 juli 2017, opgenomen op pagina 43 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [verbalisant 6] en [verbalisant 7] :
Tijdens het aanrijden hoorden wij dat de verdachten in Assen uit het voertuig waren gesprongen en te voet vluchtten. Hierbij zou zowel de vluchtauto zijn gecrasht. Ter hoogte van de Nijstukken zagen wij een persoon die aan het door ter plaatse gekomen collega's signalement voldeed. Namelijk een manspersoon met een donkere huidskleur, fietsend op een fiets en gekleed in donkere kleding. Wij zagen dat de persoon op de fiets een grasperk/bosschages in reed. Ik zag dat de persoon verderop uit de sloot kroop. Deze man was buiten adem, was bijzonder warm en zweette volop. Middels zijn vingerafdrukken is vastgesteld dat het de verdachte [medeverdachte 1] betrof.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 augustus 2017, opgenomen op pagina 110 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [verbalisant 8] :
Op 1 juli 2017 werden er door een medewerker van het Team Forensische Opsporing foto's genomen van de in beslag genomen personenauto, Volkswagen Up, kenteken [kenteken] . Deze VW laat zich omschrijven als een kleine zwarte auto. Er werd een hard disk van het beveiligingssysteem uit de woning [straatnaam] te Peize in beslag genomen. Ik zag op de beelden dat er een kleine donkerkleurige personenauto, op 1 juli 2017, om 02.51:32 uur, door de [straatnaam] reed. Een gespiegelde foto van de zwarte Volkswagen Up (zodat de rijrichting gelijk is aan de opgenomen beelden) en een afdruk van de opgenomen donkerkleurige personenauto op een twee fotobladen geplaatst en deze hierbij gevoegd. Ik zie dat deze twee voertuigen sterke gelijkenissen vertonen. Ik zie onder andere dat beide voertuigen dezelfde daklijn vertonen, dat de achterbumper op dezelfde wijze kenmerkend uitsteekt, dat de voor- en achter verlichting op dezelfde plaats zit en dat een kleine dakspoiler boven het achterraam zichtbaar is. Ten aanzien van het tijdstip 02:51:32 uur kan worden gezegd, dat bij het digitale onderzoek is gebleken dat het systeem 30 minuten exact achter loopt. Het juiste tijdstip van het rijden van de donkerkleurige voertuig door de straat [straatnaam] in de richting van het plaats delict [straatnaam] , moet dus zijn:
1 juli 2017, 03.21 uur.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 14 juli 2017, opgenomen op pagina 88 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [verbalisant 9] :
Ik heb als forensisch onderzoeker onderzoek verricht in de personenauto van het merk Volkswagen, type Up en voorzien van het kenteken [kenteken] . Op de bestuurdersstoel zag ik een zwart petje, merk H&M, liggen. Ik heb dat petje veiliggesteld, gewaarmerkt met SIN AAJT8325NL en verzegeld.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 juli 2017, opgenomen op pagina 143 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [verbalisant 10] :
Op 11 juli 2017 werd door mij, samen met een medewerker van de Forensische Opsporing, de kleding bekeken van de aangehouden verdachten [verdachte] en [medeverdachte 1] .
Allereerst werd het in de woning [straatnaam] te Peize aangetroffen koord gefotografeerd. De lengte was ongeveer 91 centimeter. Aan de uiteindes van het koordje was een metalen busje bevestigd. Dit busjes waren voorzien van in gestanste puntjes. Het middengedeelte van het koord, ongeveer 50 centimeter, is duidelijk minder vervuild dan de uiteinden.
Bij de verdachte [medeverdachte 1] werd een donkerblauwe/zwartige hoody (vest met capuchon) in beslaggenomen. De capuchon had metalen ringen waardoor een koord kan worden geregen. Deze metalen ringen waren voorzien van in gestanste puntjes. De lengte van de capuchon tussen de twee metalen ringen (via de omzoomde rand, bedoeld om een koord door te dragen) is ongeveer 52 centimeter.
Bij de verdachte [medeverdachte 1] werden twee zwarte Bull-Flex werkhandschoenen aangetroffen. Deze handschoenen zijn voorzien van een gladde handpalm en een stof-achtige bovenkant.
14. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2017.08.11.161 (aanvraag 004), d.d. 11 januari 2018, opgemaakt door dr. J.H.A. Nagel, op de door hem afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudende als zijn verklaring: