Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[gedaagde 2],
1.De verdere procedure
- het incidenteel vonnis van 14 juni 2017;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie;
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken;
- de aanhouding van de zaak in verband met schikkingsonderhandelingen (mediation);
- de mededeling van partijen dat voortgeprocedeerd moet worden.
2.De feiten
in conventie en in reconventie
bijlage 2aangeduid met de letter C) te komen en te gaan naar het tenniscentrum.
de gebruiksovereenkomst.
bijlagetreft u aan kopie van de bouwvergunning + de bijbehorende tekeningen en offerte van Dijkstra Draaisma.
nietinstemmen met vrijgave van gelden vanuit het depot ten behoeve van de realisatie van een gang door het tenniscentrum, noch met de feitelijke realisatie van de gang. Dit standpunt vloeit voort uit de door uw cliënt beoogde wijzigingen in de planopzet.
3.Het geschil en de beoordeling daarvan
in conventie en in reconventie
vordering onder 2 in conventievoor afwijzing gereed ligt. Gelet op de voorwaarde waaronder de vordering in reconventie is ingesteld zal de rechtbank niettemin ook moeten beoordelen of De Molen afstand heeft gedaan van recht ten aanzien van de leveringsverplichting en/of dat de rechtsvordering tot nakoming is verjaard.
(vordering I)primair gevorderd dat zij wordt ontslagen van de verplichting tot levering van de ballonhal en subsidiair dat de koopovereenkomst en de Akte op dit punt worden ontbonden. Gelet op de vereisten voor deze vorderingen is in beide gevallen van belang of De Molen in verzuim verkeert met betrekking tot haar verplichtingen ten aanzien van de ballonhal. Volgens de Healthclub is dit het geval. Zij heeft hiertoe het volgende aangevoerd. De enige verplichting die op de Healthclub rust, betreft het leveren van de ballonhal. De Molen dient te zorgen voor de benodigde voorzieningen en installaties en aldus ook voor het aanleveren van de specificaties en het aanvragen van de bouwvergunning. Voor wat betreft de specificaties is van belang dat de ballonhal qua maatvoering zou passen op de nog door De Molen te realiseren dan wel te vernieuwen tennisbanen, dat de ingang en nooduitgang zich op de juiste plaats zouden bevinden en ook zouden aansluiten op de door De Molen te verzorgen voorzieningen. De Healthclub heeft na het tekenen van de koopakte een pro forma offerte opgevraagd bij Poly-Ned teneinde een indicatie van de kosten te verkrijgen. Deze offerte is gebaseerd op een globale maatvoering. Deze is op 27 maart 2008 aan De Molen verstrekt. In de offerte waren nog veel zaken opengelaten, met name voor zover het ging om de bouwkundige voorzieningen. De Molen heeft deze gegevens, ondanks dat zij daartoe herhaaldelijk is verzocht, niet gegeven. Zij verkeert dan ook in schuldeisersverzuim, aldus nog steeds de Healthclub. De Molen heeft in reactie hierop aangevoerd dat de voorzieningenrechter in zijn vonnis van 3 februari 2010 al heeft vastgesteld dat niet zij, maar de Healthclub in schuldeisersverzuim verkeerde ten aanzien van de levering van de ballonhal. De Healthclub beschikte wel degelijk al vanaf 2008 over alle benodigde specificaties en had deze gewoon kunnen bestellen. Overigens heeft De Molen de overeenkomst omtrent de ballonhal terecht ontbonden en voor zover dat anders zou zijn schort zij haar verplichtingen op totdat de Healthclub onvoorwaardelijk de levering van de hal toezegt, aldus De Molen.
III (primair)een verklaring voor recht die aansluit bij haar uitleg van de gebruiksovereenkomst. De Molen heeft betwist dat partijen dit zijn overeengekomen.
subsidiaire vordering onder IIIhoudt in dat de rechtbank voor recht verklaart dat het reserveringsrecht inhoudt dat de Healthclub in tijd en omvang onbeperkt reserveringen kan maken en dat De Molen gehouden is deze reserveringen in haar systeem te verwerken en er zorg voor dient te dragen dat de gereserveerde banen zonder enige beperking door de leden van de Healthclub gebruikt kunnen worden. De Molen heeft dit betwist. De rechtbank stelt vast dat De Molen niet heeft weersproken dat zij ten aanzien van het gebruik van de in geding zijnde twee banen beperkingen opwerpt, in die zin dat reserveringen 24 uur van tevoren aan haar moeten worden doorgegeven. De vordering is niettemin toch niet toewijsbaar nu ook hier heeft te gelden dat partijen in de gebruiksovereenkomst hebben vastgelegd dat het reserveringssysteem zal worden toegepast op de wijze zoals de tennisvereniging dit (thans) toepast. Onder verwijzing naar het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de Healthclub ook ten aanzien van dit onderdeel de vordering onvoldoende heeft onderbouwd. Deze vordering zal daarom ook worden afgewezen.
onder IIeen verklaring voor recht die inhoudt dat De Molen vanaf 1 januari 2010 de contractuele boete heeft verbeurd ten aanzien van de niet-nakoming van de gebruiksovereenkomst en voorts dat zij gehouden is om deze boete te voldoen vanaf 1 januari 2010 tot de dag dat de niet-nakoming zal zijn beëindigd, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 december 2014 dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum.
onder IV- gevorderd dat voor recht wordt verklaard dat de gebruiksovereenkomst ten aanzien van het gebruik van de buitenbanen door de Healthclub betrekking heeft op het reserveringsrecht op de banen 9 en 10 (en ingeval van verplaatsing wegens tennisles: de banen 1 en 2 in de tennishal) en de afhangrechten op twee andere banen en gedurende de wintermaanden het gebruiksrecht, tevens omvattend het reserveringsrecht, betrekking heeft op de banen 7, 8, 9 en 10. De Healthclub heeft ter onderbouwing van deze vordering aangevoerd dat "teneinde discussies te voorkomen over de buitenbanen waarop Healthclub het reserveringsrecht heeft" zij belang heeft bij toewijzing van deze vordering. Zij heeft, voor zover vereist, mede een beroep gedaan op de artikelen 6:248 lid 1 en 6:258 BW. De Molen heeft geen verweer gevoerd tegen deze vordering.
onder VI- gevorderd dat De Molen wordt veroordeeld om de gebruiksovereenkomst ter zake van het gebruik van de tennisbanen (de rechtbank begrijpt: de bepalingen van de gebruiksovereenkomst zoals in rechtsoverweging 3.29. omschreven) na te komen, op straffe van verbeurte van een dwangsom. De rechtbank stelt vast dat De Molen tegen deze vordering evenmin verweer heeft gevoerd. De rechtbank zal de vordering dan ook toewijzen op de wijze zoals in het dictum te melden. De rechtbank zal de hoogte van de dwangsom per overtreding conform de vordering bepalen op