In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 20 september 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die gedurende een periode van negen maanden amfetamine (speed) heeft verkocht en afgeleverd. De verdachte is geen grootschalige of professionele dealer, maar had samen met zijn vriendin bijna een halve kilo amfetamine in zijn bezit. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan het telen van 20 hennepplanten, waarvan nog niet eerder was geoogst. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De rechtbank heeft daarbij bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling, en een verbod op het gebruik van drugs en alcohol met middelencontrole. Een kortdurende klinische opname is niet als bijzondere voorwaarde gelast, omdat deze vrijheidsbeneming enkel door de rechter kan worden opgelegd.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) en het reclasseringsadvies. De verdachte heeft eerder soortgelijke feiten gepleegd en is gemotiveerd om af te zien van harddrugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de bewezenverklaarde feiten heeft gepleegd en heeft hem vrijgesproken van het meer of anders ten laste gelegde. De rechtbank heeft de in beslag genomen geldbedragen van € 1.535,00 en € 1.290,00 verbeurd verklaard, terwijl de in beslag genomen mobiele telefoon aan de verdachte is teruggegeven, omdat deze niet is gebruikt voor strafbare feiten.