Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
.
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Algemene overwegingenDe tenlasteleggingen in deze strafzaak zijn een uitvloeisel van het door de Belastingdienst uitgevoerde boekenonderzoek bij [naam BV 1] (hierna [naam BV 1] ) en het vervolgens door de FIOD uitgevoerde strafrechtelijk onderzoek Zebra. Uit dat onderzoek blijken de volgende, voor de beoordeling van deze zaak relevante, feiten en omstandigheden.
Op 26 juni 2008 koopt [naam BV 1] de aandelen [huurder] van [medeverdachte 11] voor € 5.000 [15] waarbij de koopsom door [naam BV 1] schuldig wordt gebleven. Vervolgens verkoopt [naam BV 1] op 26 juni 2008 haar aandelenpakket [huurder] van 20%, de gekochte aandelen van [medeverdachte 11] (20%) en de voor [medeverdachte 1] gehouden aandelen [huurder] (20%), met een bedongen terugkoopoptie, aan [medeverdachte 3] (hierna [medeverdachte 3] [16] , een kennis van [medeverdachte 6] . Op 2 december 2009 koopt [naam BV 1] het pakket van 60% van de aandelen [huurder] weer terug van [medeverdachte 3] voor een bedrag van € 15.000 [17] .
Op 22 december 2009 koopt [huurder] de aandelen in [huurder] van [naam BV 1] (40%) en [naam BV 2] (20%) in voor een totale koopsom van € 8,1 miljoen, waarvan € 5,4 miljoen bestemd is voor [naam BV 1] en € 2,7 miljoen voor [naam BV 2] [22] . Daarbij wordt overeengekomen dat op de verkoopdatum een eerste betaling zal plaatsvinden van € 1 miljoen aan [naam BV 1] [23] en € 0,5 miljoen aan [naam BV 2] [24] , hetgeen op 23 december 2009 ook daadwerkelijk gebeurt, en dat het resterende door [huurder] verschuldigde bedrag wordt omgezet in een tweetal leningen tegen 7% rente. Ter aflossing van deze leningen wordt door [huurder] op 29 juni 2010 een bedrag van € 1 miljoen aan [naam BV 1] [25] betaald en een bedrag van € 0,5 miljoen aan [naam BV 2] [26] . Partijen komen tevens overeen dat de levering van de aandelen zal plaatsvinden op het moment van de laatste betaling.
- tweede overeenkomst van achtergestelde geldlening tussen [naam bedrijf 1] en [naam BV 3] ten bedrage van 3 miljoen euro d.d. 21 december 2007 [30] ; van deze lening is 1,5 miljoen euro op 27 december 2007 en 1,5 miljoen euro op 11 september 2008 door [bedrijf] betaald aan [naam BV 3] [31] ;
- een addendum d.d. 2 juni 2008 op de eerste overeenkomst van achtergestelde geldlening tussen [naam bedrijf 1] en [dochteronderneming] waarbij het geleende bedrag is verhoogd met 3 miljoen euro [32] ; dit bedrag is op 5 september 2008 door [bedrijf] betaald aan [dochteronderneming] [33] ;
- een addendum d.d. 2 juni 2008 op de tweede overeenkomst van achtergestelde geldlening tussen [naam bedrijf 1] en [naam BV 3] waarbij het geleende bedrag is verhoogd met 3 miljoen euro [34] ; dit bedrag is op 11 september 2008 door [bedrijf] betaald aan [naam BV 3] [35] ;
- derde overeenkomst van achtergestelde geldlening tussen [naam bedrijf 1] en [naam BV 3] ten bedrage van 2 miljoen euro d.d. 3 oktober 2008 [36] ; dit bedrag is op 30 oktober 2009 door [bedrijf] betaald aan [naam BV 3] [37] ;
- een brief/offerte d.d. 18 juni 2010 van [medeverdachte 6] namens [bedrijf] aan [dochteronderneming] , ter attentie van [medeverdachte 7] , waarin een extra lening van 4,5 miljoen aan [dochteronderneming] wordt toegezegd [40] ; van dit bedrag is € 3.010.845,37 op 25 juni 2010 door [bedrijf] betaald aan [dochteronderneming] [41] ; het restant van de lening is verrekend met facturen van [bedrijf] ;
- tweede sale and leaseback transactie d.d. 30 december 2010 waarbij [bedrijf] voor € 2.250.496 (exclusief € 427.594,24 aan omzetbelasting) activa zoals vermeld op D-508 koopt van [huurder] [44] en deze gekochte activa aan [huurder] verhuurt [45] ;
- derde sale and leaseback transactie d.d. 22 september 2011 waarbij [bedrijf] een koopsom van 3,7 miljoen euro (exclusief € 703.000 aan omzetbelasting) dient te voldoen voor investeringen die [huurder] heeft gedaan in onroerende zaken [46] ; van de koopsom wordt 1,7 miljoen euro verrekend met vorderingen die [bedrijf] op [huurder] heeft en wordt het restant van het bedrag overgemaakt aan [huurder] en [naam bedrijf] [47] ; op 22 september 2011 wordt tevens een nieuwe huurovereenkomst gesloten tussen [bedrijf] en [huurder] betreffende de verhuur van alle roerende zaken die [bedrijf] van [huurder] verworven heeft en waarbij partijen overeen komen dat [bedrijf] geen huur over de jaren 2011 en 2012 in rekening zal brengen bij [huurder] [48] .
Oplichting van [bedrijf]
Eerste fase: de oprichting van [huurder]Rol van [medeverdachte 6] en [verdachte]
Tweede fase: overdracht van de aandelen aan [medeverdachte 3]
Derde fase: inkoop door [huurder] van haar eigen aandelenAanloop
een overzicht van de te betalen bedragen per bankrekeningnummer”. Hierop wordt door [medeverdachte 6] op dezelfde dag gereageerd onder verwijzing naar een bijgevoegd bestand, door hem aangeduid als het “
spoorboekje voor de betalingen naar [naam BV 1] en [naam BV 2]”. Tevens wijst [medeverdachte 6] er in deze mail op dat [huurder] is gehouden om voor 1 juli 2010 uitbetalingen te doen aan [naam BV 1] en [naam BV 2] [82] .
1. [bedrijf] geeft een extra lening van 4,5 miljoen; deze wordt gebruikt voor:
Vierde fase: de overname van [huurder] door [naam BV 6]
They[blijkens de aanhef van de mail, “
Former shareholders”, wordt hiermee gedoeld op [medeverdachte 6] en [verdachte] – rechtbank]
declined and made a counterproposal, which is, and I made it clear to him, out of the question: they suggested a payment of 3 million up front instead of the 1 million. [bedrijf] will pay 1 million of this in the form of an addtional loan to [huurder] .” Ook in deze e-mail wordt een verband gelegd tussen de uitbetaling van [naam BV 1] en [naam BV 2] en het (daaraan voorafgaand) verstrekken van geld door [bedrijf] aan [huurder] . In ieder geval maakt de inhoud van deze e-mail duidelijk dat [medeverdachte 6] in deze fase zowel namens [bedrijf] als namens zichzelf met [naam BV 6] onderhandelde over de overname van [huurder] , waarbij bepaald niet blijkt dat hij de belangen van [bedrijf] voor die van hemzelf liet gaan [93] .
Resumé
Rol van [naam BV 1] en [naam BV 2] bij de oplichting van [bedrijf]
Vertaling naar de tenlastelegging onder feit 1
- de onderdelen A, B, C, F en Q zien op het verhullen van het belang van [medeverdachte 6] en [verdachte] in [huurder] , zoals hierboven beschreven;
- de onderdelen I, J, K, L en M zien op de verschillende vormen van geldverstrekking (hetzij rechtstreeks, hetzij in het kader van een sale en lease back transactie of het kwijtschelden van eerder aangegane verplichtingen) van [bedrijf] aan [huurder] en haar dochters in de tenlastegelegde periode, waarvan, zoals eerder door de rechtbank overwogen, buiten redelijke twijfel vaststaat dat [bedrijf] die niet zou hebben verricht als zij van de werkelijke situatie op de hoogte was geweest;
- onderdeel U ziet op het verhullen dat een aantal verstrekte leningen in werkelijkheid gebruikt werden voor de betalingen aan [naam BV 1] en [naam BV 2] , zoals hierboven beschreven;
- de onderdelen S en T zien specifiek op het verhullen van het werkelijke doel van de hierboven besproken lening van € 4,5 miljoen aan [dochteronderneming] .
- niet wettig en overtuigend bewezen kunnen worden (onderdelen G en H), waarbij de rechtbank opmerkt dat zij in de strafzaak tegen [medeverdachte 6] bij feit 3 op onderdeel G nog nader terug zal komen;
- op zichzelf wel bewijsbaar zijn, maar niet of onvoldoende kan worden vastgesteld dat zij zijn verricht met het doel om [bedrijf] te misleiden (D, E, N, O, P, R, V, W en X).
Fraude in de jaarrekeningen
Valsheid in geschrift ten aanzien van de Letters of Representation
Valsheid in geschrift ten aanzien van de intentieverklaring
Overwegende dat:
[verdachte] werkzaam is als (niet statutair) directeur bij een energiebedrijf;
dit energiebedrijf als netbeheerder gezien de huidige wet- en regelgeving geen activiteiten mag verrichten die te maken hebben met de productie en/of levering van energie;
[verdachte] soms in contact komt met bedrijven die van zijn kennis en kunde gebruik wensen te maken en waarbij zijn werkgever gezien de wettelijke netbeheerstaken geen partij mag zijn;
partijen hiervoor een nieuwe vennootschap wensen op te richten om zodoende een aan [verdachte] aangeboden aandelenoptie van een energieproducerend bedrijf als eerste in onder te brengen(in de tenlastelegging aangeduid als het 9e gedachtestreepje)
[…]
[verdachte] belang heeft om gezien zijn werknemerspositie bij een energiebedrijf en conform de afspraken met zijn directie, dit low profile op te zetten en zo veel mogelijk “uit zicht” wil blijven voor onder meer zijn collega’s, temeer om verkeerde interpretaties van mensen die de achtergrond niet kennen te voorkomen […]
[verdachte] wil zorgdragen dat de activiteiten onafhankelijk van zijn werknemerschap worden uitgevoerd en dat [medeverdachte 5] mogelijke belangentegenstellingen beoordeelt, zodat elke schijn van belangenverstrengeling zoveel mogelijk wordt voorkomen; (in de tenlastelegging aangeduid als het 12e gedachtestreepje)
de zakelijke integriteit voor partijen erg belangrijk is gezien de goede reputatie van partijen bij collega’s, belastingdienst, bedrijfsleven, banken en afnemers;(in de tenlastelegging aangeduid als het 13e gedachtestreepje)
[medeverdachte 5] aangeeft dit graag voor [verdachte] als broer te willen doen en leuk vindt als klankbord te fungeren en op deze wijze verder zakelijke ideeën te kunnen bespreken.(in de tenlastelegging aangeduid als het 14e gedachtestreepje).
WitwassenUit een rekeningafschrift op naam van [naam BV 2] BV van 10 juli 2012blijkt dat op die dag een bedrag van € 750.000,-- op de rekening van [naam BV 2] is overgeboekt vanaf een rekening op naam van [naam BV 6] Vervolgens heeft [verdachte] een deel van dit bedrag,€ 370.000--,, op dezelfde dag doorgeboektnaar een rekening op naam van zijn vriendin [medeverdachte 10] .
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
4. subsidiair medeplegen van witwassen.