In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 30 augustus 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan de verkoop van cocaïne in de periode van juni 2017 tot en met februari 2018 in Noordoost-Fryslân. De verdachte, geboren in 1994 en woonachtig in Dantumadiel, werd beschuldigd van het opzettelijk verkopen en afleveren van cocaïne. Tijdens de zitting op 16 augustus 2018 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. B.P.M. Canoy, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. R.G. de Graaf.
De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor medeplegen met een medeverdachte, waardoor de verdachte op dat onderdeel werd vrijgesproken. De rechtbank heeft echter wel bewezen geacht dat de verdachte in de genoemde periode meerdere malen cocaïne heeft verkocht en afgeleverd. De rechtbank heeft daarbij de verklaringen van verschillende getuigen in aanmerking genomen, die bevestigden dat de verdachte cocaïne verkocht aan een ruime klantenkring.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het advies van de reclassering. De verdachte heeft geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten en er zijn zorgen over zijn gebruik van alcohol en drugs, wat de rechtbank heeft meegenomen in de strafmotivering.