ECLI:NL:RBNNE:2018:3861
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- E.C.M. Wolfert
- M.A.A. van Capelle
- M. van der Veen
- Rechtspraak.nl
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid en schennis van de eerbaarheid door een minderjarige op een niet openbare plaats
Op 27 september 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2002, die zich schuldig heeft gemaakt aan feitelijke aanranding van de eerbaarheid en schennis van de eerbaarheid. De verdachte heeft op of omstreeks 20 januari 2016, in een woning te Ruinen, de partner van zijn vader vastgepakt, zijn mond op haar gedrukt en zijn hand op haar borst geplaatst. Vervolgens heeft hij zijn broek laten zakken en zijn erecte penis aan haar getoond. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 20 uren met een proeftijd van twee jaren, en heeft daarbij algemene en bijzondere voorwaarden opgelegd. De rechtbank overweegt dat de veroordeling niet mag leiden tot een weigering van een verklaring omtrent gedrag, omdat dit strijdig zou zijn met artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en artikel 3 van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefster als geloofwaardig en betrouwbaar beoordeeld, ondanks de verdediging die pleitte voor vrijspraak. De rechtbank heeft rekening gehouden met de jeugdigheid van de verdachte en de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd, en heeft besloten tot een voorwaardelijke straf om de ontwikkeling van de verdachte niet te belemmeren.