ECLI:NL:RBNNE:2018:3996
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van zware mishandeling en poging tot moord
In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, geboren in 1984 en thans gedetineerd in PI Leeuwarden, heeft de rechtbank Noord-Nederland op 16 augustus 2018 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van zware mishandeling en poging tot moord, met betrekking tot twee slachtoffers in Heerenveen en Lemmer. De tenlastelegging omvatte onder andere het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan een slachtoffer door deze op de grond te duwen en met kracht haar hoofd tegen de grond te slaan, alsook het meermalen met een bijl op een ander slachtoffer te slaan. Tijdens de zitting op 9 augustus 2018 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.K. Bulthuis, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. T.H. Pitstra.
De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en de bewijsstukken, waaronder medische verklaringen en getuigenverklaringen, zorgvuldig gewogen. De officier van justitie stelde dat de feiten wettig en overtuigend bewezen konden worden, maar de verdediging betwistte de betrouwbaarheid van de verklaringen van de slachtoffers en voerde aan dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de slachtoffers op belangrijke punten inconsistent waren en dat er onvoldoende objectief bewijs was om de beschuldigingen te ondersteunen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de tenlastegelegde feiten had gepleegd. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen en hefte het bevel tot voorlopige hechtenis op. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank Noord-Nederland, met de voorzitter en twee rechters, en is openbaar gemaakt op 16 augustus 2018.