Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Benadeelde partij
Uitspraak
De rechtbank
[slachtoffer]niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Rechtbank Noord-Nederland
In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die beschuldigd werd van ontucht in een sauna op 28 december 2016, heeft de rechtbank Noord-Nederland op 9 oktober 2018 uitspraak gedaan. De aangeefster verklaarde dat zij in een besloten ruimte van de sauna door de verdachte bij haar borst was vastgepakt. De verdachte ontkende dit ten stelligste. Ondanks getuigenverklaringen die de aangifte zouden kunnen ondersteunen, ontbrak het de rechtbank aan de overtuiging dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen, aangezien de verklaringen van de getuigen niet voldoende steun boden voor de aangifte van de aangeefster. De rechtbank wees de vordering van de benadeelde partij af, omdat het feit niet bewezen was en de vordering enkel bij de burgerlijke rechter kon worden ingediend. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastelegging en de rechtbank bepaalde dat de kosten door beide partijen gedragen moesten worden.