Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij
1. [slachtoffer 1] , tot een bedrag van € 5.972,34 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
2. [benadeelde partij 5] , tot een bedrag van € 440,49 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
3. [benadeelde partij 2] , tot een bedrag van € 3.334,76 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
Vordering na voorwaardelijke veroordeling
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van ACHT MAANDEN.
een gedeelte, groot vier maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Ten aanzien van 18/730103-18, feit 1:
[slachtoffer 1]toe tot na te noemen bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van €
4.230,78(zegge: vierduizend tweehonderddertig euro en achtenzeventig cent), in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Ten aanzien van 18/730103-18, feit 3:
[benadeelde partij 5]toe tot na te noemen bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 182,22(zegge: honderd tweeëntachtig euro en tweeëntwintig cent), in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Ten aanzien van 18/730103-18, feit 4:
[benadeelde partij 2]toe tot na te noemen bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 2.756,00(zegge: tweeduizend zevenhonderdzesenvijftig euro), in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.