ECLI:NL:RBNNE:2018:3655

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
13 september 2018
Publicatiedatum
13 september 2018
Zaaknummer
18/720161-18
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen verdachte wegens meerdere vermogensdelicten, waaronder diefstal en opzetheling, met beoordeling van bewijs en vormverzuim

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 13 september 2018 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die zich gedurende een korte periode schuldig heeft gemaakt aan meerdere vermogensdelicten, waaronder opzetheling en diefstal. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van een vormverzuim, maar dat dit slechts een beperkte inbreuk op de rechten van de verdachte heeft gemaakt. De verdachte is eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten en er is sprake van recidive. De rechtbank gelast de tenuitvoerlegging van twee voorwaardelijke straffen, met een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waarbij de verdachte onder andere in de proeftijd van eerdere veroordelingen opnieuw in de fout is gegaan. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot veroordeling van de verdachte toegewezen, maar heeft ook de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat de schade niet voldoende was onderbouwd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, met bijzondere voorwaarden voor reclassering en behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/720161-18
vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 18/730426-14
vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 18/720263-17
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 13 september 2018 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats] ,
wonende te [straatnaam] , [woonplaats] ,
thans gedetineerd te PI Leeuwarden.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 30 augustus 2018.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. A.M. Veld, advocaat te Drachten. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. C.V. van Overbeeke.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 19 april 2018 en 20 april 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, in/uit een schuur (gelegen aan of bij [straatnaam] , aldaar, een grasmaaier (van het merk Honda), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte al dan niet zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of de weg te
nemen grasmaaier onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 19 april 2018 tot en met 21 april 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, een goed te weten een grasmaaier (van het merk Honda) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2.
hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 19 april 2018 en 20 april 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, in/uit een schuur (gelegen aan of bij [straatnaam] ), aldaar, een grasmaaier (van het merk Toro, Super Recycler), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te
nemen grasmaaier onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 19 april 2018 tot en met 21 april 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, een goed te weten een grasmaaier (van het merk Toro, Super Recycler) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3.
hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 12 april 2018 en 13 april 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, in/uit een schuur (gelegen aan of bij [straatnaam] ), aldaar, een racefiets (van het merk Koga Miyata) en/of een (ATB)fiets (van het merk Specialized), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen racefiets onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 12 april 2018 en 21 april 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, een of meer goed(eren) te weten een racefiets (van het merk Koga Miyata) en/of een (ATB)fiets (van het merk Specialized) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/die goed(eren) wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door
misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
4.
hij in of omstreeks de periode van 5 maart 2018 tot en met 7 maart 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, in/uit een fietsenhok (gelegen aan of bij [straatnaam] ), aldaar, een hogedrukreiniger (van het merk Kärcher) en/of een fiets (van het merk Batavus) en/of een of meer zaagmachine(s) (van het merk Stihl) en/of een heggenschaar (van het merk
Stihl) en/of een heggenschaar (van het merk Husqvarna) en/of een fiets (van het merk Cross)), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen voornoemde goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 5 maart 2018 tot en met 21 april 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, een of meer goed(eren) te weten een hogedrukreiniger (van het merk Kärcher) en/of een fiets (van het merk Batavus) en/of een of meer zaagmachine(s) (van het merk Stihl) en/of een heggenschaar (van het merk Stihl) en/of een heggenschaar (van het merk Husqvarna) en/of een fiets (van het merk Cross)) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/die goed(eren) wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
5.
hij in of omstreeks de periode van 2 april 2018 tot en met 6 april 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, in/uit een schuur (gelegen aan of bij [straatnaam] ), aldaar, een grasmaaier (van het merk Husqvarna), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen grasmaaier (van het merk Husqvarna) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 2 april 2018 tot en met 21 april 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, een goed te weten een grasmaaier (van het merk Husqvarna) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
6.
hij op of omstreeks 7 februari 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, in/uit een schuur (gelegen aan of bij [straatnaam] , aldaar, een haspel en/of een hogedrukreiniger (van het merk Kärcher) en/of een compressor (van het merk Hercules) en/of een kachel (van het merk Eurom, type sun-wave), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 6] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang
tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen voornoemde goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 7 februari 2018 tot en met 21 april 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, een of meer goed(eren) te weten een haspel en/of een hogedrukreiniger (van het merk Kärcher) en/of een compressor (van het merk Hercules) en/of een kachel (van het merk Eurom, type sun-wave) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/die goed(eren) wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
7.
hij op of omstreeks 5 april 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente
Smallingerland, in/uit een schuur (gelegen aan of bij [straatnaam] , aldaar, een aggregaat/generator (van het merk Power Tech, kleur rood) en/of een hogedrukreiniger (van het merk Kärcher), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 7] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen voornoemde goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 5 april 2018 tot en met 21 april 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, een of meer goed(eren) te weten een aggregaat/generator (van het merk Power Tech, kleur rood) en/of een hogedrukreiniger (van het merk Kärcher) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/die goed(eren) wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
8.
hij in of omstreeks de periode van 16 april 2018 tot en met 20 april 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, in/uit een schuur (gelegen aan of bij [straatnaam] , aldaar, een fiets (van het merk Gazelle) en/of een boormachine (van het merk Makita) en/of een slijpmachine (van het merk Metabo) en/of een schuurmachine (van het merk Bosch) en/of een pneumatische boormachine (in een koffer) en/of een handcirkelzaag (van het
merk Parkside), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 8] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen voornoemde goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of een valse sleutel (te weten door het verwijderen van een schroef, waarmee de klink van de toegangsdeur van die schuur was
vastgezet);
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 16 april 2018 tot en met 21 april 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, een of meer goed(eren) te weten een fiets (van het merk Gazelle) en/of een boormachine (van het merk Makita) en/of een slijpmachine (van het merk Metabo) en/of een schuurmachine (van het merk Bosch) en/of een pneumatische boormachine (in een koffer) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/die goed(eren) wist of
redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
9.
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2017 tot en met 28 maart 2018 te
Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, bij een woning (gelegen aan of bij [straatnaam] ), aldaar, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen 4 velgen met banden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks 1 december 2017 tot en met 21 april 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, een of meer goed(eren) te weten 4 velgen met banden heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van die goederen wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
10.
hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 18 april 2018 en 19 april 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, in/uit een schuur (gelegen aan of bij de [straatnaam] ), aldaar, een buitenboordmotor (van het merk Tohatsu), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 10] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen
buitenboordmotor onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 18 april 2018 tot en met 21 april 2018 te Drachten, in elk geval in de gemeente Smallingerland, een goed te weten een buitenboordmotor (van het merk Tohatsu) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder 3 tot en met 10 telkens primair ten laste gelegde wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs.
De officier van justitie heeft veroordeling voor het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde en voor het onder 3 tot en met 10 telkens subsidiair ten laste gelegde gevorderd. De officier van justitie heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat geen sprake is van een vormverzuim en onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van de gehele tenlastelegging, omdat er sprake is van een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de verbalisanten onrechtmatig over de schutting bij de woning van verdachte hebben gekeken waarop zij vervolgens het erf van verdachte hebben betreden, hetgeen ook onrechtmatig was volgens de raadsvrouw. Het bewijsmateriaal, te weten alle aangetroffen goederen, is hierdoor onrechtmatig verkregen.
Indien de rechtbank tot het oordeel komt dat het bewijsmateriaal rechtmatig is verkregen, kan niet wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte de bij hem aangetroffen goederen heeft gestolen.
Ook voor alle subsidiair ten laste gelegde feiten moet verdachte worden vrijgesproken, omdat hij niet wist dan wel kon vermoeden dat de goederen van diefstal afkomstig waren. Bij een aantal goederen heeft hij onderzoek verricht of deze van diefstal afkomstig waren en naar zijn bevindingen waren deze niet als zijnde van diefstal afkomstig geregistreerd.
Oordeel van de rechtbank
Rechtmatigheid van het onderzoek
Uit het proces-verbaal van bevindingen van 20 april 2018 (doorgenummerde dossierpagina 106) blijkt het volgende. Op 20 april 2018 hebben verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] naar aanleiding van meerdere meldingen van diefstal bij verdachte over de schutting van zijn tuin gekeken. Redengevend daarvoor was dat bij verbalisanten ambtshalve bekend is dat verdachte eerder voor soortgelijke delicten is veroordeeld. Nadat zij over de schutting keken zagen zij een tweetal grasmaaiers staan in de tuin van verdachte. Hierop hebben zij de tuin van verdachte betreden en na het delen van een foto van de grasmaaiers met een collega bleek hen dat deze afkomstig was van diefstal. Verbalisanten hebben beide grasmaaiers in beslag genomen. Vervolgens is een collega ter plaatse gekomen met een machtiging ter aanhouding en inbeslagname. Daarop is de woning betreden en zijn in de woning en bijbehorende berging/schuur diverse goederen aangetroffen. Uit nader onderzoek is gebleken dat een deel van deze goederen van diefstal afkomstig was.
De rechtbank stelt voorop dat artikel 3 van de Politiewet de politie de bevoegdheid geeft handelingen te verrichten die de politietaak met zich meebrengt, zoals de opsporing van strafbare feiten, ook indien daarbij handelingen worden verricht waardoor een beperkte inbreuk wordt gemaakt op de persoonlijke levenssfeer. De rechtbank is van oordeel dat verbalisanten niet hebben gehandeld in strijd met enige rechtsregel door over de schutting in de tuin van verdachte te kijken. Voor zover hiermee al een inbreuk is gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van verdachte, geldt dat deze beperkt is geweest en dat het gaat om een handeling van zeer korte duur waarvoor artikel 3 van de Politiewet een toereikende wettelijke grondslag biedt. In zoverre is geen sprake van een vormverzuim.
Ten aanzien van het betreden van de tuin komt de rechtbank tot een andere conclusie. Naar het oordeel van de rechtbank is dit een verdergaande inbreuk op de persoonlijke levenssfeer waartoe artikel 3 van de Politiewet geen bevoegdheid biedt en waarvoor een andere wettelijke grondslag vereist is. Een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit zou die grondslag kunnen bieden, maar daarvan was nog geen sprake ten tijde van het betreden van de tuin.
De rechtbank is van oordeel dat de verbalisanten, door de tuin van verdachte te betreden zonder enig redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit een inbreuk hebben gemaakt op het recht van verdachte op respect voor zijn privé leven als bedoeld in artikel 8 EVRM. Deze inbreuk was niet gebaseerd op een wettelijke bevoegdheid of anderszins in overeenstemming met het recht. Hiermee is sprake van een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering, dat niet kan worden hersteld (vgl. Hoge Raad, 19 december 2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ2145).
Om te bepalen of aan dit vormverzuim een, en zo ja welke, consequentie moet worden verbonden, dient op grond van artikel 359a, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, te worden gekeken naar het belang dat het geschonden voorschrift dient, de ernst van het verzuim en het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt.
Doel van artikel 8 EVRM is het individu te beschermen tegen willekeurige inmenging door de overheid in zijn privéleven. Wat betreft de ernst van het verzuim overweegt de rechtbank dat een inbreuk op het recht op privacy in een tuin van een andere orde is dan schending van het recht op privacy in de woning. De rechtbank neemt voorts in aanmerking dat verbalisanten de grasmaaiers al konden zien toen ze over de schutting keken en dat zij na het betreden van de tuin enkel een foto hebben gemaakt van de grasmaaiers teneinde bij de collega te verifiëren of het om gestolen goederen ging. De rechtbank merkt het verzuim gelet op het voorgaande niet als ernstig aan. Hoewel de verdachte enig nadeel heeft kunnen ondervinden van ongewenste aanwezigheid van de verbalisanten in zijn tuin, heeft verdachte zelf op geen enkel moment verklaard dat hij dit als een nadeel heeft ondervonden. De rechtbank leidt hieruit af dat het nadeel voor verdachte in zoverre kennelijk beperkt is geweest. Het belang van de verdachte dat gepleegde strafbare feiten niet worden ontdekt, kan niet als rechtens te respecteren belang worden aangemerkt, zodat een eventuele schending van dit belang als gevolg van een vormverzuim niet een nadeel oplevert als bedoeld in artikel 359a, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat het vormverzuim slechts een beperkte inbreuk op de rechten van verdachte heeft gemaakt en dat verdachte niet zo ernstig is benadeeld dat niet zou kunnen worden volstaan met de enkele constatering van het verzuim. Het verweer strekkende tot bewijsuitsluiting wordt verworpen.
feiten 1 primair, 2 primair
Met betrekking tot het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde overweegt de rechtbank als volgt. Op 20 april 2018 hebben verbalisanten twee grasmaaiers in de tuin van verdachte aangetroffen die kort daarvoor, in de periode van de middag van 19 april 2018 tot en met de ochtend van 20 april 2018 bij de eigenaren uit de garage dan wel schuur zijn weggenomen. Een buurtbewoner heeft verdachte vroeg in de ochtend van 20 april 2018, te weten tussen 06.00 uur en 07.00 uur, thuis zien komen met diverse goederen. Verdachte heeft verklaard dat hij niets met de diefstallen te maken heeft en dat hij in de vroege ochtend niet weg is geweest. Hij heeft verklaard dat hij rond 8:50 uur naar zijn werk is gegaan en de grasmaaiers toen niet heeft gezien. Verdachte heeft gesuggereerd dat iemand anders de grasmaaiers buiten zijn weten in zijn tuin heeft gezet. De rechtbank acht dit niet aannemelijk en ziet geen redenen tot twijfel aan de betrouwbaarheid van de verklaring van de buurtbewoner. Gelet op de korte tijd tussen de gepleegde diefstallen en het aantreffen van de grasmaaiers bij verdachte in zijn tuin, het uitblijven van een aannemelijke verklaring daarvoor en mede gelet op voornoemde verklaring van de buurtbewoner acht de rechtbank voldoende wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze grasmaaiers heeft weggenomen met het oogmerk deze zich wederrechtelijk toe te eigenen.
feit 6 primair
Met betrekking tot het onder 6 primair ten laste gelegde overweegt de rechtbank het volgende. De in de tenlastelegging genoemde spullen, waaronder een compressor en een kachel, zijn blijkens de aangifte gestolen op 7 februari 2018. Verdachte heeft ontkend dat hij de voorwerpen heeft gestolen. Op de telefoon van verdachte zijn echter foto’s aangetroffen van de compressor en de kachel, gemaakt op de datum van de diefstal 7 februari 2018. Verdachte heeft verklaard dat hij niet weet waarom hij op de dag van de diefstal deze foto’s heeft gemaakt. Gelet op het korte tijdsbestek tussen de diefstal en het nemen van de foto’s en het uitblijven van een aannemelijke verklaring van verdachte hiervoor, acht de rechtbank voldoende wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze voorwerpen heeft gestolen.
feiten 3 t/m 5 en 7 t/m 10
De rechtbank acht het onder 3 t/m 5 en 7 t/m 10 telkens primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen. Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
Alle onder 3 t/m 5 en 7 t/m 10 telkens subsidiair ten laste gelegde feiten acht de rechtbank wel wettig en overtuigend bewezen en daartoe overweegt de rechtbank als volgt. De in de tenlastelegging genoemde gestolen goederen zijn bij verdachte aangetroffen. Verdachte heeft verklaard dat een vriend van hem, te weten [getuige] , de goederen in zijn woning heeft opgeslagen vanwege een verhuizing. Uitgaande van de verklaring van verdachte zou [getuige] gedurende een langere periode bij verschillende gelegenheden diverse spullen hebben gebracht die hij thuis niet kwijt kon. Dat verdachte er vanuit ging dat dit verband hield met een verhuizing acht de rechtbank gelet op de duur van de periode, de aard van de goederen en het feit dat een deel van de goederen volgens verdachte onaangekondigd rond 03:00 uur werd gebracht, ongeloofwaardig. De verklaringen van verdachte vinden ook geen enkele steun in de verklaring van [getuige] , die ontkent eigenaar te zijn van deze goederen en spullen te hebben gestald bij verdachte.
Daarnaast heeft verdachte verklaard aanvankelijk bedenkingen te hebben gehad bij de herkomst van de goederen, dat hij heeft gevraagd of ze gestolen waren en dat hij in het begin een paar keer heeft gecontroleerd of ze van diefstal afkomstig waren. Voor zover verdachte gevolgd moet worden in deze verklaringen, geldt dat hij onder de gegeven omstandigheden geen genoegen had mogen nemen met de mededeling dat de goederen niet van diefstal afkomstig waren of een melding dat een goed niet als gestolen geregistreerd stond en heeft hij in ieder geval willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat de goederen gestolen waren.
Met betrekking tot de fiets van het merk Koga Miyata (feit 3) en de 4 velgen met banden (feit 9) overweegt de rechtbank verder als volgt. Verdachte heeft met betrekking tot de fiets verklaard deze te hebben gekocht voor € 200,-, maar dat ze op marktplaats ook wel voor
€ 800,- à € 900,- worden verkocht. Hiermee heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank te kennen gegeven dat hij wist dat deze fiets als tweedehands meer waard zou zijn dan € 200,-. Ditzelfde geldt voor de 4 velgen met banden. Verdachte heeft hier naar eigen zeggen een bedrag van € 75,- voor betaald, terwijl hier doorgaans hogere bedragen voor worden betaald.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van de goederen, wist of in ieder geval willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat deze goederen door misdrijf waren verkregen. Het verweer van de verdediging wordt derhalve verworpen.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte op de terechtzitting van 30 augustus 2018 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
Aanvankelijk had ik wel bedenkingen bij de herkomst van de goederen. Ik heb gevraagd of ze gestolen waren. Ik heb ook wel een paar keer gecontroleerd of iets als gestolen geregistreerd stond.
Ik heb de fiets van het merk Koga gekocht voor € 200,-. Op Marktplaats worden deze fietsen voor € 800,- à € 900,- verkocht.
Ik heb de 4 velgen met banden voor € 75,- gekocht.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 23 april 2018, opgenomen op pagina 44 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2018096156 d.d. 3 juni 2018, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 1] , zakelijk weergegeven, onder meer:
Adres: [straatnaam] te Drachten
Gistermiddag, donderdag 19 april 2018, omstreeks 12.00 uur heeft het hoveniersbedrijf de zij/toegangsdeur van de garage afgesloten. Vandaag, 20 april 2018, omstreeks 12.00 uur ging ik naar mijn garage via de zij-buitendeur. Ik zag toen dat de motormaaier/duwmodel was weggenomen. De motormaaier is mijn eigendom. Ik heb niemand toestemming gegeven de motormaaier wet te nemen en toe te eigenen.
Merk/type: Honda
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 juni 2018, opgenomen in van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2018096156 d.d. 3 juni 2018, inhoudende als relaas van verbalisant, zakelijk weergegeven, onder meer:
Op 08-06-2018, bracht ik verbalisant [verbalisant 3] , de inbeslaggenomen grasmaaier merk Honda terug bij aangever [slachtoffer 1] , wonende [straatnaam] te Drachten. Ik hoorde [slachtoffer 1] zeggen dat zij deze grasmaaier herkende als haar gestolen grasmaaier.
4.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 23 april 2018, opgenomen op pagina 54 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2] , zakelijk weergegeven, onder meer:
Adres: [straatnaam] te Drachten
De grasmaaier is mijn eigendom. Ik heb niemand het recht dan wel de toestemming gegeven om mijn grasmaaier weg te nemen met het oogmerk deze zich toe te eigenen. Op vrijdag 20 april, omstreeks 08.15 uur, kwam mijn tuinhulp, [naam 1] , mij uit de woning halen omdat mijn grasmaaier was weggenomen.
De schuur wordt afgesloten middels een houten deur. In de deur zit een slot. Het merk is Toro. Gistermiddag, 19 april 2018, heb ik de schuur rond 17:00 uur afgesloten middels de sleutel. De kozijn onder het raam is volledig vernield. Er is een deurpaneel, inclusief slot, met een opwaartse kracht uit de scharnieren getild. Hierdoor is het slot, welke aan een paneel was bevestigd er compleet uitgesprongen.
Merk/type: Toro Super Recycler
5.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 april 2018, opgenomen op pagina 132 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant, zakelijk weergegeven, onder meer:
Op zondag 22 april 2018 omstreeks 10:00 uur verscheen op het politiebureau dhr. [slachtoffer 2] . Wij verbalisanten lieten aan aangever een grasmaaier zien welke de politie in beslag had genomen. Hij herkende deze grasmaaier als zijnde die van hem.
6.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 13 april 2018, opgenomen op pagina 64 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 3] , zakelijk weergegeven, onder meer:
Adres: [straatnaam] te Drachten
Het weggenomen goed behoort mij toe. Niemand had het recht of de toestemming het goed weg te nemen. Donderdag 12 april 2018 omstreeks 17.30uur sloot ik mijn schuurtje door middel van een sleutel af voor de nacht. Vrijdag 13 april 2018 omstreeks 07.00uur kwam ik bij het schuurtje. Toen ik het schuurtje betrad zag ik dat mijn racefiets van het merk Koga Miyata verdwenen was. Ook zag ik dat de mountainbike verdwenen was, deze is van het merk Specialized.
7.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 april 2018, opgenomen op pagina 132 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant, zakelijk weergegeven, onder meer:
Op zondag 22 april 2018 omstreeks 13:00 uur verscheen op het politiebureau dhr. [slachtoffer 3] . In de aangifte werd gesproken over twee fietsen, waaronder een Koga Miyata racefiets met goednummer 998193 en een ATB fiets Specialized met goednummer 998191. Wij verbalisanten lieten aan aangever twee fietsen zien, welke door de politie in beslag waren genomen. Hij herkende beide fietsen, welke van hem waren.
8.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 9 maart 2018, opgenomen op pagina 68 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 4] , zakelijk weergegeven, onder meer:
Tussen 05/03/2018 en 07/03/2018 zijn uit het fietsenhok gelgen aan [straatnaam] te Drachten verschillende goederen weg genomen die op de goederenlijst staan vermeld. Ik ben eigenaar van de goederen. Ik heb niemand toestemming en/of het recht gegeven om de goederen weg te nemen en deze zich toe te eigenen.
Bijlage goederen:
- Object: Schoonmaakappa. (Hogedrukreinig) Merk/type: Karcher
-Voertuig: Fiets (Heren) Merk/type: Batavus
- Merk/type: Stihl Betreft een bandenzaag
- Merk/type: Stihl Betreft een heggenschaar op benzine
9.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 april 2018, opgenomen op pagina 132 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant(en), zakelijk weergegeven, onder meer:
Op zondag 22 april 2018 omstreeks 11:45 uur verscheen op het politiebureau dhr. [slachtoffer 4] Wij verbalisanten lieten aan aangever meerdere goederen zien, welke door de politie in beslag waren genomen. Hij herkende meerdere goederen, welke hij herkende als goederen van hem. Waaronder de Stihl bandenzaag goednummer 1000913, Stihl heggenschaar op benzine goednummer 1000905, Batavus herenfiets goednummer 1000924. Daarnaast herkende aangever een ATB fiets Cross Paraclassic goednummer 1000926 en een Husqvarna heggenschaar goednummer 1000909, welke hij niet had benoemd in de aangifte.
10.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 6 april 2018, opgenomen op pagina 72 voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 5] , zakelijk weergegeven, onder meer:
Adres: [straatnaam] te Drachten
Tijdstip achtergelaten: 02-04-2018 20:00
Tijdstip geconstateerd: 06-04-2018 12:30
Er is bij ons ingebroken in de schuur achter op ons terrein. Onze grasmaaier robot is gestolen. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit. Merk: HUSQVARNA
11.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 april 2018, opgenomen op pagina 74 voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant, zakelijk weergegeven, onder meer:
Op 22 april 2018, om 20:00 uur, toonde ik aangever [slachtoffer 5] een robot grasmaaier merk Husqvarna, goednummer 1000931, inbeslaggenomen op 21/04/2018, onder verdachte [verdachte] . Aangever herkende deze grasmaaier. Ik zag dat aangever op het display van de inbeslaggenomen grasmaaier een pincode invoerde en dat daarop de grasmaaier aanging/ van de beveiliging afsprong.
12.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 15 februari 2018 opgenomen op pagina 77 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 6] , zakelijk weergegeven, onder meer:
Adres: [straatnaam] te Drachten
Vandaag 7 februari 2018 rond 5.00 uur hoorden wij gestommel in de steeg. Toen wij ‘s morgens beneden kwamen, stond onze trap tegen de schuttingdeur. Toen wij bij het schuurtje kwamen, bleken een aantal goederen uit het schuurtje weggenomen. De schuttingdeur was op slot. De trap die tegen de deur geplaatst was, is ons eigendom.
Object: Verwarmingsapp (Kachel), Merk/type: Eurom Sunwave, Infraroodstraler
Object: Hogedrukappara, Karcher Normaal Model
Object: Compressor, Merk/type Hercules
Object: Haspel
13.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 22 april 2018 opgenomen op pagina 81 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant, zakelijk weergegeven, onder meer:
Op zondag 22 april 2018 omstreeks 16:30 uur verscheen [slachtoffer 6] aan het bureau Drachten. toonde ik aangever meerdere goederen welke door de politie in beslag waren genomen. Aangever herkende een infraroodstraler, hogedrukreiniger met bij behorende haspel en een compressor als zijnde zijn eigendom welke weggenomen waren bij de eerder genoemde inbraak.
14.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 15 februari 2018 opgenomen op pagina 82 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 7] , zakelijk weergegeven, onder meer:
Adres: [straatnaam] te Drachten
De diefstal heeft plaats gevonden op donderdag 5 april 2018 tussen 03:10 uur en 06:15 uur in de nacht. Ik zag wel bij mijn serre welke vast zit aan mijn schuurtje, dat de deur open stond. Deze stond niet open toen ik weg ging in de nacht. Wel zag ik dat de schutting deur was opengebroken. Er was een aggregaat gestolen. Door de politie was een advertentie geplaatst op Facebook. Ik ben op Facebook gaan kijken en herkende de aggregaat als die van mij. Bijlage goederen: Merk is Powertech
15.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 30 april 2018 opgenomen op pagina 88 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 8] , zakelijk weergegeven, onder meer:
In mijn schuur welke achter mijn woning staat, gelegen aan [straatnaam] te Drachten, zijn meerdere gereedschappen en mijn fiets weggenomen. Mijn schuur had ik afgesloten door middel van een schroef boven de klink Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit. Bijlage goederen:
- Accuboormachine Makita
- Bosch schuurmachine in een koffer
- Pneumatische boor in een koffer met meerdere boren.
- Gazelle Heren fiets.
16.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 mei 2018, opgenomen op pagina 93 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant, zakelijk weergegeven, onder meer:
Op 1 mei 2018 kwam aangever [slachtoffer 8] aan het politiebureau te Drachten. Aangever herkende in de hieronder inbeslaggenomen goederen, vermeld op KVI 2018096156-11 zijn gestolen goederen vermeld in zijn aangifte.
  • Fiets Gazelle Montreux goednummer 1000941
  • Accu boormachine Makita goednummer 1000939
  • Schuurmachine Bosch Pex 400ae goednummer 1000930
  • Boormachine Metabo in Bosch koffer goednummer 1000928
17.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 30 april 2018, opgenomen op pagina 94 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 9] , zakelijk weergegeven, onder meer:
Adres: [straatnaam] te Drachten
Ik doe aangifte van de diefstal van mijn 4 velgen met banden Ik had deze begin december buiten onder een afdakje in de achtertuin gelegd. Eind maart 2018, toen ik de velgen met banden weer onder mijn auto wilde zetten, zag ik dat de vier velgen gestolen waren. Op zondag 29 april ben ik op het politiebureau wezen kijken. Ik zag toen 1 setje van vier licht metalen velgen met daarop 4 conti sport banden liggen. Ik herkende deze set velgen met banden als mijn gestolen velgen met banden. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit feit.
18.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 30 april 2018, opgenomen op pagina 97 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 10] , zakelijk weergegeven, onder meer:
Adres: [straatnaam] te Drachten
Ik doe aangifte van inbraak schuur. Uit de schuur is mijn buitenboordmotor merk Tohatsu gestolen. Op woensdagavond 18 april 2018, omstreeks 22:00 uur sloot ik mijn schuurdeur af. Op donderdag 19 april 2018, om 08:00 uur, zag ik dat mijn buitenboordmotor van het merk Tohatsu was weggenomen. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van dit feit.
19.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 april 2018, opgenomen op pagina 100 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant, zakelijk weergegeven, onder meer:
Op donderdag 26 april 2018 deed ik onderzoek naar de inbeslaggenomen buitenboordmotor merk Tohatsu 6 PK, goednummer 100910. Ik hoorde van de medewerkster, nadat zij het serienummer van de inbeslaggenomen buitenboordmotor van mij had gekregen en in hun administratie had opgezocht, dat zij de motor op 25 mei 2017 verkocht hadden aan de heer [slachtoffer 10] . Op maandag 30 april had ik telefonisch contact met [slachtoffer 10] . Ik vroeg aan hem of hij in bezit was van een buitenboordmotor. Ik hoorde [slachtoffer 10] zeggen dat hij inderdaad eigenaar was van een buitenboordmotor merk Tohatsu.
20.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakte kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 2 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant, zakelijk weergegeven, onder meer:
Inbeslagneming
Plaats: [straatnaam] , Drachten
Datum en tijd: 20 april 2018 te 15.30 uur
Omstandigheden: grasmaaier werd in de tuin van verdachte aangetroffen
Beslagene
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [geboortedatum] 1989
Adres: [straatnaam]
Postcode, plaats: [woonplaats]
Goednummer: PL0100-201809156-1000871
Object: tuingereedschap (grasmaaier)
Merk/type: Honda
21.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakte kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 4 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant, zakelijk weergegeven, onder meer:
Inbeslagneming
Plaats: [straatnaam] , Drachten
Datum en tijd: 20 april 2018 te 15.30 uur
Omstandigheden: grasmaaier werd in de tuin van verdachte aangetroffen
Beslagene
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [geboortedatum] 1989
Adres: [straatnaam]
Postcode, plaats: [woonplaats]
Goednummer: PL0100-201809156-1000874
Object: tuingereedschap (grasmaaier)
Merk/type: Briggs Stratton 675
Kleur: Rood
22.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakte kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 7 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant, zakelijk weergegeven, onder meer:
Inbeslagneming
Plaats: [straatnaam] , Drachten
Datum en tijd: 20 april 2018 te 15.00 uur
Omstandigheden: Alle onderstaande goederen zijn op 21/04/2018, in de woning van verdachte [verdachte] aangetroffen
Beslagene
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [geboortedatum] 1989
Adres: [straatnaam]
Postcode, plaats: [woonplaats]
Volgnummer 1:
Goednummer : PL0100-2018096156-1000902
Categorie omschrijving : gereedschap
Object : Hogedrukapparaat
Merk/Type : Karcher
Volgnummer 3:
Goednummer : PL0100-2018096156-1000905
Categorie omschrijving : gereedschap
Object : heggenschaar
Merk/Type : Stihl
Volgnummer 6:
Goednummer : PL0100-2018096156-1000909
Categorie omschrijving : gereedschap
Object : heggenschaar
Merk/Type : Husqvarna
Volgnummer 7:
Goednummer : PL0100-20180961156-1000910
Object : buitenboordmotor
Merk/Type : Tohatsu
Volgnummer 10:
Goednummer : PL0100-2018096156-1000913
Object : zaagmachine
Merk/Type : Stihl
Volgnummer 12:
Goednummer : PL0100-2018096156-1000915
Object : Haspel
Volgnummer 17:
Goednummer : PL0100-2018096156-1000921
Object : Compressor
Merk/Type : Hercules
Volgnummer 20:
Goednummer : PL0100-2018096156-1000924
Voertuig : Fiets
Volgnummer 22:
Goednummer : PL0100-2018096156-1000926
Voertuig : Fiets (ATB)
Merk/Type : Cross
Volgnummer 23:
Goednummer : PL0100-2018096156-1000927
Object : Generator
Merk/Type : Power tech
Kleur : rood
Volgnummer 24:
Goednummer : PL0100-2018096156-1000928
Object : Boormachine
Merk/type : Metabo Bhe6011
Bijzonderheden : Zat in Bosch koffer
Volgnummer 25:
Goednummer : PL0100-2018096156-1000929
Voertuig : Fiets (ATB)
Merk/Type : Specialized
Volgnummer 26:
Goednummer : PL0100-2018096156-1000930
Object : Schuurmachine
Merk/Type : Bosch
Volgnummer 27:
Goednummer : PL0100-2018096156-1000931
Object : tuingereedschap (grasmaaier)
Merk/Type : Husqvarna Automower 220ac
Volgnummer 28:
Goednummer : PL0100-2018096156-1000933
Object : Verwarmingsapp. (kachel)
Merk/Type : Eurom Sun Wave
Volgnummer 29:
Goednummer : PL0100-2018096156-1000934
Voertuig : Fiets
Merk/Type : Koga
Volgnummer 32:
Goednummer : PL0100-2018061156-100937
Categorie omschrijving : onderdelen voertuig
Object : Velg
Merk/Type : Audi 225/45/R17
Aantal/eenheid : 4 stuks
Bijzonderheden : vier lichtmetalen velgen + banden conti sport
Volgnummer 35:
Goednummer : PL0100-2018096156-1000940
Object : boormachine
Merk/Type : Makita
Bijzonderheden : in Makita koffer
Volgnummer 36:
Goednummer : PL0100-2018096156-1000841
Voertuig : Fiets
Merk/Type : Gazelle
15.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 april 2018, opgenomen op pagina 126 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant, zakelijk weergegeven, onder meer:
Ik, [verbalisant 1] , bevond mij op 20 april 2018, omstreeks 16.00 uur ter hoogte van [straatnaam] in Drachten op straat. Ik zag dat er een oudere man aan kwam met een fiets. Ik hoorde hem zeggen dat hij vroeg in de ochtend van 20 april, tussen ongeveer 06:00 uur en 07:00 uur, [verdachte] thuis had zien komen en dat hij een aantal goederen in de handen had. Wat dat precies was kon hij door het weer en de afstand niet heel goed zien. Ik hoorde hem verder nog zeggen dat hij [verdachte] op de mountainbike thuis zag komen op dat moment.
16.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 april 2018, opgenomen op pagina 131 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant, zakelijk weergegeven, onder meer:
Verbalisant [verbalisant 3] heeft op 21 april de telefoon van verdachte [verdachte] inbeslaggenomen alsmede vele goederen uit de woning van verdachte [verdachte] . Op maandag 23 april 2018, omstreeks 08.00 uur zag ik in de telefoon van verdachte [verdachte] , onder de noemer foto's een aantal goederen. Verder zag ik dat ook op 7 februari 2018 er een foto was van een compressor kleur rood van het merk Herkules. Aangever [slachtoffer 6] heeft op 21 april 2018, deze goederen ook herkend als zijnde zijn eigendom.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1, 2 en 6 telkens primair en het onder 3 t/m 5 en 7 t/m 10 telkens subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. primair
hij in de periode omvattende de dagen 19 april 2018 en 20 april 2018 te Drachten, uit een schuur gelegen aan [straatnaam] , aldaar, een grasmaaier van het merk Honda, dat toebehoorde aan [slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2. primair
hij in de periode omvattende de dagen 19 april 2018 en 20 april 2018 te Drachten, uit een schuur gelegen aan of bij [straatnaam] , aldaar, een grasmaaier van het merk Toro, Super Recycler, dat toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen grasmaaier onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
3. subsidiair
hij in de periode van 12 april 2018 en 21 april 2018 te Drachten, goederen te weten een racefiets van het merk Koga Miyata en een ATB fiets van het merk Specialized heeft voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
4. subsidiair
hij in de periode van 5 maart 2018 tot en met 21 april 2018 te Drachten, goederen te weten een fiets van het merk Batavus en een zaagmachine van het merk Stihl en een heggenschaar van het merk Stihl en een heggenschaar van het merk Husqvarna en een fiets van het merk Cross heeft voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen wist dat het een door misdrijf verkregen goederen betrof;
5. subsidiair
hij in de periode van 2 april 2018 tot en met 21 april 2018 te Drachten, een goed te weten een grasmaaier van het merk Husqvarna heeft voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
6. primair
hij op 7 februari 2018 te Drachten, uit een schuur gelegen aan [straatnaam] , een haspel en een hogedrukreiniger van het merk Kärcher en een compressor van het merk Hercules en een kachel van het merk Eurom, type sun-wave), toebehorende aan [slachtoffer 6] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak. heeft voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen wist dat het een door misdrijf verkregen goederen betrof;
7. subsidiair
hij in de periode van 5 april 2018 tot en met 21 april 2018 te Drachten, een aggregaat/generator van het merk Power Tech, kleur rood, voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
8. subsidiair
hij in de periode van 16 april 2018 tot en met 21 april 2018 te Drachten, goederen te weten een fiets van het merk Gazelle en een boormachine van het merk Makita en een schuurmachine van het merk Bosch en een boormachine in een koffer heeft voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
9. subsidiair
hij in de periode van 1 december 2017 tot en met 21 april 2018 te Drachten, goederen te weten 4 velgen met banden voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
10. subsidiair
hij in de periode van 18 april 2018 tot en met 21 april 2018 te Drachten, een goed te weten een buitenboordmotor (van het merk Tohatsu) voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Verdachte zal van het onder 1, 2 en 6 telkens primair en het onder 3, 4, 5 en, 7 t/m 10 telkens subsidiair meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. primair Diefstal
2 primair, 6 primair, telkens Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
3 t/m 5, 7 t/m 10 subsidiair, telkens Opzetheling
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van hetgeen zij bewezen acht wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 365 dagen waarvan 220 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar met aftrek van de dagen doorgebracht in voorarrest, met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft met betrekking tot een mogelijke strafoplegging en tenuitvoerlegging van voorwaardelijke veroordelingen verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Hij heeft een baan en een woning die hij dreigt te verliezen bij langdurige detentie.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsvrouw.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich gedurende een korte periode schuldig gemaakt aan meerdere vermogensdelicten. Hij heeft daarmee getoond geen respect voor eigendommen van een ander te hebben en bovendien heeft hij overlast en schade veroorzaakt bij de slachtoffers. Verdachte heeft alleen aan zijn eigen financieel gewin gedacht en dat rekent de rechtbank hem aan.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte, blijkens het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 2 augustus 2018, eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Dit heeft hem er kennelijk niet van weerhouden opnieuw te helen en te stelen. Bovendien heeft verdachte de feiten gepleegd terwijl hij in een proeftijd liep.
In een adviesrapport d.d. 27 augustus 2018, opgemaakt door [naam 2] , reclasseringswerker Verslavingszorg Noord Nederland (hierna VNN), staat onder meer opgenomen dat verdachte ondanks diverse interventies in een forensisch kader en toezicht van de reclassering is teruggevallen in drugsgebruik en delictgedrag. Uit recent onderzoek van de Forensische Polikliniek van VNN is gebleken dat er sprake is van een stoornis in het autismespectrum. Verdachte staat open voor een intensieve behandeling om tot gedragsverandering te komen. Het recidiverisico en terugval in drugsgebruik wordt ingeschat als hoog. De reclassering adviseert een klinische behandeling in een forensisch kader om de recidivekans te beperken.
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden waarvan vier maanden voorwaardelijk met aftrek van de dagen doorgebracht in voorarrest en met een proeftijd van drie jaren, passend en geboden is. De bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering zal de rechtbank hieraan verbinden.

Benadeelde partij

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
1. [slachtoffer 1] , tot een bedrag van € 250,- ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
2. [slachtoffer 6] , tot een bedrag van € 1.535,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
3. [slachtoffer 4] , tot een bedrag van € 465,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan en € 440,- aan proceskosten.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft volledige toewijzing van de civiele vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 6] en [slachtoffer 1] gevorderd, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
Met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] heeft zij zich op het standpunt gesteld dat deze niet-ontvankelijk verklaard moet worden wegens het ontbreken van onderbouwing.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard moeten worden gelet op de bepleite vrijspraak.
Indien de rechtbank wel tot een bewezenverklaring komt, dienen ze alsnog niet-ontvankelijk verklaard te worden omdat zij de goederen terug hebben ontvangen. Daarnaast staan de door benadeelde partij [slachtoffer 6] opgevoerde goederen niet allemaal in de tenlastelegging opgenomen. Daarnaast dient de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk verklaard te worden in zin vordering omdat er geen rekening is gehouden met het feit dat het een afgeschreven grasmaaier betrof.
Oordeel van de rechtbank
Hoewel naar het oordeel van de rechtbank voldoende aannemelijk is geworden dat de benadeelde partijen , [slachtoffer 1] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 6] schade hebben geleden die het rechtstreeks gevolg is van het onder 1 primair, 4 subsidiair, en 6 primair bewezen verklaarde, beschikt de rechtbank over onvoldoende informatie om de hoogte van de geleden schade te kunnen beoordelen. Schorsing van het onderzoek om de benadeelde partijen de hoogte van de schade alsnog te laten aantonen, zal leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding en daartoe zal dan ook niet worden overgegaan. De rechtbank zal de vorderingen daarom niet-ontvankelijk verklaren. De vorderingen kunnen slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.

Vordering na voorwaardelijke veroordeling met parketnummer 18/720426-14

Bij onherroepelijk geworden vonnis van 2 april 2015, gewezen door de meervoudige strafkamer in de rechtbank Noord-Nederland, is verdachte veroordeeld tot -voor zover hier van belang- een gevangenisstraf voor de duur van 360 dagen waarvan 254 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. De proeftijd is ingegaan op 17 april 2015.
Bij vonnis d.d. 11 augustus 2015 van de meervoudige kamer in de rechtbank Noord-Nederland is een deel van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf, te weten 111 dagen tenuitvoergelegd. Bij vonnis d.d. 29 december 2017 van de meervoudige kamer in de rechtbank Noord-Nederland is de proeftijd verlengt met 1 jaar.
De officier van justitie heeft bij vordering d.d. 9 augustus 2018 de tenuitvoerlegging gevorderd van de bij voormeld vonnis voorwaardelijk opgelegde straf.
De hiervoor bewezen verklaarde feiten zijn door verdachte begaan voor het einde van de bij voormeld vonnis gestelde proeftijd.
Nu veroordeelde de in voormeld vonnis gestelde algemene voorwaarde niet heeft nageleefd, zal de rechtbank de tenuitvoerlegging gelasten van het overige deel van de hem bij voornoemd vonnis van 2 april 2015 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 143 dagen.

Vordering na voorwaardelijke veroordeling met parketnummer 18/720263-17

Bij onherroepelijk geworden vonnis van 29 december 2017, gewezen door de meervoudige strafkamer in de rechtbank Noord-Nederland, is verdachte veroordeeld tot -voor zover hier van belang- een gevangenisstraf voor de duur van 283 dagen waarvan 200 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. De proeftijd is ingegaan op 13 januari 2018.
De officier van justitie heeft bij vordering d.d. 24 juli 2018 de tenuitvoerlegging gevorderd van de bij voormeld vonnis voorwaardelijk opgelegde straf.
De hiervoor bewezen verklaarde feiten zijn door verdachte begaan voor het einde van de bij voormeld vonnis gestelde proeftijd.
Nu veroordeelde de in voormeld vonnis gestelde algemene voorwaarde niet heeft nageleefd, zal de rechtbank de tenuitvoerlegging gelasten van de hem bij voornoemd vonnis van 29 december 217 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 200 dagen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 57, 310, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 3 t/m 5, 7 t/m 10 telkens primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 en 6 telkens primair en het onder 3 t/m 5, 7 t/m 10 telkens subsidiair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden.

Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de (eventuele) uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot vier maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de (eventuele) uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Stelt als algemene voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. dat de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarde(n):
1. dat de veroordeelde zich binnen vijf dagen na het ondergaan van zijn detentie zal melden bij de reclassering van Verslavingszorg Noord Nederland (VNN). Hij zal zich melden op afspraken met de reclassering, zo frequent en zolang de reclassering dat nodig acht;
2. dat de veroordeelde zich gedurende maximaal één jaar zal laten opnemen in het Intramuraal Motivatie Centrum van VNN of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de huisregels en aanwijzingen die de veroordeelde in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven. Indien de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen, woonbegeleiding of maatschappelijke opvang gewenst vindt, dan zal veroordeelde meewerken aan de indicatiestelling en plaatsing.
Draagt de reclassering op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Ten aanzien van de civiele vorderingen van de benadeelde partijen:
Bepaalt dat de
benadeelde partijen [slachtoffer 4] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 1]in hun vorderingen niet ontvankelijk zijn en dat zij de vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.

Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer

18-730426-14:
Gelast de tenuitvoerlegging van het overige deel van de gevangenisstraf voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de Rechtbank Noord-Nederland d.d. 2 april 2015, te weten: een gevangenisstraf voor de duur van
143 dagen.

Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer

18/720263-17:
Gelast de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de Rechtbank Noord-Nederland d.d. 29 december 2017 te weten: een gevangenisstraf voor de duur van
200 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.B. de Wit, voorzitter, mr. Th.A. Wiersma en mr. A.W. Wassink, rechters, bijgestaan door W. van Goor, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 september 2018.
mr. A.W. Wassink is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.