ECLI:NL:RBNNE:2018:371

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
6 februari 2018
Publicatiedatum
6 februari 2018
Zaaknummer
19/996510-12
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Fraude en valsheid in geschrift in de context van een schijnconstructie rondom een energiebedrijf

Op 6 februari 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een schijnconstructie rondom het energiebedrijf [verzamelnaam bedrijf]. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wist dat hij meewerkte aan een schijnconstructie door als bestuurder op te treden van een vennootschap die door zijn broer was opgericht om aandelen in [bedrijf 4] op naam te nemen. De rechtbank kon echter niet vaststellen dat de verdachte opzet had om [verzamelnaam bedrijf] op te lichten, waardoor hij werd vrijgesproken van dat deel van de aanklacht. Wel werd bewezen dat hij zich schuldig had gemaakt aan valsheid in geschrift door het ondertekenen van een verklaring die de schijnconstructie verhulde. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden op.

De zaak kwam voort uit een onderzoek naar fraude binnen [verzamelnaam bedrijf], waarbij de verdachte en zijn medeverdachten betrokken waren. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet voldoende op de hoogte was van de oplichtingspraktijken, maar dat hij wel een rol had gespeeld in de valsheid in geschrift. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de beperkte rol van de verdachte in de fraude, wat leidde tot de voorwaardelijke straf.

De uitspraak benadrukt de noodzaak van transparantie en integriteit in bedrijfsstructuren, vooral in de context van publieke belangen en investeringen. De rechtbank heeft de zaak behandeld met inachtneming van de relevante wetgeving en de omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 19/996510-12
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, Noordelijke Fraudekamer, d.d. 6 februari 2018 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1967 te [geboorteplaats] ,
wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 15 april 2016, 4 december 2017, 5 december 2017, 12 december 2017 en 14 december 2017.
Verdachte is niet verschenen op de zittingen van 15 april 2016 en 5 december 2017; wel is toen telkens verschenen mr. R.P. Snorn, advocaat te Heerenveen, die verklaard heeft uitdrukkelijk tot de verdediging te zijn gemachtigd.
Verdachte is op de overig genoemde zittingen verschenen, bijgestaan door mr. Snorn voornoemd. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. E.L. Edens.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij, op één of meer momenten in of omstreeks de periode van 20 december 2007 tot en met 22 september 2011, in de gemeente Hoogeveen en/of Meppel en/of Steenwijk, althans elders in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door:
het aannemen van een valse naam of valse hoedanigheid en/of listige kunstgrepen en/of een samenweefsel van verdichtsels,
[bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] , en/of [bedrijf 3] en/of hun (andere) dochtervennootschappen (hierna gezamenlijk alsook individueel aangeduid met " [verzamelnaam bedrijf] ") heeft bewogen tot:
- ( AH-059) het verstrekken van één of meer lening(en) en/of achtergestelde lening(en) en/of het betalen van geldbedragen in het kader van één of meer lening(en) en/of achtergestelde lening(en), tot een totaal bedrag van circa EUR 20.300.000,00 althans een groot bedrag;
- ( AH-063) het aangaan van één of meer sale- and leasebacktransactie(s), althans het betalen van geldbedragen in het kader van één of meer sale- and leasebacktransactie(s); voor een totaal bedrag van circa EUR 15.411.090,20 (EUR 8.330.000,00 + EUR 2.678.090,20 + EUR 4.403.000,00) (incl. BTW), althans voor een groot bedrag;
- ( AH-063, D-127 en D-579) het op of omstreeks 22 september 2011 kwijtschelden door [verzamelnaam bedrijf] van de huur over de jaren 2011 en 2012 voor (een) perce(e)l(en) industrieterrein gelegen aan de [straatnaam] en [straatnaam] te Steenwijk, gehuurd door [bedrijf 4] (verder te noemen [bedrijf 4] ) van [verzamelnaam bedrijf] voor een bedrag van in totaal EUR 1.360.450,00 (excl. BTW) (zie pag 1957), althans voor een groot bedrag, althans tot de afgifte van het huurgenot over (een deel van) het jaar 2011 en 2012 van (een) perce(e)l(en)
industrieterrein gelegen aan de [straatnaam] en [straatnaam] te Steenwijk,
derhalve tot de afgifte van enig goed en/of tot het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld;
immers hebbende verdachte en/of zijn medeverdachte(n):
A. heimelijk onverenigbare functies vervuld door als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf] (indirect) aandeelhouder te zijn van en/of belanghebbende te zijn bij [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
B. de Raad van Commissarissen (hierna "RvC") van [verzamelnaam bedrijf] en/of de aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf] niet geïnformeerd over het belang dat hij en/of zijn medeverdachte(n) had(den) bij [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
C. heimelijk en zonder toestemming van de RvC van [verzamelnaam bedrijf] en/of zonder toestemming van de aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf] , door tussenkomst van de besloten vennootschap(pen) [verdacht bedrijf 1] en/of [verdacht bedrijf 2] en/of door tussenkomst van [medeverdachte 1] en/of [naam 1] en/of [medeverdachte 2] , een belang verkregen in [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschap(pen) [bedrijf 7] (hierna " [bedrijf 7] ") en/of [bedrijf 8] (hierna " [bedrijf 8] ") en/of [bedrijf 9] (hierna " [bedrijf 9] "), en/of [bedrijf 10] ;
D. voor het publiek verhuld (groot)aandeelhouder en belanghebbende te zijn van/bij [verdacht bedrijf 1] en/of van/bij [verdacht bedrijf 2] door hiervan 99,95% en/of 99% in plaats van 100% van de aandelen in bezit te hebben en op die wijze te voorkomen dat in de openbare registers voor derden kenbaar zou zijn dat verdachte en/of zijn medeverdachte(n) een belang hebben in [verdacht bedrijf 1] en/of [verdacht bedrijf 2] en/of [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschap(pen);
E. [medeverdachte 3] als bestuurder van [verdacht bedrijf 1] en/of verdachte als bestuurder van [verdacht bedrijf 2] aangesteld om op die wijze te voorkomen dat in de openbare registers voor derden kenbaar zou zijn dat [medeverdachte 4] een belang heeft in [verdacht bedrijf 1] en/of dat [medeverdachte 5] een belang heeft in [verdacht bedrijf 2] ;
F. er voor zorggedragen dat [medeverdachte 2] in de periode van 26 juni 2008 tot 2 december 2009 de aandelen van [bedrijf 4] , die daarvoor (indirect) gehouden werden door verdachte en/of zijn medeverdachte(n), heeft gehouden;
G. de statuten van [verzamelnaam bedrijf] in afwijking van de door de Algemene vergadering van
Aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf] d.d. 16 juli 2007 goedgekeurde statutenwijziging laten wijzigen, waardoor verdachte en/of zijn medeverdachten zelfstandig bevoegd werd(en) [verzamelnaam bedrijf] grotere (financiële) verplichtingen aan te laten gaan (D-122 & D-260);
H. de RvC van [verzamelnaam bedrijf] niet (volledig) geïnformeerd over nadere met [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen gesloten (achtergestelde) leningen en/of over de totale omvang van de vorderingen van [verzamelnaam bedrijf] op [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
I. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf] opdracht en/of goedkeuring en/of toestemming en/of medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf] verstrekken van leningen aan [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
J. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf] opdracht en/of goedkeuring en/of toestemming en/of medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf] aangaan van sale- and leasebackovereenkomsten met [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
K. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf] opdracht en/of goedkeuring en/of toestemming en/of medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf] betalen voor investeringen aan [bedrijf 4] en/of haar andere dochtervennootschap(pen) en/of [bedrijf 10] ;
L. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf] opdracht en/of goedkeuring en/of toestemming en/of medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf] kwijtschelden van huur verschuldigd door [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
M. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf] opdracht en/of goedkeuring en/of toestemming en/of
medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf] doen van betalingen aan [bedrijf 4] en/of haar
dochtervennootschappen;
N. heimelijk gecommuniceerd door voor e-mailcommunicatie tussen [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of [naam 1] en/of [medeverdachte 5] aangaande [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschap(pen) privé e-mailadressen te gebruiken;
O. in het Jaarverslag 2007 van [verzamelnaam bedrijf] (D-454) vermeld of laten vermelden dat:
"(...) Daarom heeft de Raad van Commissarissen en de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf] er mee ingestemd, om actief een partij te gaan zoeken buiten de [verzamelnaam bedrijf] organisatie, die stroom gaat produceren binnen dit [verzamelnaam bedrijf] netgebied. [verzamelnaam bedrijf] wenst, rekening houdend met de eisen uit de Wet Onafhankelijk Netbeheer, zelf geen elektriciteitsproducent te worden. De nieuwe partij moet zorg dragen voor extra noodstroomproductie ter plaatse (...)"
P. niet in de jaarrekening(en) en/of het (de) jaarverslag(en) over 2007, 2008, 2009 en 2010 van [verzamelnaam bedrijf] vermeld en/of laten vermelden aan wie [verzamelnaam bedrijf] (achtergestelde) leningen had verstrekt en/of dat [verzamelnaam bedrijf] aan [bedrijf 4] en/of [bedrijf 8] en/of [bedrijf 7] geld had geleend;
Q. niet in de jaarrekening(en) en/of het (de) jaarverslag(en) van [verzamelnaam bedrijf] over 2007, 2008, 2009 en 2010 vermeld en/of laten vermelden dat er sprake was van [bedrijf 4] en/of [bedrijf 8] en/of [bedrijf 7] als verbonden partijen;
R. de namen van " [verdacht bedrijf 2] " en/of " [verdacht bedrijf 1] " en/of " [verzamelnaam bedrijf] " uit de concept-jaarrekening en/of het concept-jaarverslag van [bedrijf 4] over 2009 laten verwijderen(D-309);
S. door [bedrijf 11] (hierna " [bedrijf 11] ") en/of de heer mr. ing. [naam 2] een brief (D-779) laten opstellen om aanvullende financiering van EUR 4.500.000,00 door [verzamelnaam bedrijf] aan [bedrijf 4] mogelijk te maken en/of in deze brief niet te laten vermelden dat de financiering (deels) gebruikt zou gaan worden voor inkoop van eigen aandelen door [bedrijf 4] (D-779);
T. de hiervoor vermelde brief met een onjuiste datum opgemaakt en/of op laten maken (D-812 en D-813);
U. voor de RvC van [verzamelnaam bedrijf] en/of de aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf] verhuld dat één of meerdere door [verzamelnaam bedrijf] aan [bedrijf 4] verstrekte leningen door [bedrijf 4] aangewend zullen worden voor de inkoop van eigen aandelen;
V. de concept "Notulen bespreking kwartaalrapportage 1e kwartaal 2010" aangepast om de verhaalspositie van [verzamelnaam bedrijf] ten aanzien van [bedrijf 4] gunstiger voor te doen laten komen (D-831 en D-832);
W. de voortgangsrapportage d.d. 20 augustus 2009 (D-064) door [bedrijf 11] ten behoeve van de sale-and-lease-back transactie voor onroerend goed op laten maken;
X. de inbreng van [bedrijf 10] in [bedrijf 4] bevorderd;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
[medeverdachte 5] en/of zijn medeverdachte(n), op één of meer momenten in of omstreeks de periode van 20 december 2007 tot en met 22 september 2011, in de gemeente Hoogeveen en/of Meppel en/of Steenwijk, althans elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door:
het aannemen van een valse naam of valse hoedanigheid en/of listige kunstgrepen en/of een samenweefsel van verdichtsels,
[bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] , en/of [bedrijf 3] en/of hun (andere) dochtervennootschappen (hierna gezamenlijk alsook individueel aangeduid met " [verzamelnaam bedrijf] ") heeft bewogen tot:
- ( AH-059) het verstrekken van één of meer lening(en) en/of achtergestelde lening(en) en/of het betalen van geldbedragen in het kader van één of meer lening(en) en/of achtergestelde lening(en), tot een totaal bedrag van circa EUR 20.300.000,00 althans een groot bedrag;
- ( AH-063) het aangaan van één of meer sale- and leasebacktransactie(s), althans het betalen van geldbedragen in het kader van één of meer sale- and leasebacktransactie(s); voor een totaal bedrag van circa EUR 15.411.090,20 (EUR 8.330.000,00 + EUR 2.678.090,20 + EUR 4.403.000,00) (incl. BTW), althans voor een groot bedrag;
- ( AH-063, D-127 en D-579) het op of omstreeks 22 september 2011 kwijtschelden door [verzamelnaam bedrijf] van de huur over de jaren 2011 en 2012 voor (een) perce(e)l(en) industrieterrein gelegen aan de [straatnaam] en [straatnaam] te Steenwijk, gehuurd door [bedrijf 4] (verder te noemen [bedrijf 4] ) van [verzamelnaam bedrijf] voor een bedrag van in totaal EUR 1.360.450,00 (excl. BTW) (zie pag 1957), althans voor een groot bedrag, althans tot de afgifte van het huurgenot over (een deel van) het jaar 2011 en 2012 van (een) perce(e)l(en)
industrieterrein gelegen aan de [straatnaam] en [straatnaam] te Steenwijk,
derhalve tot de afgifte van enig goed en/of tot het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld;
immers hebbende [medeverdachte 5] en/of zijn medeverdachte(n):
A. heimelijk onverenigbare functies vervuld door als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf] (indirect) aandeelhouder te zijn van en/of belanghebbende te zijn bij [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
B. de Raad van Commissarissen (hierna "RvC") van [verzamelnaam bedrijf] en/of de aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf] niet geïnformeerd over het belang dat [medeverdachte 4] en/of zijn medeverdachten had(den) bij [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
C. heimelijk en zonder toestemming van de RvC van [verzamelnaam bedrijf] en/of zonder toestemming van de aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf] , door tussenkomst van de besloten vennootschap(pen) [verdacht bedrijf 1] en/of [verdacht bedrijf 2] en/of door tussenkomst van [medeverdachte 1] en/of [naam 1] en/of [medeverdachte 2] , een belang verkregen in [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschap(pen) [bedrijf 7] (hierna " [bedrijf 7] ") en/of [bedrijf 8] (hierna " [bedrijf 8] ") en/of [bedrijf 9] (hierna " [bedrijf 9] "), en/of [bedrijf 10] ;
D. voor het publiek verhuld (groot)aandeelhouder en belanghebbende te zijn van/bij [verdacht bedrijf 1] en/of van/bij [verdacht bedrijf 2] door hiervan 99,95% en/of 99% in plaats van 100% van de aandelen in bezit te hebben en op die wijze te voorkomen dat in de openbare registers voor derden kenbaar zou zijn dat [medeverdachte 5] en/of zijn medeverdachte(n) een belang hebben in [verdacht bedrijf 1] en/of [verdacht bedrijf 2] en/of [bedrijf 4] ;
E. [medeverdachte 3] als bestuurder van [verdacht bedrijf 1] en/of [verdachte] als bestuurder van [verdacht bedrijf 2] aangesteld om op die wijze te voorkomen dat in de openbare registers voor derden kenbaar zou zijn dat [medeverdachte 4] een belang heeft in [verdacht bedrijf 1] en/of dat [medeverdachte 5] een belang heeft in [verdacht bedrijf 2] ;
F. er voor zorggedragen dat [medeverdachte 2] in de periode van 26 juni 2008 tot 2 december 2009 de aandelen van [bedrijf 4] , die daarvoor (indirect) gehouden werden door [medeverdachte 5] en/of zijn medeverdachte(n), heeft gehouden;
G. de statuten van [verzamelnaam bedrijf] in afwijking van de door de Algemene vergadering van
Aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf] d.d. 16 juli 2007 goedgekeurde statutenwijziging laten wijzigen, waardoor [medeverdachte 5] en/of zijn medeverdachte(n) zelfstandig bevoegd werd(en) [verzamelnaam bedrijf] grotere (financiële) verplichtingen aan te laten gaan (D-122 & D-260);
H. de RvC van [verzamelnaam bedrijf] niet (volledig) geïnformeerd over nadere met [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen gesloten (achtergestelde) leningen en/of over de totale omvang van de vorderingen van [verzamelnaam bedrijf] op [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
I. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf] opdracht en/of goedkeuring en/of toestemming en/of medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf] verstrekken van leningen aan [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
J. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf] opdracht en/of goedkeuring en/of toestemming en/of medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf] aangaan van sale- and leasebackovereenkomsten met [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
K. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf] opdracht en/of goedkeuring en/of toestemming en/of medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf] betalen voor investeringen aan [bedrijf 4] en/of haar andere dochtervennootschappen en/of [bedrijf 10] ;
L. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf] opdracht en/of goedkeuring en/of toestemming en/of
medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf] kwijtschelden van huur verschuldigd door [bedrijf 4] en/of haar dochtervennootschappen;
M. als bestuurder van [verzamelnaam bedrijf] opdracht en/of goedkeuring en/of toestemming en/of
medewerking gegeven aan het door [verzamelnaam bedrijf] doen van betalingen aan [bedrijf 4] en/of haar
dochtervennootschappen;
N. heimelijk gecommuniceerd door voor e-mailcommunicatie tussen [medeverdachte 4] en/of
[medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of [naam 1] en/of [medeverdachte 5] aangaande [bedrijf 4] en/of haar
dochtervennootschap(pen) privé e-mailadressen te gebruiken;
O. in het Jaarverslag 2007 van [verzamelnaam bedrijf] (D-454) vermeld of laten vermelden dat:
"(...) Daarom heeft de Raad van Commissarissen en de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf] er mee ingestemd, om actief een partij te gaan zoeken buiten de [verzamelnaam bedrijf] organisatie, die stroom gaat produceren binnen dit [verzamelnaam bedrijf] netgebied. [verzamelnaam bedrijf] wenst, rekening houdend met de eisen uit de Wet Onafhankelijk Netbeheer, zelf geen elektriciteitsproducent te worden. De nieuwe partij moet zorg dragen voor extra noodstroomproductie ter plaatse (...)"
P. niet in de jaarrekening(en) en/of het (de) jaarverslag(en) over 2007, 2008, 2009 en 2010 van [verzamelnaam bedrijf] vermeld en/of laten vermelden aan wie [verzamelnaam bedrijf] (achtergestelde) leningen had verstrekt en/of dat [verzamelnaam bedrijf] aan [bedrijf 4] en/of [bedrijf 8] en/of [bedrijf 7] geld had geleend;
Q. niet in de jaarrekening(en) en/of het (de) jaarverslag(en) van [verzamelnaam bedrijf] over 2007, 2008, 2009 en 2010 vermeld en/of laten vermelden dat er sprake was van [bedrijf 4] en/of [bedrijf 8] en/of [bedrijf 7] als verbonden partijen;
R. de namen van " [verdacht bedrijf 2] " en/of " [verdacht bedrijf 1] " en/of " [verzamelnaam bedrijf] " uit de concept-jaarrekening en/of het concept-jaarverslag van [bedrijf 4] over 2009 laten verwijderen(D-309);
S. door [bedrijf 11] (hierna " [bedrijf 11] ") en/of de heer mr. ing. [naam 2] een brief (D-779) laten opstellen om aanvullende financiering van EUR 4.500.000,00 door [verzamelnaam bedrijf] aan [bedrijf 4] mogelijk te maken en/of in deze brief niet te laten vermelden dat de financiering (deels) gebruikt zou gaan worden voor inkoop van eigen aandelen door [bedrijf 4] (D-779);
T. de hiervoor vermelde brief met een onjuiste datum opgemaakt en/of op laten maken (D-812 en D-813);
U. voor de RvC van [verzamelnaam bedrijf] en/of de aandeelhouders van [verzamelnaam bedrijf] verhuld dat één of meerdere door [verzamelnaam bedrijf] aan [bedrijf 4] verstrekte leningen door [bedrijf 4] aangewend zullen worden voor de inkoop van eigen aandelen;
V. de concept "Notulen bespreking kwartaalrapportage 1e kwartaal 2010" aangepast om de verhaalspositie van [verzamelnaam bedrijf] ten aanzien van [bedrijf 4] gunstiger voor te doen laten komen (D-831 en D-832);
W. de voortgangsrapportage d.d. 20 augustus 2009 (D-064) door [bedrijf 11] ten behoeve van de sale-and-lease-back transactie voor onroerend goed op laten maken;
X. de inbreng van [bedrijf 10] in [bedrijf 4] bevorderd;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte toen aldaar opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door het gedeeltelijk bezitten van de aandelen van de besloten vennootschap [verdacht bedrijf 2] en hiermee verhullen dat [medeverdachte 5] feitelijk aandeelhouder was, althans de zeggenschap over de aandelen had;
2.
hij op of omstreeks 27 december 2008 in de gemeente De Wolden en/of Meppel, althans elders in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer andere(n), althans alleen,
de intentieverklaring (D-202), tussen verdachte en [medeverdachte 5] , - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft/ hebben opgemaakt of heeft/hebben vervalst,
immers hebbende verdachte en/of zijn medeverdachte(n), valselijk en/of in strijd met de waarheid/werkelijkheid, deze intentieverklaring opgemaakt zonder hiermee enige bedoeling na te streven, althans hebbende verdachte en/of zijn medeverdachte(n) in ieder geval niet de bedoeling gehad om de intentie zoals omschreven onder het 9e en/of 12e en/of 13e en/of 14e gedachtenstreepje van blz. 1 D-202 na te komen en/of genoemd onder artikel 2 en/of 3 van blz. 2 van D-202, daar hiervan op geen enkele manier is gebleken,
met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling voor het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1 primair, 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde. De door de raadsman in zijn pleitnota opgeworpen punten worden hieronder door de rechtbank besproken.
Oordeel van de rechtbank

Algemene overwegingen

De rechtbank gaat bij de beoordeling van de zaak uit van de navolgende, in de zaak tegen deze verdachte relevante, feiten.
Op 20 december 2007 is de besloten vennootschap [bedrijf 4] ( [bedrijf 4] ) opgericht ten behoeve van de exploitatie van een gekoppelde warmtekracht- en torrefactiecentrale in Steenwijk [1] . Voorafgaand aan de oprichting is, op dezelfde datum, een aandeelhoudersovereenkomst gesloten tussen [verdacht bedrijf 1] (hierna [verdacht bedrijf 1] ), [bedrijf 12] (hierna [bedrijf 13] ), [bedrijf 13] (hierna [bedrijf 13] ), [naam 1] en [medeverdachte 1] [2] . Deze laatste is de toenmalige echtgenote van de broer van [verdachte] , [medeverdachte 5] . Tevens is op die datum een afzonderlijke overeenkomst gesloten tussen [medeverdachte 1] en [verdacht bedrijf 1] , die – kort gezegd – inhoudt dat [verdacht bedrijf 1] de aandelen van [medeverdachte 1] in [bedrijf 4] , een belang van 20%, zal houden, met de optie voor [medeverdachte 1] om deze terug te kopen [3] .
Op 27 december 2008 hebben [verdachte] (“ [verdachte] ”) en [medeverdachte 5] een intentieverklaring getekend, die – voor zover hier van belang – het navolgende inhoudt [4] :

Overwegende dat:
-
[medeverdachte 5] werkzaam is als (niet statutair) directeur bij een energiebedrijf;
-
dit energiebedrijf als netbeheerder gezien de huidige wet- en regelgeving geen activiteiten mag verrichten die te maken hebben met de productie en/of levering van energie;
-
[medeverdachte 5] soms in contact komt met bedrijven die van zijn kennis en kunde gebruik wensen te maken en waarbij zijn werkgever gezien de wettelijke netbeheerstaken geen partij mag zijn;
-
partijen hiervoor een nieuwe vennootschap wensen op te richten om zodoende een aan [medeverdachte 5] aangeboden aandelenoptie van een energieproducerend bedrijf als eerste in onder te brengen;(in de tenlastelegging aangeduid als het 9e gedachtenstreepje)
;
[…]
-
[medeverdachte 5] belang heeft om gezien zijn werknemerspositie bij een energiebedrijf en conform de afspraken met zijn directie, dit low profile op te zetten en zo veel mogelijk “uit zicht” wil blijven voor onder meer zijn collega’s, temeer om verkeerde interpretaties van mensen die de achtergrond niet kennen te voorkomen […];
-
de zakelijke integriteit voor partijen erg belangrijk is gezien de goede reputatie van partijen bij collega’s, belastingdienst, bedrijfsleven, banken en afnemers;(in de tenlastelegging aangeduid als het 13e gedachtenstreepje)
;
-
[verdachte] aangeeft dit graag voor [medeverdachte 5] als broer te willen doen en leuk vindt als klankbord te fungeren en op deze wijze verder zakelijke ideeën te kunnen bespreken.(in de tenlastelegging aangeduid als het 14e gedachtenstreepje)
[…]
Artikel 2 Doel en activiteiten
[verdacht bedrijf 2] heeft als doel om zakelijke kansen te benutten en dit op een efficiënte en effectieve wijze te organiseren. De activiteiten zullen bestaan uit het deelnemen in bedrijven, het verstrekken van leningen aan bedrijven en het voeren van diverse vormen van vermogensbeheer. Van belang is dat activiteiten niet de belangen van de werkgever van [medeverdachte 5] mogen schaden en waar ze in de energiebranche plaatsvinden, vooraf afstemming met de werkgever plaatsvindt. Activiteiten dienen verder plaats te vinden in transparantie, in eerbare projecten, tegen beheersbare risico's en met interessante rendementen. De kosten van [verdacht bedrijf 2] dienen laag gehouden te worden.
Artikel 3 Taakverdeling en directievoering
De directievoering zal gebeuren door [verdachte] . Hij is de enige statutaire bestuurder. In de te maken statuten zal worden opgenomen welke bevoegdheden hij zelfstandig krijgt en voor welke besluiten de aandeelhouders goedkeuring dienen te geven. [verdachte] wordt tevens voorzitter van de aandeelhoudersvergadering. [medeverdachte 5] zal voor de notulen zorgdragen.
Partijen zullen een paar keer per jaar vergaderen. Voorstellen zullen door [medeverdachte 5] zo veel mogelijk worden uitgewerkt, zodat [verdachte] zich daar een goed beeld over kan vormen en zijn zakelijk en onafhankelijk advies over kan geven. De administratie zal worden verzorgd door [medeverdachte 5] . Er zal tevens een van goede naam en faam accountant en belastingadviseur worden aangesteld.”
Op 26 maart 2009 heeft [verdachte] [verdacht bedrijf 2] (hierna [verdacht bedrijf 2] ) opgericht. Op de dag van de oprichting heeft [verdachte] 99% van de aandelen van [verdacht bedrijf 2] aan zijn broer [medeverdachte 5] verkocht [5] .
Op 31 maart 2009 heeft [medeverdachte 1] haar koopoptie op de aandelen [bedrijf 4] voor nul euro aan [verdacht bedrijf 2] verkocht [6] .
In de loop van 2009 heeft [bedrijf 4] besloten om over te gaan tot de inkoop van een deel van haar eigen aandelen. Daarop heeft op 29 november 2009 de algemene vergadering van aandeelhouders van [verdacht bedrijf 2] besloten om over te gaan tot uitoefening van haar koopoptie op 20% van de aandelen in [bedrijf 4] . Deze aandelen waren, na een tussenliggende transactie op 26 juni 2008, op dat moment in het bezit van [medeverdachte 2] , van wie [verdacht bedrijf 1] de aandelen op 2 december 2009 heeft teruggekocht, waarna deze op dezelfde datum door [verdacht bedrijf 1] zijn doorverkocht aan [verdacht bedrijf 2] tegen een bedrag van € 5.000,-- [7] .
Op 22 december 2009 heeft [bedrijf 4] de aandelen die op dat moment in het bezit waren van [verdacht bedrijf 1] (een belang van 40%) en [verdacht bedrijf 2] (20%) ingekocht voor een totale koopsom van € 8,1 miljoen, waarvan € 5,4 miljoen voor [verdacht bedrijf 1] en € 2,7 miljoen voor [verdacht bedrijf 2] . Op 23 december 2009 is een eerste aanbetaling van € 0,5 miljoen aan [verdacht bedrijf 2] voldaan [8] . Op 29 juni 2010 heeft een tweede uitbetaling van € 0,5 miljoen aan [verdacht bedrijf 2] plaatsgevonden [9] . Vervolgens is op 22 september 2011 nog eens € 0,5 miljoen aan [verdacht bedrijf 2] betaald [10] en op 10 juli 2012 tenslotte € 750.000,-- [11] . Van het resterende deel van het aankoopbedrag heeft [verdacht bedrijf 2] in het kader van een overeenkomst met de nieuwe eigenaar van [bedrijf 4] , [bedrijf 14] , afstand gedaan [12] .

Beoordeling van de ten laste gelegde feiten

De rechtbank heeft in haar vonnis van heden in de strafzaak tegen [medeverdachte 5] uiteengezet dat reeds bij de oprichting van [bedrijf 4] op 20 december 2007 sprake was van een schijnconstructie, waarbij de drie [verzamelnaam bedrijf] -directeuren [medeverdachte 4] (hierna [medeverdachte 4] ), [medeverdachte 5] en [naam 3] (hierna [naam 1] ) de eerder aangehaalde aandeelhoudersovereenkomst van die datum met [bedrijf 13] en [bedrijf 13] hebben laten tekenen door respectievelijk [medeverdachte 3] namens [verdacht bedrijf 1] , [medeverdachte 1] namens [medeverdachte 5] en [naam 1] namens [naam 1] , terwijl de [verzamelnaam bedrijf] -directeuren feitelijk degenen waren die – met de medeverdachten [medeverdachte 7] (hierna [medeverdachte 7] ) en [medeverdachte 6] (hierna [medeverdachte 6] ) – de beslissingen in en over [bedrijf 4] namen. Aan deze feitelijke gang van zaken veranderde niets op het moment dat de aandelen van [verdacht bedrijf 1] en [naam 1] (en de koopoptie op het aandelenbelang van [medeverdachte 1] ) op 26 juni 2008 overgedragen werden aan [medeverdachte 2] , die zich immers ook naar eigen zeggen op geen enkele wijze bemoeide of mocht bemoeien met de besluitvorming binnen [bedrijf 4] . Het feit dat ten tijde van diens aandeelhouderschap door [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] besloten is over de inkoop van eigen aandelen door [bedrijf 4] , de hoogte van het bedrag dat zij daarvoor zouden ontvangen en de wijze waarop de aankoop zou worden betaald, vormt daar een extra bevestiging van.
Niettegenstaande de bewoordingen van de hierboven geciteerde intentieovereenkomst, veranderde ook niets aan deze situatie op en na het moment dat [verdacht bedrijf 2] , na uitoefening van de inmiddels door haar van [medeverdachte 1] verkregen koopoptie, formeel eigenaar werd van een aandelenbelang in [bedrijf 4] . Na de aandelenovereenkomst van 2 december 2009 is [medeverdachte 5] degene gebleven die de beschikkingsmacht over deze aandelen uitoefende en alle relevante beslissingen terzake nam [13] . Uit de verklaringen van [verdachte] blijkt naar het oordeel van de rechtbank ook dat hij zich terdege bewust was van het feit dat het onderbrengen van de aandelen [bedrijf 4] in [verdacht bedrijf 2] een schijnconstructie was, bedoeld om voor de buitenwereld te verhullen dat [medeverdachte 5] de feitelijke aandeelhouder was [14] .
Met deze conclusie staat echter nog niet vast dat [verdachte] ook wist dat deze schijnconstructie tot doel had om [verzamelnaam bedrijf] te misleiden en te bewegen om geld te (blijven) verstrekken aan [bedrijf 4] . Daarbij acht de rechtbank van belang dat verdachte blijkens zijn verklaringen niet goed voor ogen had dat [bedrijf 4] niet alleen betrekking had op de torrefactietechnologie maar ook op de bouw en exploitatie van de centrales in Steenwijk en dat hij niet wist dat [verzamelnaam bedrijf] (om die reden) geld verstrekte aan [bedrijf 4] [15] . Bovendien kan uit zijn verklaringen worden opgemaakt dat hij meende dat de gekozen constructie niet in strijd was met de afspraken met [verzamelnaam bedrijf] . Zo heeft hij onder meer verklaard dat zijn broer hem heeft verteld dat de directie van [verzamelnaam bedrijf] toestemming had verleend voor het houden van de aandelen [bedrijf 4] en dat [medeverdachte 4] bij de notaris aan tafel zat als directeur van [verzamelnaam bedrijf] [16] . Deze verklaringen, die rechtstreeks raken aan de vraag of [verdachte] opzet had op het oplichten van [verzamelnaam bedrijf] , worden door de stukken niet of onvoldoende weerlegd.
Het voorgaande betekent dat de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen acht dat [verdachte] willens en wetens heeft meegewerkt aan (specifiek) de oplichting van [verzamelnaam bedrijf] , noch dat hij de aanmerkelijke kans daarop bewust heeft aanvaard. Onder die omstandigheid kan van medeplegen of medeplichtigheid geen sprake zijn. Van dit verwijt zal hij derhalve worden vrijgesproken.
Anders ligt dat ten aanzien van het verwijt van valsheid in geschrift in de intentieverklaring. De rechtbank heeft hiervoor al overwogen dat het onderbrengen van de aandelen [bedrijf 4] in [verdacht bedrijf 2] een schijnconstructie betrof, waarvan [verdachte] zich blijkens zijn verklaringen ook bewust was. De rol die hem in de intentieverklaring wordt toegedicht, namelijk die van onafhankelijk adviseur van [medeverdachte 5] , heeft in werkelijkheid niet plaatsgevonden [17] . Ook het in artikel 3 beschreven directeurschap van [verdachte] heeft (in ieder geval op het punt van de aandelen [bedrijf 4] ) geen enkele praktische invulling gekregen.
De aangehaalde passages, met de daarin beschreven achtergronden, doelstellingen en taak- en rolverdelingen, kunnen naar het oordeel van de rechtbank niet anders dan bedoeld zijn om bij een eventueel onderzoek naar [verdacht bedrijf 2] door een derde partij een schijn van legitimiteit te wekken. Van deze passages kan dus niet gezegd worden dat zij geen bewijsbestemming zouden hebben, zoals de verdediging heeft betoogd. Nu [verdachte] wist dat de daarin beschreven intenties niet strookten met de werkelijkheid, en door deze intentieverklaring toch voor waar te tekenen, heeft hij zich opzettelijk schuldig gemaakt aan het valselijk opmaken daarvan, met het oogmerk om dit, bijvoorbeeld bij onderzoek naar de rol van [medeverdachte 5] en diens aandelen in [bedrijf 4] , als echt en onvervalst te kunnen (laten) gebruiken. Voor [medeverdachte 5] geldt, zoals de rechtbank in haar vonnis van heden in zijn strafzaak heeft overwogen, hetzelfde.
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat [medeverdachte 5] en [verdachte] zich in vereniging aan dit feit schuldig hebben gemaakt.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
2.
hij op of omstreeks 27 december 2008 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander,
de intentieverklaring tussen verdachte en [medeverdachte 5] - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt,
immers hebbende verdachte en zijn medeverdachte, valselijk en/of in strijd met de waarheid/werkelijkheid, deze intentieverklaring opgemaakt zonder de bedoeling om de intentie zoals omschreven onder het 9e en 12e en 13e en 14e gedachtenstreepje van blz. 1 D-202 en genoemd onder artikel 2 en/of 3 van blz. 2 van D-202 na te komen,
met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
2. medeplegen van valsheid in geschrift.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor algehele vrijspraak van verdachte
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Tussen 2007 en 2011 is het energiebedrijf [verzamelnaam bedrijf] , eigendom van een negental gemeentes in Drenthe en Overijssel, het slachtoffer geworden van een buitengewoon ernstige vorm van fraude, gepleegd door twee voormalige directeuren, [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] . Zij hebben het vanuit hun functie mogelijk gemaakt dat [verzamelnaam bedrijf] vanaf 20 december 2007 ruim € 30 miljoen aan gemeenschapsgeld heeft geïnvesteerd in [bedrijf 4] , opgericht voor de bouw en exploitatie van een warmtekracht- en torrefactiecentrale in Steenwijk, terwijl zij al die jaren voor [verzamelnaam bedrijf] verborgen hebben gehouden dat zij zelf een (financieel) belang in deze onderneming hadden. Beiden wisten dat [verzamelnaam bedrijf] dat geld nooit zou hebben verstrekt als zij van deze vorm van belangenverstrengeling had afgeweten.
Onderdeel van de fraudeconstructie was dat de aandelen op naam werden gezet van derden, die naar buiten toe als aandeelhouder moesten optreden. Hoewel de rechtbank niet bewezen acht dat [verdachte] dit heeft gedaan in de wetenschap dat de bedoeling hiervan was om [verzamelnaam bedrijf] , de werkgever van zijn broer [medeverdachte 5] , op te lichten, heeft hij wel een valse verklaring getekend die bedoeld was om te verhullen dat het aandelenbezit van [verdacht bedrijf 2] , waarvan hij bestuurder was, een schijnconstructie was. In zoverre heeft hij bij deze fraude dus wel een rol gehad.
Meewerken aan een fraude van deze aard en omvang rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Nu zijn rol relatief beperkt is geweest, en hij nooit eerder veroordeeld is geweest, ziet de rechtbank aanleiding om in dit geval deze straf geheel voorwaardelijk op te leggen.
De rechtbank merkt in dit verband nog op dat, hoewel er geruime tijd is verstreken tussen de aanhouding van [verdachte] en zijn uiteindelijke berechting, er naar het oordeel van de rechtbank geen sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn die tot strafvermindering aanleiding zou moeten geven. Het gaat om een buitengewoon omvangrijk en complex strafrechtelijk onderzoek waarbij onontkoombaar was dat de FIOD en het openbaar ministerie daar veel tijd in hebben moeten steken, overigens niet geholpen door het feit dat een aantal verdachten, zoals [medeverdachte 3] , aan dat onderzoek geen medewerking hebben willen verlenen. Ook met het onderzoek dat de rechter-commissaris later in opdracht van de rechtbank en op verzoek van de verdediging heeft verricht, en met de deskundigenonderzoeken die eveneens (mede) op verzoek van de verdediging hebben plaatsgevonden, is veel tijd gemoeid geweest. Van een langere periode van inactiviteit door de justitiële autoriteiten, waarop de rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en die van de Hoge Raad in dit verband ziet, is in al die tijd geen sprake geweest.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 47 en 225 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van drie (3) maanden.

Bepaalt dat deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op
twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. van Bruggen, voorzitter, mr. C.M.M. Oostdam en
mr. W.S. Sikkema, rechters, bijgestaan door mr. P.T.M. van der Lelie, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 6 februari 2018.
Mr. Oostdam en de griffier zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.D-011
2.D-022
3.D-071
4.D-202
5.D-001, D-203, D-204
6.D-739
7.D-056 en D-057
8.D-109a
9.D-549
10.D-422
11.D-176
12.D-422
13.Zoals blijkt uit de e-mail van 3 juni 2010, D-207a, en de daarmee samenhangende e-mail van 22 juni 2010, D-249, over de financiering van de tweede uitbetaling
14.Verklaring [verdachte] , V12-01: “ [medeverdachte 5] wilde uit zicht blijven. [medeverdachte 5] wilde niet dat hij aan [verdacht bedrijf 2] gelinkt worden.” en V12-02: “Met betrekking tot [verdacht bedrijf 2] was ik eigenlijk een soort stroman. Ik was bijvoorbeeld bij transacties van [verdacht bedrijf 2] ‘zichtbaar’ op papier en niet [medeverdachte 5] .”
15.Verklaring [verdachte] , V12-02: “Ik weet niets van leningen van [verzamelnaam bedrijf] aan [bedrijf 4] . Ik dacht dat de centrale in Steenwijk apart stond van de techniek. Ik heb altijd begrepen dat de leningen vanuit [verzamelnaam bedrijf] betrekking hebben op de bouw van de centrale in Steenwijk. [medeverdachte 5] heeft mij niet verteld dat er [voorafgaand aan de inkoop van de aandelen van [verdacht bedrijf 2] - rechtbank] twee miljoen wordt gelend van [verzamelnaam bedrijf] aan [bedrijf 4] of één van haar dochters.”
16.Verklaring [verdachte] , V12-02
17.Verklaring [verdachte] , V12-02: “Ik heb nooit zaken beoordeeld over het werknemerschap van [medeverdachte 5] en de activiteiten van [verdacht bedrijf 2] ”