Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 4 juni 2018
opgenomen op pagina 88 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2018134544/ NN2RO18064 d.d. 1 augustus 2018, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1]:
Toen [verdachte] (waar getuige verdachte [verdachte] noemt, begrijpt de rechtbank: [verdachte]) de sirene en het blauwe zwaailicht van de politie zag snelde hij zich naar de straat. Ik zat er 20 à 30 passen vanaf. Hij had het mes afwisselend naast zijn lijf en boven zijn hoofd. Hij maakte haast om aan te vallen. Hij had een snelle pas. Hij rende niet maar had een aanvallende houding. Ik denk dat hij iets van 7 of 8 keer door de politie werd gewaarschuwd “Laat je mes vallen of ik schiet.”
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
De rechtbank houdt voorts rekening met het feit dat verdachte al enige consequenties van zijn handelen heeft ondergaan nu hij ten gevolge van het incident aanzienlijk letsel aan zijn voet heeft.
Benadeelde partij
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren
[slachtoffer 2]toe en veroordeelt de verdachte, mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 975, -
[slachtoffer 1]toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 975, -
€ 975, -(zegge: negenhonderdvijfenzeventig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door vervangende hechtenis voor de duur van 20 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit € 975, - aan immateriële schade.
€ 975, -(zegge: negenhonderdvijfenzeventig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door vervangende hechtenis voor de duur van 20 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit € 975, - aan immateriële schade.