ECLI:NL:RBNNE:2018:397

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
6 februari 2018
Publicatiedatum
7 februari 2018
Zaaknummer
18/671752-14
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan oplichting door voormalig directeur van energiebedrijf en valsheid in geschrift in aandeelhoudersovereenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 6 februari 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die medeplichtig was aan oplichting en valsheid in geschrift. De verdachte, die als directeur van een energiebedrijf fungeerde, heeft tussen 2007 en 2011 bijgedragen aan een ernstige vorm van fraude. Twee voormalige directeuren van het energiebedrijf, dat eigendom was van negen gemeentes in Drenthe en Overijssel, hebben het bedrijf misleid door een aanzienlijk bedrag van ongeveer € 30 miljoen te investeren in een project voor de bouw van een warmtekracht- en torrefactiecentrale, terwijl zij hun eigen financiële belangen in deze onderneming verborgen hielden. De verdachte heeft als stroman opgetreden voor een van deze directeuren en heeft aandelen op naam van zijn bedrijf gezet, waarmee hij heeft geholpen de werkelijke aandeelhouder te verhullen. Dit gebeurde onder andere door het ondertekenen van een aandeelhoudersovereenkomst met valse passages. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest bij de oplichting, maar dat zijn bijdrage niet voldoende was voor een nauwe samenwerking met de andere verdachten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, rekening houdend met zijn beperkte rol in de fraude en zijn blanco strafblad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18/671752-14
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, Noordelijke Fraudekamer, d.d. 6 februari 2018 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1953 te Groningen,
wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 15 april 2016, 28 november 2017, 5 december 2017, 13 december 2017 en 14 december 2017.
Verdachte is telkens niet verschenen; wel is telkens verschenen bij de inhoudelijke behandeling van de strafzaak mr. E.J.A. van Leuveren, advocaat te Groningen, die verklaard heeft uitdrukkelijk tot de verdediging te zijn gemachtigd.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. E.L. Edens.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij, op één of meer momenten in of omstreeks de periode van 20 december 2007 tot en met 22 september 2011, in de gemeente Hoogeveen en/of Meppel en/of Steenwijk, althans elders in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door:
het aannemen van een valse naam of valse hoedanigheid en/of listige kunstgrepen en/of een samenweefsel van verdichtsels, [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] , en/of [bedrijf 3] en/of hun (andere) dochtervennootschappen (hierna gezamenlijk alsook individueel aangeduid met " [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] ") heeft bewogen tot:
- ( AH-059) het verstrekken van één of meer lening(en) en/of achtergestelde lening(en) en/of het betalen van geldbedragen in het kader van één of meer lening(en) en/of achtergestelde lening(en), tot een totaal bedrag van circa EUR 20.300.000,00 althans een groot bedrag;
- ( AH-063) het aangaan van één of meer sale- and leasebacktransactie(s), althans het betalen van geldbedragen in het kader van één of meer sale- and leasebacktransactie(s); voor een totaal bedrag van circa EUR 15.411.090,20 (EUR 8.330.000,00 + EUR 2.678.090,20 + EUR 4.403.000,00) (incl. BTW), althans voor een groot bedrag;
- ( AH-063, D-127 en D-579) het op of omstreeks 22 september 2011 kwijtschelden door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] van de huur over de jaren 2011 en 2012 voor (een) perce(e)l(en) industrieterrein gelegen aan de [straatnaam] en [straatnaam] te Steenwijk, gehuurd door [bedrijf 4] (verder te noemen [bedrijf 4]) van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] voor een bedrag van in totaal EUR 1.360.450,00 (excl. BTW), althans voor een groot bedrag, althans tot de afgifte van het huurgenot over (een deel van) het jaar 2011 en 2012 van (een) perce(e)l(en) industrieterrein gelegen aan de [straatnaam] en [straatnaam] te Steenwijk,
derhalve tot de afgifte van enig goed en/of tot het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld;
immers hebbende verdachte en/of zijn medeverdachte(n):
A. heimelijk onverenigbare functies vervuld door als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] (indirect) aandeelhouder te zijn van en/of belanghebbende te zijn bij [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
B. de Raad van Commissarissen (hierna "RvC") van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] en/of de aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] niet geïnformeerd over het belang dat [medeverdachte 1] en zijn medeverdachten had(den) bij [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
C. heimelijk en zonder toestemming van de RvC van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] en/of zonder toestemming van de aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] , door tussenkomst van de besloten vennootschap(pen) [verdacht bedrijf 1] en/of [verdacht bedrijf 2] en/of door tussenkomst van [medeverdachte 2] en/of [naam 1] en/of [medeverdachte 3], een belang verkregen in [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschap(pen) [bedrijf 5] (hierna "[bedrijf 5]") en/of [bedrijf 6] (hierna "[bedrijf 6]") en/of [bedrijf 7] (hierna "[bedrijf 7]"), en/of [bedrijf 8];
D. voor het publiek verhuld (groot)aandeelhouder en belanghebbende te zijn van/bij [verdacht bedrijf 1] en/of van/bij [verdacht bedrijf 2] door hiervan 99,95% en/of 99% in plaats van 100% van de aandelen in bezit te hebben en op die wijze te voorkomen dat in de openbare registers voor derden kenbaar zou zijn dat verdachte en/of zijn medeverdachte(n) een belang hebben in [verdacht bedrijf 1] en/of [verdacht bedrijf 2] en/of [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschap(pen);
E. verdachte als bestuurder van [verdacht bedrijf 1] en/of [medeverdachte 4] als bestuurder van [verdacht bedrijf 2] aangesteld om op die wijze te voorkomen dat in de openbare registers voor derden kenbaar zou zijn dat [medeverdachte 1] een belang heeft in [verdacht bedrijf 1] en/of dat [medeverdachte 5] een belang heeft in [verdacht bedrijf 2];
F. er voor zorggedragen dat [medeverdachte 3] in de periode van 26 juni 2008 tot 2 december 2009 de aandelen van [bedrijf 4], die daarvoor (indirect) gehouden werden door [medeverdachte 1] en/of zijn medeverdachte(n), heeft gehouden;
G. de statuten van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] in afwijking van de door de Algemene vergadering van Aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] d.d. 16 juli 2007 goedgekeurde statutenwijziging laten wijzigen, waardoor [medeverdachte 1] en/of zijn medeverdachten zelfstandig bevoegd werd [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] grotere (financiële) verplichtingen aan te laten gaan (D-122 & D-260);
H. de RvC van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] niet (volledig) geïnformeerd over nadere met [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen gesloten (achtergestelde) leningen en/of over de totale omvang van de vorderingen van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] op [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
I. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] opdracht en/of goedkeuring en/of toestemming en/of medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] verstrekken van leningen aan [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
J. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] opdracht en/of goedkeuring en/of toestemming en/of medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] aangaan van sale- and
leasebackovereenkomsten met [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
K. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] opdracht en/of goedkeuring en/of toestemming en/of
medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] betalen voor investeringen aan [bedrijf 4] en/of haar andere dochtervennootschap(pen) en/of [bedrijf 8];
L. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] opdracht en/of goedkeuring en/of toestemming en/of
medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] kwijtschelden van huur verschuldigd door [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
M. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] opdracht en/of goedkeuring en/of toestemming en/of
medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] doen van betalingen aan [bedrijf 4] en/of haar
dochtervennootschappen;
N. heimelijk gecommuniceerd door voor e-mailcommunicatie tussen [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of [naam 1] en/of [medeverdachte 4] aangaande [bedrijf 4] en/of haar
dochtervennootschap(pen) privé e-mailadressen te gebruiken;
O. in het Jaarverslag 2007 van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] (D-454) vermeld of laten vermelden dat:
"(...) Daarom heeft de Raad van Commissarissen en de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] er mee ingestemd, om actief een partij te gaan zoeken buiten de [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] organisatie, die stroom gaat produceren binnen dit [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] netgebied. [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] wenst, rekening houdend met de eisen uit de Wet Onafhankelijk Netbeheer, zelf geen elektriciteitsproducent te worden. De nieuwe partij moet zorg dragen voor extra noodstroomproductie ter plaatse (...)"
P. niet in de jaarrekening(en) en/of het (de) jaarverslag(en) over 2007, 2008, 2009 en 2010 van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] vermeld en/of laten vermelden aan wie [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] (achtergestelde) leningen had verstrekt en/of dat [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] aan [bedrijf 4] en/of [bedrijf 6] en/of [bedrijf 5] geld had geleend;
Q. niet in de jaarrekening(en) en/of het (de) jaarverslag(en) van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] over 2007, 2008, 2009 en 2010 vermeld en/of laten vermelden dat er sprake was van [bedrijf 4] en/of [bedrijf 6] en/of [bedrijf 5] als verbonden partijen;
R. de namen van "[verdacht bedrijf 2]" en/of "[verdacht bedrijf 1]" en/of " [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] " uit de concept-jaarrekening en/of het concept-jaarverslag van [bedrijf 4] over 2009 laten verwijderen(D-309);
S. door [bedrijf 9] (hierna "[bedrijf 9]") en/of de heer mr. ing. [naam 2] een brief (D-779) laten opstellen om aanvullende financiering van EUR 4.500.000,00 door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] aan [bedrijf 4] mogelijk te maken en/of in deze brief niet te laten vermelden dat de financiering (deels) gebruikt zou gaan worden voor inkoop van eigen aandelen door [bedrijf 4] (D-779);
T. de hiervoor vermelde brief met een onjuiste datum opgemaakt en/of op laten maken (D-812 en D-813);
U. voor de RvC van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] en/of de aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] verhuld dat één of meerdere door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] aan [bedrijf 4] verstrekte leningen door [bedrijf 4] aangewend zullen worden voor de inkoop van eigen aandelen;
V. de concept "Notulen bespreking kwartaalrapportage 1e kwartaal 2010" aangepast om de verhaalspositie van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] ten aanzien van [bedrijf 4] gunstiger voor te doen laten komen (D-831 en D-832);
W. de voortgangsrapportage d.d. 20 augustus 2009 (D-064) door [bedrijf 9] ten behoeve van de sale-and-lease-back transactie voor onroerend goed op laten maken;
X. de inbreng van [bedrijf 8] in [bedrijf 4] bevorderd;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[medeverdachte 1] en/of zijn medeverdachte(n), op één of meer momenten in of omstreeks de periode van 20 december 2007 tot en met 22 september 2011, in de gemeente Hoogeveen en/of Meppel en/of Steenwijk, althans elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door:
het aannemen van een valse naam of valse hoedanigheid en/of listige kunstgrepen en/of
een samenweefsel van verdichtsels, [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] , en/of [bedrijf 3] en/of hun (andere) dochtervennootschappen (hierna gezamenlijk alsook individueel aangeduid met " [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] ") heeft bewogen tot:
- ( AH-059) het verstrekken van één of meer lening(en) en/of achtergestelde lening(en) en/of het betalen van geldbedragen in het kader van één of meer lening(en) en/of achtergestelde lening(en), tot een totaal bedrag van circa EUR 20.300.000,00 althans een groot bedrag;
- ( AH-063) het aangaan van één of meer sale- and leasebacktransactie(s), althans het betalen van geldbedragen in het kader van één of meer sale- and leasebacktransactie(s); voor een totaal bedrag van circa EUR 15.411.090,20 (EUR 8.330.000,00 + EUR 2.678.090,20 + EUR 4.403.000,00) (incl. BTW), althans voor een groot bedrag;
- ( AH-063, D-127 en D-579) het op of omstreeks 22 september 2011 kwijtschelden door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] van de huur over de jaren 2011 en 2012 voor (een) perce(e)l(en) industrieterrein gelegen aan de [straatnaam] en [straatnaam] te Steenwijk, gehuurd door [bedrijf 4] (verder te noemen [bedrijf 4]) van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] voor een bedrag van in totaal EUR 1.360.450,00 (excl. BTW) (zie pag 1957), althans voor een groot bedrag, althans tot de afgifte van het huurgenot over (een deel van) het jaar 2011 en 2012 van (een) perce(e)l(en)
industrieterrein gelegen aan de [straatnaam] en [straatnaam] te Steenwijk,
derhalve tot de afgifte van enig goed en/of tot het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld;
immers hebbende [medeverdachte 1] en/of zijn medeverdachte(n):
A. heimelijk onverenigbare functies vervuld door als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] (indirect) aandeelhouder te zijn van en/of belanghebbende te zijn bij [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
B. de Raad van Commissarissen (hierna "RvC") van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] en/of de aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] niet geïnformeerd over het belang dat hij en/of zijn medeverdachten had(den) bij [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
C. heimelijk en zonder toestemming van de RvC van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] en/of zonder toestemming van de aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] , door tussenkomst van de besloten vennootschap(pen) [verdacht bedrijf 1] en/of [verdacht bedrijf 2] en/of door tussenkomst van [medeverdachte 2] en/of [naam 1] en/of [medeverdachte 3], een belang verkregen in [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschap(pen) [bedrijf 5] (hierna "[bedrijf 5]") en/of [bedrijf 6] (hierna "[bedrijf 6]") en/of [bedrijf 7] (hierna "[bedrijf 7]"), en/of [bedrijf 8];
D. voor het publiek verhuld (groot)aandeelhouder en belanghebbende te zijn van/bij [verdacht bedrijf 1] en/of van/bij [verdacht bedrijf 2] door hiervan 99,95% en/of 99% in plaats van 100% van de aandelen in bezit te hebben en op die wijze te voorkomen dat in de openbare registers voor derden kenbaar zou zijn dat [medeverdachte 1] en/of zijn medeverdachte(n) een belang hebben in [verdacht bedrijf 1] en/of [verdacht bedrijf 2] en/of [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschap(pen);
E. [verdachte] als bestuurder van [verdacht bedrijf 1] en/of [medeverdachte 4] als bestuurder van [verdacht bedrijf 2] aangesteld om op die wijze te voorkomen dat in de openbare registers voor derden kenbaar zou zijn dat [medeverdachte 1] een belang heeft in [verdacht bedrijf 1] en/of dat [medeverdachte 5] een belang heeft in [verdacht bedrijf 2];
F. er voor zorggedragen dat [medeverdachte 3] in de periode van 26 juni 2008 tot 2 december 2009 de aandelen van [bedrijf 4], die daarvoor (indirect) gehouden werden door [medeverdachte 1] en/of zijn medeverdachte(n), heeft gehouden;
G. de statuten van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] in afwijking van de door de Algemene vergadering van
Aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] d.d. 16 juli 2007 goedgekeurde statutenwijziging laten wijzigen, waardoor [medeverdachte 1] en/of zijn medeverdachten zelfstandig bevoegd werd(en) [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] grotere (financiële) verplichtingen aan te laten gaan (D-122 & D-260);
H. de RvC van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] niet (volledig) geïnformeerd over nadere met [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen gesloten (achtergestelde) leningen en/of over de totale omvang van de vorderingen van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] op [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
I. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] opdracht en/of goedkeuring en/of toestemming en/of medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] verstrekken van leningen aan [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
J. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] opdracht en/of goedkeuring en/of toestemming en/of medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] aangaan van sale- and leasebackovereenkomsten met [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
K. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] opdracht en/of goedkeuring en/of toestemming en/of
medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] betalen voor investeringen aan [bedrijf 4] en/of haar andere dochtervennootschap(pen) en/of [bedrijf 8];
L. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] opdracht en/of goedkeuring en/of toestemming en/of medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] kwijtschelden van huur verschuldigd door [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
M. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] opdracht en/of goedkeuring en/of toestemming en/of
medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] doen van betalingen aan [bedrijf 4] en/of haar
dochtervennootschappen;
N. heimelijk gecommuniceerd door voor e-mailcommunicatie tussen [medeverdachte 1] en/of
[medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of [naam 1] en/of [medeverdachte 4] aangaande [bedrijf 4] en/of haar
dochtervennootschap(pen) privé e-mailadressen te gebruiken;
O. in het Jaarverslag 2007 van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] (D-454) vermeld of laten vermelden dat:
"(...) Daarom heeft de Raad van Commissarissen en de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] er mee ingestemd, om actief een partij te gaan zoeken
buiten de [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] organisatie, die stroom gaat produceren binnen dit [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3]
netgebied. [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] wenst, rekening houdend met de eisen uit de Wet Onafhankelijk
Netbeheer, zelf geen elektriciteitsproducent te worden. De nieuwe partij moet
zorg dragen voor extra noodstroomproductie ter plaatse (...)"
P. niet in de jaarrekening(en) en/of het (de) jaarverslag(en) over 2007, 2008, 2009 en 2010 van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] vermeld en/of laten vermelden aan wie [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] (achtergestelde) leningen had verstrekt en/of dat [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] aan [bedrijf 4] en/of [bedrijf 6] en/of [bedrijf 5] geld had geleend;
Q. niet in de jaarrekening(en) en/of het (de) jaarverslag(en) van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] over 2007, 2008, 2009 en 2010 vermeld en/of laten vermelden dat er sprake was van [bedrijf 4] en/of [bedrijf 6] en/of [bedrijf 5] als verbonden partijen;
R. de namen van "[verdacht bedrijf 2]" en/of "[verdacht bedrijf 1]" en/of " [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] " uit de concept-jaarrekening en/of het concept-jaarverslag van [bedrijf 4] over 2009 laten verwijderen(D-309);
S. door [bedrijf 9] (hierna "[bedrijf 9]") en/of de heer mr. ing. [naam 2] een brief (D-779) laten opstellen om aanvullende financiering van EUR 4.500.000,00 door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] aan [bedrijf 4] mogelijk te maken en/of in deze brief niet te laten vermelden dat de financiering (deels) gebruikt zou gaan worden voor inkoop van eigen aandelen door [bedrijf 4] (D-779);
T. de hiervoor vermelde brief met een onjuiste datum opgemaakt en/of op laten maken (D-812 en D-813);
U. voor de RvC van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] en/of de aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] verhuld dat één of meerdere door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] aan [bedrijf 4] verstrekte leningen door [bedrijf 4] aangewend zullen worden voor de inkoop van eigen aandelen;
V. de concept "Notulen bespreking kwartaalrapportage 1e kwartaal 2010" aangepast om de verhaalspositie van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] ten aanzien van [bedrijf 4] gunstiger voor te doen laten komen (D-831 en D-832);
W. de voortgangsrapportage d.d. 20 augustus 2009 (D-064) door [bedrijf 9] ten behoeve van de sale-and-lease-back transactie voor onroerend goed op laten maken;
X. de inbreng van [bedrijf 8] in [bedrijf 4] bevorderd;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte toen aldaar opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door het gedeeltelijk bezitten van de aandelen van de besloten vennootschap [verdacht bedrijf 1] en hiermee verhullen dat [medeverdachte 1] feitelijk aandeelhouder was, althans de zeggenschap over alle aandelen had;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 december 2007 tot en met 31 december 2009 in de gemeente Groningen althans elders in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer andere(n), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(telkens)
A. een aandeelhoudersovereenkomst van [bedrijf 4] (D-022) en/of
B. de overeenkomst aandelen [bedrijf 4] (D-071)
- (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft/hebben opgemaakt of heef/hebben vervalst, immers hebbende verdachte en/of zijn medeverdachte(n), (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid/werkelijkheid,
A. in deze aandeelhoudersovereenkomst onder meer opgenomen of doen laten opnemen dat "Partijen hebben de intentie om samen de volgende activiteiten te ontplooien: Versterking van het electriciteitsnet in Steenwijk. het ondersteunen van duurzame ontwikkeling" (blz. 1 v 9) en/of "Partijen zullen ernaar streven dat te allen tijde de belangen van de financiers zijnde [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] en eventuele andere financiers op een correcte wijze worden behartigd" (blz. 1 v 9) en/of
B. in de overeenkomst aandelen [bedrijf 4] opgenomen of doen laten opnemen onder meer dat [verdacht bedrijf 1] de aandelen in [bedrijf 4] voor [medeverdachte 2] zou gaan houden, terwijl de aandelen feitelijk voor [medeverdachte 5], althans een ander dan [medeverdachte 2], zouden worden gehouden;
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling voor het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1 en 2 ten laste gelegde. De door de raadsman in zijn pleitnota opgeworpen punten worden hieronder door de rechtbank besproken.
Oordeel van de rechtbank

Algemene overwegingen

De rechtbank gaat bij de beoordeling van de zaak uit van de navolgende, voor deze verdachte relevante, feiten.
Op 31 augustus 2007 [1] is [verdachte] aangesteld als directeur van [verdacht bedrijf 1] (hierna [verdacht bedrijf 1]). [medeverdachte 1] (hierna [medeverdachte 1]), medeverdachte in deze strafzaak en de schoonzoon van [verdachte], is grootaandeelhouder van deze vennootschap, met 99,95% van de aandelen [2] .
Op 20 december 2007 is de besloten vennootschap [bedrijf 4] ([bedrijf 4]) opgericht ten behoeve van de exploitatie van een gekoppelde warmtekracht- en torrefactiecentrale in Steenwijk [3] . Voorafgaand aan de oprichting is, op dezelfde datum, een aandeelhoudersovereenkomst gesloten tussen [verdacht bedrijf 1] (hierna [verdacht bedrijf 1]), [bedrijf 10] (hierna [bedrijf 10]), [bedrijf 11] (hierna [bedrijf 11]), [naam 1] (hierna [naam 1]) en [medeverdachte 2] (hierna [medeverdachte 2]) [4] . De aandelen van [medeverdachte 2] (de toenmalige echtgenoot van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] -directeur en medeverdachte [medeverdachte 5]) worden in eerste instantie, met een optie om deze terug te kopen, gehouden door [verdacht bedrijf 1] en komen uiteindelijk op 2 december 2009 in handen van [verdacht bedrijf 2] BV, een vennootschap waarvan [medeverdachte 5] grootaandeelhouder is [5] . Bij zowel het sluiten op van de aandeelhoudersovereenkomst als bij het passeren van de akte van oprichting van [bedrijf 4] op 20 december 2007 werd [verdacht bedrijf 1] vertegenwoordigd door [verdachte].
De aandeelhoudersovereenkomst houdt onder meer het volgende in.
“Partijen hebben de intentie om samen de volgende activiteiten te ontplooien:

Versterking van het electriciteitsnet in Steenwijk.
[…]
Partijen zullen ernaar streven dat te allen tijde de belangen van de financiers zijnde [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] en eventuele financiers op een correcte wijze worden behartigd.
[…]
6.3
De [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] zal zorg dragen voor de financiering al dan niet samen met een bank. Het totale project zal maximaal € 24.000.000,00 bedragen. [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] zal een achtergestelde lening verstrekken, aanvullend op een eventuele bankfinanciering.”

Beoordeling van het onder 1 ten laste gelegde

De rechtbank heeft in haar vonnis van heden in de strafzaak tegen [medeverdachte 1] uiteengezet dat reeds bij de oprichting van [bedrijf 4] op 20 december 2007 sprake was van een schijnconstructie, waarbij de drie [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] -directeuren [medeverdachte 1], [medeverdachte 5] en [naam 3] (hierna [naam 1]) de eerder aangehaalde aandeelhoudersovereenkomst van die datum met [bedrijf 10] en [bedrijf 11] hebben laten tekenen door respectievelijk [verdachte] namens [verdacht bedrijf 1], [medeverdachte 2] namens haar echtgenoot [medeverdachte 5] en [naam 1] namens haar echtgenoot [naam 1], terwijl niet zij, maar [medeverdachte 1], [medeverdachte 5] en [naam 1] zelf feitelijk degenen waren die alle handelingen verrichtten en beslissingen namen over en op grond van hun respectievelijke aandelenbelang. Voor wat betreft [medeverdachte 1] volgt dat uit zijn aanwezigheid bij en optreden op de algemene vergadering van aandeelhouders van [bedrijf 4] [6] , maar ook uit de sinds de oprichting van [bedrijf 4] gevoerde e-mailcorrespondentie tussen (vooral) [medeverdachte 1], [medeverdachte 5] en de medeverdachten [medeverdachte 7] en [medeverdachte 6], in het bijzonder de e-mails die betrekking hebben op de overdracht van de aandelen van [verdacht bedrijf 1] in [bedrijf 4] aan de medeverdachte [medeverdachte 3] op 26 juni 2008 en op de inkoop van de aandelen van (onder meer) [verdacht bedrijf 1] door [bedrijf 4] op 2 december 2009 [7] .
Van enige feitelijke bemoeienis van of overleg met [verdachte] bij de bovenbedoelde gebeurtenissen kan uit het dossier niet blijken, ondanks zijn formele positie als directeur van de vennootschap die eigenaar was van het bewuste aandelenbelang. Kennelijk heeft [verdachte] bewust, door het tekenen van een volmacht op 6 februari 2008 waarin hij [medeverdachte 1] machtigt om namens [verdacht bedrijf 1] alle voorkomende handelingen te verrichten [8] , volledig afstand gedaan van elke inhoudelijke betrokkenheid bij [verdacht bedrijf 1], hoewel hij nog maar enkele maanden eerder als directeur was aangesteld. Voor [verdachte] moet dus helder zijn geweest dat hij zijn medewerking verleende aan een constructie die geen ander doel had dan om voor de buitenwereld te verhullen dat [medeverdachte 1] in feite degene was die de beschikkingsmacht had over (zijn deel van) de aandelen [bedrijf 4].
De rechtbank heeft in haar vonnis van heden in de strafzaak tegen [medeverdachte 1] tevens geoordeeld dat hij vanaf de oprichting van [bedrijf 4] tegenover (de raad van commissarissen en de aandeelhouders van) [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] heeft verzwegen dat hij, als directeur van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] , feitelijk een belang had in [bedrijf 4] en bij de besluitvorming binnen en over [bedrijf 4] betrokken was, zulks in strijd met de afspraak dat de exploitatie van de warmtekracht- en torrefactiecentrales zou worden verricht door een (van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] onafhankelijke) derde partij, en dat [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] door deze bewuste misleiding bewogen is tot het (blijven) verstrekken van financiële middelen aan [bedrijf 4].
Dat [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] een aanzienlijke hoeveelheid geld zou verstrekken aan [bedrijf 4] moet voor [verdachte] eveneens helder zijn geweest, nu dat laatste met zoveel woorden volgt uit (onder meer) de hierboven aangehaalde passage onder 6.3 van de aandeelhoudersovereenkomst [bedrijf 4], die hij mede heeft getekend. Bovendien heeft verdachte [verdachte] namens [verdacht bedrijf 1] in november 2009 getekend voor een stappenplan inkoop aandelen [9] . In dit stappenplan wordt beschreven welke handelingen ondernomen moeten worden om de inkoop en de betaling van de aandelen [verdacht bedrijf 1] en [verdacht bedrijf 2] voor een bedrag van in totaal €8,1 miljoen mogelijk te maken. Deze gegevens, in combinatie met de eerdere conclusie dat [verdachte] bewust zijn medewerking heeft verleend aan een schijnconstructie met betrekking tot het feitelijke aandelenbelang van [medeverdachte 1], van wie [verdachte] wist dat hij directeur van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] was, in [bedrijf 4], maakt dat de rechtbank van oordeel is dat [verdachte] op zijn minst bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat zijn bijdrage bij de schijnconstructie gericht was op het oplichten van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] , meer in het bijzonder om [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] ertoe te bewegen geld te verstrekken aan [bedrijf 4] terwijl zij misleid werd omtrent de werkelijke aandeelhouders. De rechtbank heeft bij dit oordeel mede betrokken dat [verdachte], door zich consequent op zijn zwijgrecht te beroepen, heeft geweigerd om inzicht te geven in zijn gedachtegang of beweegredenen, zodat de rechtbank zijn handelen moet beoordelen op grond van de uiterlijke verschijningsvorm daarvan, zoals die uit de stukken naar voren komt.
De bijdrage van [verdachte] is naar het oordeel van de rechtbank qua gewicht onvoldoende om te kunnen spreken van een nauwe en bewuste samenwerking met [medeverdachte 1] of één of meer andere verdachten bij deze oplichting. Wel acht de rechtbank, in het licht van het voorgaande, bewezen dat [verdachte] opzettelijk bij die oplichting behulpzaam is geweest en zich aldus aan medeplichtigheid aan die oplichting schuldig heeft gemaakt.
Bij de bewezenverklaring hieronder zal de rechtbank met betrekking tot de bewijsbaarheid van de onder A tot en met X in de tenlastelegging genoemde feitelijkheden aansluiten bij hetgeen zij daarover in haar vonnissen van heden in de strafzaken tegen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] heeft vastgesteld.

Beoordeling van het onder 2 ten laste gelegde

Aan [verdachte] wordt onder A in de eerste plaats verweten dat hij de aandeelhoudersovereenkomst van 20 december 2007 (in vereniging) valselijk heeft opgemaakt door daarin de passage op te nemen die luidt:
“Partijen hebben de intentie om samen de volgende activiteiten te ontplooien: Versterking van het electriciteitsnet in Steenwijk”. In het licht van het requisitoir van de officier van justitie legt de rechtbank dit verwijt zo uit, dat daarmee niet wordt bedoeld dat deze intentie er (in het geheel) niet was, maar dat deze intentie er in ieder geval niet was bij [verdachte], omdat niet hij maar [medeverdachte 1] de feitelijke aandeelhouder van [bedrijf 4] was.
De rechtbank heeft hierboven reeds overwogen dat naar haar oordeel inderdaad sprake was van een dergelijke schijnconstructie die tot doel had om te verhullen dat [medeverdachte 1] feitelijk degene was die een belang zou nemen in [bedrijf 4]. Daarmee staat vast dat de passage in kwestie valselijk is opgemaakt. De rechtbank heeft tevens overwogen dat [verdachte] bewust zijn medewerking heeft verleend aan deze schijnconstructie, zodat er geen andere conclusie mogelijk is dan dat hij van de valsheid van deze passage op de hoogte was. Door de aandeelhoudersovereenkomst, aan welk geschrift zonder meer een bewijsbestemming toekomt, toch te tekenen, kan voorts niet anders dan worden geconcludeerd dan dat hij gehandeld heeft met het oogmerk om de aandeelhoudersovereenkomst als echt en onvervalst te (doen) gebruiken.
In de tweede plaats wordt [verdachte] onder A verweten dat ook de passage “
Partijen zullen ernaar streven dat te allen tijde de belangen van de financiers zijnde [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] en eventuele financiers op een correcte wijze worden behartigd” in strijd met de waarheid is. Uit de voorgaande overwegingen en conclusies van de rechtbank blijkt reeds dat de belangen van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] niet op een correcte wijze werden behartigd, nu [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] het slachtoffer is geworden van oplichting. Voor het overige geldt hier hetzelfde als de rechtbank hierboven met betrekking tot de andere passage uit de aandeelhoudersovereenkomst heeft overwogen.
Onder B wordt [verdachte] verweten dat hij in de afzonderlijke aandelenovereenkomst tussen [verdacht bedrijf 1] en [medeverdachte 2] van 20 december 2007 heeft opgenomen dat [verdacht bedrijf 1] de aandelen voor [medeverdachte 2] zou houden, terwijl dat in werkelijkheid niet voor haar, maar voor [medeverdachte 5] was. Hoewel de rechtbank – onder meer in haar vonnis van heden in de strafzaak tegen [medeverdachte 5] – heeft geoordeeld dat ook hier sprake was van een schijnconstructie, kan de rechtbank op grond van de stukken niet vaststellen of [verdachte] dat ook wist, waarbij van belang is dat, nu valsheid in geschrifte oogmerk vereist, onvoldoende is dat hij bewust de aanmerkelijke kans daarop heeft aanvaard. Van dit onderdeel zal [verdachte] derhalve worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. subsidiair
[medeverdachte 1] en zijn medeverdachten, in de periode van 20 december 2007 tot en met 22 september 2011, in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen, [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] , en/of [bedrijf 3] en/of hun (andere) dochtervennootschappen (hierna gezamenlijk alsook individueel aangeduid met " [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] ") heeft bewogen tot:
- het verstrekken van leningen en achtergestelde leningen en het betalen van geldbedragen in het kader van één of meer leningen en achtergestelde leningen, tot een totaal bedrag van circa EUR 20.300.000,00;
- het aangaan van sale- and leasebacktransacties;
- het op of omstreeks 22 september 2011 kwijtschelden door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] van de huur over de jaren 2011 en 2012 voor percelen industrieterrein gelegen aan de [straatnaam] en [straatnaam] te Steenwijk, gehuurd door [bedrijf 4] (verder te noemen [bedrijf 4]) van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] voor een bedrag van in totaal EUR 1.360.450,00 (excl. BTW);
derhalve tot de afgifte van enig goed en tot het aangaan van een schuld en het teniet doen van een inschuld;
immers hebbende [medeverdachte 1] en zijn medeverdachten:
A. heimelijk onverenigbare functies vervuld door als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] (indirect) aandeelhouder te zijn van en belanghebbende te zijn bij [bedrijf 4] en haar dochterondernemingen;
B. de Raad van Commissarissen (hierna "RvC") van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] en de aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] niet geïnformeerd over het belang dat hij en zijn medeverdachten hadden bij [bedrijf 4] en haar dochtervennootschappen;
C. heimelijk en zonder toestemming van de RvC van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] en zonder toestemming van de aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] en door tussenkomst van de besloten vennootschappen [verdacht bedrijf 1] en [verdacht bedrijf 2] en door tussenkomst van [medeverdachte 2] en [naam 1] en [medeverdachte 3], een belang verkregen in [bedrijf 4] en haar dochtervennootschappen [bedrijf 5] (hierna "[bedrijf 5]") en [bedrijf 6] (hierna "[bedrijf 6]") en [bedrijf 7] (hierna "[bedrijf 7]");
F. er voor zorggedragen dat [medeverdachte 3] in de periode van 26 juni 2008 tot 2 december 2009 de aandelen van [bedrijf 4], die daarvoor (indirect) gehouden werden door verdachte en zijn medeverdachten, heeft gehouden;
I. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] opdracht en goedkeuring en toestemming en medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] verstrekken van leningen aan [bedrijf 4] en haar dochtervennootschappen;
J. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] opdracht en goedkeuring en toestemming en medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] aangaan van sale- and leasebackovereenkomsten met [bedrijf 4] en haar dochtervennootschappen;
K. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] opdracht en goedkeuring en toestemming en medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] betalen voor investeringen aan [bedrijf 4] en haar andere dochtervennootschappen;
L. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] opdracht en goedkeuring en toestemming en medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] kwijtschelden van huur verschuldigd door [bedrijf 4] en haar dochtervennootschappen;
M. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] opdracht en goedkeuring en toestemming en medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] doen van betalingen aan [bedrijf 4] en haar dochtervennootschappen;
Q. niet in de jaarrekeningen van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] over 2007, 2008, 2009 en 2010 vermeld en/of laten vermelden dat er sprake was van [bedrijf 4] als verbonden partij;
S. door [bedrijf 9] en/of de heer mr. ing. [naam 2] een brief laten opstellen om aanvullende financiering van EUR 4.500.000,00 door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] aan [bedrijf 4] mogelijk te maken en in deze brief niet te laten vermelden dat de financiering deels gebruikt zou gaan worden voor inkoop van eigen aandelen door [bedrijf 4];
T. de hiervoor vermelde brief met een onjuiste datum op laten maken;
U. voor de RvC van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] en de aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] verhuld dat één of meerdere door [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] aan [bedrijf 4] verstrekte leningen door [bedrijf 4] aangewend zullen worden voor de inkoop van eigen aandelen;
bij en tot het plegen van welk misdrijf verdachte toen aldaar opzettelijk behulpzaam is geweest en opzettelijk gelegenheid heeft verschaft, door het gedeeltelijk bezitten van de aandelen van de besloten vennootschap [verdacht bedrijf 1] en hiermee verhullen dat [medeverdachte 1] feitelijk aandeelhouder was;
2.
hij op 20 december 2007 in de gemeente Groningen,
een aandeelhoudersovereenkomst van [bedrijf 4],
zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen,
valselijk heeft opgemaakt, immers hebbende verdachte valselijk en in strijd met de waarheid/werkelijkheid,
in deze aandeelhoudersovereenkomst onder meer opgenomen of doen laten opnemen dat "Partijen hebben de intentie om samen de volgende activiteiten te ontplooien: Versterking van het electriciteitsnet in Steenwijk. het ondersteunen van duurzame ontwikkeling" (blz. 1 v 9) en "Partijen zullen ernaar streven dat te allen tijde de belangen van de financiers zijnde [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] en eventuele andere financiers op een correcte wijze worden behartigd" (blz. 1 v 9) zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. medeplichtigheid aan de voortgezette handeling van oplichting;
2. valsheid in geschrift.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor algehele vrijspraak van verdachte.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Tussen 2007 en 2011 is het energiebedrijf [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] , eigendom van een negental gemeentes in Drenthe en Overijssel, het slachtoffer geworden van een buitengewoon ernstige vorm van fraude, gepleegd door twee voormalige directeuren, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5]. Zij hebben het vanuit hun functie mogelijk gemaakt dat [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] vanaf 20 december 2007 ruim € 30 miljoen aan gemeenschapsgeld heeft geïnvesteerd in [bedrijf 4] BV, opgericht voor de bouw en exploitatie van een warmtekracht- en torrefactiecentrale in Steenwijk, terwijl zij al die jaren voor [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] verborgen hebben gehouden dat zij zelf een (financieel) belang in deze onderneming hadden. Beiden wisten dat [verzamelnaam bedrijf 1, 2 en 3] dat geld nooit zou hebben verstrekt als zij van deze vorm van belangenverstrengeling had afgeweten.
[verdachte] heeft aan deze fraude een bijdrage geleverd, door als stroman op te treden voor [medeverdachte 1] en de aandelen [bedrijf 4] op naam van het bedrijf waar hij directeur van was, [verdacht bedrijf 1], te zetten, waarmee hij heeft helpen verhullen dat [medeverdachte 1] degene was die als aandeelhouder zou optreden. Deze verhulling heeft hij verder kracht bijgezet door het tekenen van een aandeelhoudersovereenkomst waarin een aantal valse passages opgenomen waren.
Meewerken aan een fraude van deze aard en omvang rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank zal daarbij rekening houden met de persoonlijke omstandigheden van [verdachte] en met het feit dat hij nooit eerder is veroordeeld.
Hoewel er geruime tijd is verstreken tussen de aanhouding van [verdachte] en zijn uiteindelijke berechting, is er naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van een overschrijding van de redelijke termijn die tot strafvermindering aanleiding zou moeten geven. Het gaat om een buitengewoon omvangrijk en complex strafrechtelijk onderzoek waarbij onontkoombaar was dat de FIOD en het openbaar ministerie daar veel tijd in hebben moeten steken, overigens niet geholpen door het feit dat een aantal verdachten, zoals [verdachte], aan dat onderzoek geen medewerking hebben willen verlenen. Ook met het onderzoek dat de rechter-commissaris later in opdracht van de rechtbank en op verzoek van de verdediging heeft verricht, en met de deskundigenonderzoeken die eveneens (mede) op verzoek van de verdediging hebben plaatsgevonden, is veel tijd gemoeid geweest. Van een langere periode van inactiviteit door de justitiële autoriteiten, waarop de rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en die van de Hoge Raad in dit verband ziet, is in al die tijd geen sprake geweest.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 48, 56, 57, 225 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte 1 primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van drie (3) maanden.

Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. van Bruggen, voorzitter, mr. C.M.M. Oostdam en
mr. W.S. Sikkema, rechters, bijgestaan door mr. P.T.M. van der Lelie, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 6 februari 2018.
Mr. Oostdam en de griffier zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.D-009
2.D-096
3.D-011
4.D-022
5.D-071, D-56, D-57
6.D-181 t/m D-186(a)
7.bijvoorbeeld de e-mail van 13 juni 2008, D-295; de e-mail van 18 juni 2008, D-244; de e-mails van 16 mei 2009, 17 juni 2009 en 31 augustus 2009, D-297 t/m -300; de e-mail van 27 september 2009, D-301; de e-mail van 15 oktober 2009, D-397; de e-mails van 3 en 5 november 2009, D-232
8.D-241
9.De handtekening en de parafen op het stappenplan (D-406) tonen sterke gelijkenis met de handtekeningen en parafen die verdachte [verdachte] tijdens zijn verhoren heeft geplaatst (V-11)