ECLI:NL:RBNNE:2018:3617

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
10 september 2018
Publicatiedatum
7 september 2018
Zaaknummer
18/930145-17
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bezit van kinderporno en vrijspraak voor ontucht met minderjarige

Op 10 september 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van ontucht met een minderjarige en het in bezit hebben van kinderporno. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de ontucht, omdat de verklaring van het slachtoffer niet voldoende steun vond in ander bewijs. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van het slachtoffer, hoewel emotioneel, niet voldoende was om tot een veroordeling te komen, aangezien er geen andere getuigen waren die de ontuchtige handelingen hadden waargenomen. De rechtbank benadrukte dat het bewijs niet uitsluitend op de verklaring van één getuige kan steunen, zoals vastgelegd in artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering.

Ten aanzien van het bezit van kinderporno, dat op 20 april 2017 werd aangetroffen op de laptop van de verdachte, oordeelde de rechtbank dat de verdachte zich bewust was van de kans dat hij kinderporno in zijn bezit had. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte in totaal meer dan 11.000 kinderpornografische afbeeldingen had gedownload, waarvan ongeveer 9.300 toegankelijk waren. De rechtbank legde een gevangenisstraf van één dag op, naast een taakstraf van 240 uren, en benadrukte de ernst van het bezit van kinderporno en de impact daarvan op de slachtoffers. De benadeelde partij, het slachtoffer, werd niet ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat het feit niet bewezen was verklaard.

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht, en heeft de strafmotivering gebaseerd op de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte, die sinds 2001 niet meer in aanraking was gekomen met de politie.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/930145-17
ter berechting gevoegd parketnummer 18/930004-18
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 10 september 2018 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [straatnaam] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
27 augustus 2018.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. S. Roosjen, advocaat te Groningen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. C.V. van Overbeeke.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van
1 maart 2015 tot en met 30 juni 2016 te [pleegplaats] , gemeente Aa en Hunze, en/of elders in Nederland, (telkens) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 1998, hebbende verdachte (telkens)
- die [slachtoffer] onder haar shirt op haar lichaam betast en/of
- een of meer van zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en/of
- de borsten van die [slachtoffer] vastgepakt/betast en/of
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en/of
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht,
hebbende verdachte (telkens) dat/die feit(en) begaan tegen die [slachtoffer] bij wie misbruik van een kwetsbare positie werd gemaakt;
2.
hij op of omstreeks 20 april 2017, in de gemeente Aa en Hunze, in elk geval in Nederland, een of meer afbeeldingen, te weten (ongeveer 9.300) (digitale) fotobestanden en/of
(ongeveer 8) (digitale) filmbestanden op een of meer gegevensdragers, of een of meer gegevensdragers, bevattende een of meer afbeeldingen, in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeelding(en) een of meer seksuele gedragingen zichtbaar was/waren, waarbij (telkens) een of meer personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had(den) bereikt, was/waren betrokken of schijnbaar was/waren betrokken, welke voornoemde seksuele gedraging(en) -zakelijk weergegeven- bestonden uit:
A. het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (andere) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Bestandsnamen/bestandsnaam (op laptop merk Asus): [bestandsnaam] .jpg en/of [bestandsnaam] .jpg)
en/of
B. het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen, de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt en/of het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen, de billen en/of de borsten van een (andere) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt (Bestandsnamen/bestandsnaam (op laptop merk Asus): [bestandsnaam] .jpg en/of [bestandsnaam] .jpg en/of [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] .jpg)
en/of
C. het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed en/of opgemaakt was en/of poseerde in een omgeving en/of met een of meer voorwerpen en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar/zijn leeftijd paste en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/zijn kleding ontdeed en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht werden (waarbij) de afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling
(Bestandsnamen/bestandsnaam (op laptop merk Asus): [bestandsnaam] .jpg
en/of [bestandsnaam] .jpg en/of [bestandsnaam]
en/of
D. het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Bestandsnamen/bestandsnaam (op laptop merk Asus): [bestandsnaam] .jpg en/of [bestandsnaam] .jpg)
(waarbij) de afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling voor het onder 1 en 2 ten laste gelegde gevorderd.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat de verklaring van [slachtoffer] gedetailleerd, consistent en betrouwbaar is. Haar verklaring wordt ondersteund door notities in haar dagboek en door de verklaring van haar moeder, getuige [getuige] . [getuige] heeft verklaard dat [slachtoffer] bang was en huilde toen [slachtoffer] haar verhaal deed. Ook heeft [getuige] verklaard dat zij heeft gezien dat verdachte haar dochter tijdens een stoeipartij onder haar T-shirt heeft gekieteld en dat verdachte heeft gezegd dat hij niet meer alleen met [slachtoffer] wilde zijn om niet in verleiding te komen.
In de verklaring die verdachte ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft afgelegd, zitten inconsistenties. Op de laptop die verdachte als enige gebruikte, is kinderporno aangetroffen, waarbij hele jonge meisjes betrokken waren. Daarnaast hebben getuige [getuige] en [slachtoffer] verklaard over verdachtes voorkeur voor jonge meisjes en de foto's van schaars geklede jonge meisjes als achtergrond op zijn beeldscherm.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1 en 2 ten laste gelegde. Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat al het bewijs afkomstig is van één bron, [slachtoffer] . De andere verklaringen zijn de auditu. Het enige wat [getuige] zelf heeft waargenomen, is het kietelen. De gestelde dagboeknotities zijn pas in april op tafel gekomen en betreffen twee losse briefjes, waarvan niet blijkt wanneer zij geschreven zijn. Daar komt bij dat de verklaring van [slachtoffer] niet betrouwbaar is. Verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer] aangifte heeft gedaan omdat ze haar zin niet kreeg en omdat verdachte haar geen cadeautjes meer kon geven. Uit het dossier komt naar voren dat het gedrag van [slachtoffer] problematisch was. Ze loog alles aan elkaar, maakte ruzie met haar moeder en heeft ook haar biologische vader beschuldigd van seksueel misbruik. Ook uit de verklaring van getuige [getuige] komt naar voren dat haar dochter niet altijd de waarheid spreekt. De verklaring die [slachtoffer] bij de politie heeft afgelegd ten aanzien van het misbruik door verdachte, dat in het bos zou hebben plaatsgevonden, is onduidelijk. Ook is niet duidelijk wat er precies is gebeurd en hoe vaak er iets is gebeurd. [slachtoffer] heeft verklaard dat zij alles heeft bijgehouden in haar dagboek, maar haar dagboek is niet aan het dossier toegevoegd.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte niet bewust kinderpornografische afbeeldingen heeft gezocht en gedownload. Deze afbeeldingen zijn als onbedoelde bijvangst met de door verdachte gedownloade afbeeldingen van modellen meegekomen. Het is ondoenlijk om bij dergelijke hoeveelheden gedownloade afbeeldingen alles te bekijken. Een percentage kinderporno van 10% is dan relatief klein. Verdachte was zich niet bewust van die beelden. Toen de politie binnenviel, was hij bestanden aan het verwijderen. Hieruit blijkt wel dat hij niet de intentie had om kinderporno in zijn bezit te hebben.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde niet wettig bewezen. Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hierbij het volgende. Volgens het tweede lid van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) - dat de tenlastelegging in haar geheel betreft en niet een onderdeel daarvan - kan het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door één getuige gereleveerde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal.
De vraag of aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid Sv is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval (vgl. Hoge Raad 13 juli 2010, LJN BM2452).
In het dossier bevinden zich weliswaar verklaringen die de lezing van [slachtoffer] op bepaalde punten ondersteunen, maar deze verklaringen hebben allemaal dezelfde bron, namelijk [slachtoffer] zelf. Geen van de getuigen heeft immers de verweten ontuchtige gedragingen zelf waargenomen. De rechtbank is daarom van oordeel dat niet aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid Sv is voldaan. De rechtbank ziet in de door de officier van justitie opgesomde feiten en omstandigheden onvoldoende steunbewijs voor de verklaring van [slachtoffer] . Dit geldt in de eerste plaats voor de heftige emoties van [slachtoffer] toen zij voor het eerst over het misbruik sprak. De rechtbank overweegt hiertoe dat getuige [getuige] heeft verklaard dat [slachtoffer] flipte na ontvangst van een WhatsApp-bericht van verdachte, waarin hij zei dat [slachtoffer] lui was, waarop [slachtoffer] direct daarna vertelde dat verdachte ontuchtige handelingen bij haar had gepleegd. Gelet op de context waarin deze plotselinge mededeling werd gedaan, de gemoedsbeweging waarin [slachtoffer] kennelijk reeds verkeerde, het tijdsverloop tussen de periode waarin de ontuchtige handelingen zouden zijn begaan en het moment van deze emotionele reactie, is de rechtbank van oordeel dat de door [getuige] bij [slachtoffer] waargenomen emoties geen overtuigend steunbewijs opleveren voor het ten laste gelegde. Dit geldt ook voor de gestelde dagboekfragmenten. Het betreft twee losse papiertjes waarvan niet duidelijk is of ze uit het dagboek van [slachtoffer] komen. Bovendien zijn ze niet gedateerd, zodat niet te achterhalen is wanneer deze notities door [slachtoffer] zouden zijn geschreven. Tot slot is het kietelen onder een shirt op zichzelf niet zonder meer een ontuchtige handeling. Daar komt bij dat [getuige] dit op het moment van waarnemen kennelijk niet als ongepast heeft ervaren.
De rechtbank past ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal d.d. 8 augustus 2017 met bijlagen, opgenomen op pagina 27 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2017300558 d.d. 20 december 2017, inhoudende als relaas van verbalisant:
In het opsporingsonderzoek contra [verdachte] is op 20 april 2017 op het adres [straatnaam] te [pleegplaats] binnengetreden en werden goederen in beslag genomen.
In beslag genomen:
Beslagcode Soort goed: Bijzonderheid:
864798 laptop Asus Pro591
Na verricht onderzoek zijn de in deze gegevensdrager aanwezige bestanden ter beoordeling aan mij aangeboden. Ik heb een nader onderzoek ingesteld naar het aangetroffen materiaal. Ik trof in het te onderzoeken materiaal in totaal 118655 afbeeldingen (117361 foto's en 1294 films/video's) aan. Ik heb vastgesteld dat hierop in totaal 14774 afbeeldingen voorkwamen die kinderpornografisch zijn. Het betreft hier 14764 foto's en 10 films/video's. Totaal strafbare kinderpornografische afbeeldingen: 11711. Deze afbeeldingen zijn alle bekeken en de inhoud daarvan is verwerkt in de bijgevoegde collectiescan, die als bijlage II bij dit proces-verbaal is gevoegd.
De als bijlage II gevoegde collectiescan bevat een weergave van de in het in beslag genomen materiaal aangetroffen strafbare elementen. In deze collectiescan is door het plaatsen van een X aangegeven welke vormen van seksuele handelingen zichtbaar waren op de foto's en films/video's. Hierbij dient te worden opgemerkt dat in een film sprake kan zijn van meerdere vormen van seksuele handelingen, terwijl doorgaans op een foto één handeling te zien is. De collectiescan geeft dan ook weer welke verschillende vormen van seksuele
handelingen door mij op de kinderpornografische afbeeldingen zijn waargenomen.
Bijlage III bevat een overzicht van de aantallen aangetroffen kinderpornografische foto's en films/video's. Het overzicht geeft per in beslag genomen voorwerp weer in welke hoeveelheden de foto's en/of films/video's aanwezig waren. De door mij in de collectiescan opgenomen afbeeldingen zijn afkomstig uit diverse locaties. 9347 afbeeldingen zijn afkomstig uit de locatie "Accessible", 2 afbeeldingen zijn afkomstig uit de locatie "Recycle Bin".
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen
d.d. 30 mei 2018, los gevoegd bij voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
De bestandsnamen in de collectiescan, welke bij het dossier van [verdachte] is gevoegd, zijn allemaal afkomstig van de gegevensdrager Asus Pro, inbeslagname nummer 864798.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 28 november 2017, opgenomen op pagina 47 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verdachte:
Ik woon in [pleegplaats] . Er waren twee computers in de woning waarin ik sta ingeschreven, een Asus laptop en een Acer laptop. De Asus gebruikte ik. Die heb ik nieuw gekocht. Ik zocht op erotische modellen als pc achtergrond. Ik ben één keer een map tegengekomen waarvan ik dacht 'he dit is geen 18 plus'. Ik downloadde deze map toen 's avonds en de volgende dag bekeek ik het materiaal en toen zag ik een meisje van een jaar of 15/16 die dus niet volwassen was.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor
d.d. 26 september 2016, opgenomen op pagina 67 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2016230456 d.d. 13 mei 2017, inhoudende als verklaring van [getuige] :
Op de laptop van Arnold [verdachte] staan meisjes van 16-18 jaar, schaars gekleed. Ik heb dit zelf gezien.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 januari 2017, opgenomen op pagina 80 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2016230456 d.d. 13 mei 2017, inhoudende als relaas van verbalisant:
Op 18 oktober 2016 werd [slachtoffer] , geboren [geboortedatum] 1998, gehoord.
Vraag: Weet jij ook wat Arnold op de computer bekijkt?
Antwoord: Ja, hij heeft als achtergrond allemaal meisjes, ik denk mijn leeftijd. Allemaal tienertjes en zo met lingerie aan of gewoon dit naakt ( [slachtoffer] wijst naar haar borsten), of onderkant naakt en hij heeft pornosites erop staan.
Vraag: Zijn dat duidelijk minderjarigen?
Antwoord: Ja, duidelijk. Ze hebben haast geen borsten, het gezicht is gewoon nog jonger dan dat van mij, dus. Hij heeft zelf gezegd dat het minderjarige meisjes zijn. Hij zoekt namelijk op sommige speciale sites. Dan heeft hij iets van honderdvijftig foto's die verspringen na vijf minuten. Hij heeft een Acer. Ik noem het een computer maar het is een laptop.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Het in bezit hebben van kinderporno in de zin van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht (Sr) is slechts strafbaar indien sprake is van opzet, al dan niet in voorwaardelijke vorm. Daarbij moet komen vast te staan dat verdachte zich in meer of mindere mate bewust is geweest van de aanwezigheid van kinderporno op zijn computer en dat dit materiaal ook daadwerkelijk voor hem toegankelijk was. Op 20 april 2017 is in de woning van verdachte een laptop in beslag genomen, waarop in totaal meer dan 11.000 kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen. Ongeveer 9.300 van deze afbeeldingen waren voor verdachte toegankelijk. De verdediging heeft als verweer gevoerd dat deze afbeeldingen als bijvangst op de laptop zijn terechtgekomen en dat het opzet van verdachte er niet op was gericht om kinderporno te downloaden. Dat verdachte, zoals hij stelt, niet gericht op zoek is geweest naar kinderporno, brengt naar het oordeel van de rechtbank echter niet mee dat het verweer van de verdediging dat geen sprake is geweest van opzet, opgaat. Naar het oordeel van de rechtbank is in ieder geval sprake van voorwaardelijk opzet. Verdachte was ervan op de hoogte dat, door op grote schaal pornografische afbeeldingen vanaf het internet op zijn computer op te slaan, het risico bestaat dat zich daartussen ook kinderpornografische afbeeldingen als bedoeld in artikel 240b Sr bevinden. Verdachte heeft immers verklaard dat hij, nadat hij een map met erotische modellen had gedownload, een foto van een meisje van 15 of 16 jaar oud aantrof. Daarmee staat vast dat verdachte zich bewust is geweest van de aanmerkelijke kans dat hij door het downloaden van geoorloofd pornografisch materiaal op de wijze waarop hij heeft gedaan tevens kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit zou krijgen en dat hij die kans heeft aanvaard. Dat dit slechts eenmaal is voorgekomen en dat het slechts om één foto zou gaan die hij direct zou hebben verwijderd, net voordat de politie de laptops in beslag kwam nemen, acht de rechtbank, mede gelet op de hiervoor vermelde verklaringen van [slachtoffer] en getuige [getuige] , ongeloofwaardig.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij op 20 april 2017, in de gemeente Aa en Hunze, afbeeldingen, te weten digitale fotobestanden en digitale filmbestanden op een gegevensdrager, in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar waren, waarbij telkens een of meer personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt, waren betrokken of schijnbaar waren betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen -zakelijk weergegeven- bestonden uit:
A. het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (andere) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Bestandsnamen/bestandsnaam (op laptop merk Asus): [bestandsnaam] .jpg en/of [bestandsnaam] .jpg)
en
B. het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen, de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt en/of het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen, de billen en/of de borsten van een (andere) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt (Bestandsnamen/bestandsnaam (op laptop merk Asus): [bestandsnaam] .jpg en/of [bestandsnaam] .jpg en/of [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] .jpg)
en
C. het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed en/of opgemaakt was en/of poseerde in een omgeving en/of met een of meer voorwerpen en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar/zijn leeftijd paste en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/zijn kleding ontdeed en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht werden (waarbij) de afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling
(Bestandsnamen/bestandsnaam (op laptop merk Asus): [bestandsnaam] .jpg en/of [bestandsnaam] .jpg en/of [bestandsnaam]
en
D. het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Bestandsnamen/bestandsnaam (op laptop merk Asus): [bestandsnaam] .jpg en/of [bestandsnaam] .jpg),
waarbij de afbeeldingen aldus een onmiskenbaar seksuele strekking hadden en strekten tot seksuele prikkeling.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
2. een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit, bij een vrijspraak voor het onder 1 ten laste gelegde, voor een voorwaardelijke gevangenisstraf met een taakstraf. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat verdachte uit een diep dal is geklommen en dat hij, bij een gevangenisstraf, zoals de officier van justitie heeft gevorderd, weer terug bij af zal zijn. Daarnaast heeft de raadsman erop gewezen dat de gehanteerde richtlijnen ten aanzien van het bezit van kinderporno een taakstraf van 240 uur aangeven.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportage, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderporno. De strafbaarstelling van dit feit heeft als achtergrond de bescherming van jeugdigen tegen seksueel misbruik en tegen de nadelige gevolgen die het maken en verspreiden van opnames van seksueel gedrag waarbij jeugdigen betrokken zijn, met zich brengen. Verdachte heeft met het downloaden van kinderporno een bijdrage geleverd aan de beschadiging van de betrokken jeugdige personen. De vraag naar kinderporno houdt immers het aanbod en daarmee het vervaardigen en het verspreiden van kinderporno in stand. Het nadeel voor de betrokken kinderen bestaat niet alleen uit de directe ernstige gevolgen van het seksueel misbruik zelf, maar ook uit de omstandigheid dat eenmaal op internet gepubliceerde foto’s of films - door de snelheid en het gemak waarmee dergelijke bestanden kunnen worden vermenigvuldigd - daar feitelijk niet meer van kunnen worden afgehaald. Die kinderen kunnen daardoor nog op latere leeftijd met deze foto’s of films worden geconfronteerd.
Verdachte heeft geen oog gehad voor de positie en het leed van de slachtoffers, die nog jarenlang, zo niet hun hele leven, niet alleen psychische, maar vaak ook lichamelijke gevolgen ondervinden van het (seksueel) misbruik dat zij hebben moeten doorstaan.
Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank acht geslagen op het aantal kinderpornografische afbeeldingen, ongeveer 9.300, de leeftijd van de kinderen, alsmede de aard van de handelingen die op deze bestanden in beeld worden gebracht.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat uit het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie blijkt dat verdachte sinds 2001 niet meer in aanraking is geweest met politie en justitie.
Uit het reclasseringsrapport van 8 augustus 2018 komt naar voren dat verdachte zijn leven redelijk op orde heeft. Hij beschikt over zelfstandige woonruimte, heeft een steunend sociaal netwerk en heeft sinds kort weer werk met zicht op een vast dienstverband. Er is geen sprake van middelenproblematiek en er zijn sinds mei 2018 geen schulden meer. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal mogelijk betekenen dat verdachte zijn baan en woning verliest.
Alles afwegende en mede gelet op het bepaalde in artikel 22b Sr, is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van één dag en een maximale taakstraf moeten worden opgelegd. De rechtbank komt tot een andere strafmodaliteit dan de officier van justitie, nu zij de onder 1 ten laste gelegde ontucht niet bewezen acht. De rechtbank ziet geen aanleiding om bijzondere voorwaarden op te leggen.

Benadeelde partij

[slachtoffer] heeft zich met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 311, - ter vergoeding van materiële schade en € 10.000, - ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
De rechtbank acht het feit niet bewezen waaruit de schade zou zijn ontstaan. De benadeelde partij zal daarom niet ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
- een gevangenisstraf voor de duur van één dag
en
- een taakstraf voor de duur van 240 uren.
Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 120 dagen zal worden toegepast.
Ten aanzien van 18/930145-17, feit 1:
Bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer]in haar vordering niet ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Bepaalt dat deze benadeelde partij en verdachte de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter, mr. M.B.W. Venema en
mr. W. Geelhoed, rechters, bijgestaan door mr. M.A. Reese-Knigge, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 10 september 2018.