5.2Bij brief van 19 augustus 2017 heeft eiser gereageerd op de brieven van verweerder. Hierbij heeft eiser aangegeven dat hij de eerste brief niet heeft ontvangen doordat zijn huisbaas zijn post weggooide omdat hij een huurachterstand had. Daarnaast heeft eiser aangegeven dat zijn uitkering is gestopt en dat het lang heeft geduurd voordat zijn postadres bij [de opvanglocatie] werd verwerkt.
6. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard. Hiertoe heeft verweerder overwogen dat eiser te laat bezwaar heeft gemaakt tegen het primaire besluit. Daarnaast heeft verweerder overwogen dat eiser als reden voor het te laat maken van bezwaar heeft gegeven dat hij de eerste brief niet heeft ontvangen omdat zijn huisbaas de post van eiser weggooit. Deze reden is voor verweerder geen aanleiding om het bezwaar alsnog inhoudelijk te behandelen.
Beoordeling van het geschil
7. Eiser betoogt dat sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. Hiertoe heeft eiser aangegeven dat hij zijn huis uit is gezet wegens een huurachterstand. Eiser heeft door deze onfortuinlijke omstandigheden niet tijdig een postadres kunnen krijgen. Daarnaast is rond deze periode de post voor eiser niet aan hem ter hand gesteld, maar weggegooid. Eiser heeft derhalve de post van verweerder niet ontvangen en hierdoor was hij te laat met het indienen van het bezwaarschrift. Ten slotte geeft eiser aan dat hij recht heeft op huurtoeslag omdat hij beschikt over een eigen keuken, douche en WC, alsmede een eigen voordeur.
8. Verweerder geeft in het verweerschrift aan dat, in afwijking van artikel 2.14, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), vanaf het berekeningsjaar 2012 de voorschotbeschikkingen en beschikkingen inzake de toekenning van een tegemoetkoming, die na 20 november 2015 worden gegeven, elektronisch bekend worden gemaakt via de berichtenbox van MijnOverheid. Vervolgens geeft verweerder aan dat als tijdstip van verzending op grond van artikel 2.17, eerste lid, van de Awb het tijdstip geldt waarop de beschikking in de berichtenbox is geplaatst. De elektronische verzending van beschikkingen wordt vastgelegd in het systeem Belastingdienstbrede Berichten Administratie en het Berichtenbox Leveranciersportaal. Het primaire besluit is uiterlijk op 10 februari 2017 in de berichtenbox geplaatst. Gelet hierop is de termijn voor het instellen van bezwaar, aldus verweerder, op 11 februari 2017 aangevangen en had eiser tot 24 maart 2017 om bezwaar te maken. Het bezwaarschrift met dagtekening van 5 april 2017 is, aldus verweerder, derhalve niet tijdig ingediend. Nu eiser de beschikking niet per post heeft ontvangen is de door eiser aangedragen reden voor het te laat indienen van het bezwaar ook geen verschoonbare reden voor de termijnoverschrijding. Ten slotte geeft verweerder nog een korte inhoudelijke reactie. Hierbij geeft verweerder aan dat eiser geen bewijsstukken heeft overgelegd waarmee hij heeft aangetoond dat hij wel een zelfstandige woning bewoonde. Hierbij geeft verweerder aan dat uit de wettelijke bepalingen blijkt dat degene die huurtoeslag ontvangt moet kunnen aantonen dat hij kosten voor het huren van de woning heeft gemaakt en wat de hoogte van deze kosten is. Gelet op de stelling van eiser dat hij uit de woning is gezet omdat hij de huur niet betaalde is, aldus verweerder, niet duidelijk of eiser bovengenoemde kosten in 2016 wel heeft gemaakt.
9. Naar aanleiding van vragen van de rechtbank heeft eiser in zijn schrijven van 18 juni 2018 een verklaring van de oude huurbaas overgelegd. Hieruit blijkt, aldus eiser, dat hij vanaf 14 augustus 2016 tot 1 mei 2017 een woning huurde aan de Nieuwesteeg 12 te Leeuwarden, maar dat de huurovereenkomst is beëindigd, omdat hij vanaf februari 2017 geen inkomsten meer had en een huurachterstand opliep.