ECLI:NL:RBNNE:2018:3614
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering na beoordeling van arbeidsongeschiktheid en medische beperkingen
Op 6 september 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, een huishoudelijk medewerker, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres had een WIA-uitkering aangevraagd na zich ziek te hebben gemeld vanwege chronische darmklachten. Het primaire besluit van 25 juli 2017, waarin haar aanvraag werd afgewezen, werd door het Uwv gehandhaafd in het bestreden besluit van 27 november 2017. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 26 juli 2018 heeft eiseres haar standpunt toegelicht, waarbij zij aanvoerde dat niet alle beperkingen in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) zijn meegenomen. De rechtbank heeft de rapporten van de verzekeringsartsen P.J. English-Bijlsma en M.J. de Lange beoordeeld, die concludeerden dat eiseres meer dan 65% van haar loon kan verdienen en dat er geen indicatie is voor een WIA-uitkering. De rechtbank oordeelde dat de medische beoordeling door de verzekeringsartsen zorgvuldig was en dat de door eiseres aangedragen argumenten niet voldoende waren om aan te nemen dat haar beperkingen niet juist waren vastgelegd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het bestreden besluit zorgvuldig was voorbereid en dat het Uwv op goede gronden heeft geweigerd eiseres met ingang van 29 augustus 2017 in aanmerking te brengen voor een WIA-uitkering. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.