V. Heeft [verdachte] nog voorwerpen gebruikt bij de seks die hij met jou had?
A: Een gouden vibrator of zo. En iets van een borstel of zo. Een keuken borstel. Dan wilde hij iets met je rug of zo. Daar wilde hij iets van een spanning, van een gevoel mee geven. Dan zette hij hem aan en ging ermee over je rug. Of op je penis of ballen en deed
hem aan. Dat deed hij bij iedereen volgens mij.
V: En met de keukenborstel?
A: Iets over je rug mee heen of wat. Alleen over de rug en borst. Zoiets.
Verklaring van [slachtoffer 5]
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 oktober 2016, opgenomen op pagina 164 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
Verbalisant: Je zegt, je bent verkracht door hem.
[slachtoffer 3] : Ja. Ik maak even een inschatting, denk een stuk of tien keer. Wat daar is gebeurd: hij heb me aangeraakt, hij heb me gepijpt, hij heb me, nou noem maar op. Ja aanraken, rukken.
Verbalisant: En waar deed die dat mee?
[slachtoffer 3] : Ja met zijn handen.
Verbalisant: En als die jou aan het pijpen was hè, hoe deed die dat?
[slachtoffer 3] : Gewoon met zijn mond.
Verbalisant: En wat bedoel je precies met die privé-plekken?
[slachtoffer 3] : Nou aan mijn lul, aan mijn kont. Alles, eigenlijks.
Verbalisant: En wat deed die dan met jouw kont?
[slachtoffer 3] : Sloeg die erop. Waar ik zelf niet zo, in principe niet zo'n zin aan had.
Verbalisant: Hoe ging dat dan? Die klap op de kont?
[slachtoffer 3] : Nou tegen, gewoon dit, hier, dit. (slaat zichzelf met rechterhand op
zij/achterkant van rechterbil). [verdachte] , ik noem zijn naam maar even. Die kerel die mij gepijpt heeft en alles. Ik was een jochie van vijftien.
Getuige: [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum] .
Aangifte met betrekking tot en verklaring van [slachtoffer 6]
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 31 augustus 2016 opgenomen op pagina 148 e.v. van het voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam 3] namens [slachtoffer 6] , geboren op [geboortedatum] :
V: Tegen wie doe je dan aangifte?
A: Dan tegen [verdachte] . Later kwam hij bij mij en ik hoorde dat hij zei: "Het gaat over seks".
V: [slachtoffer 6] is bij ons geweest voor een gesprek, wat heeft hij daarover verteld?
A: Alleen dat hij zei: "ze hebben jou gebeld?" Ik zei hem: "ja". Ik hoorde toen dat [slachtoffer 6] zei: "Ze hebben gezegd dat het om [verdachte] ging?" Ik zei [slachtoffer 6] : "ja".
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek d.d. 14 juli 2016, opgenomen op pagina 125 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
Benadeelde [slachtoffer 6] kan zich herinneren dat verdachte [verdachte] de volgende opmerkingen maakte naar hem en zijn vrienden: "Willen jullie je broek uit doen". "Mag ik jullie zuigen?" Benadeelde [slachtoffer 6] verklaarde dat het seksuele misbruik van hem in de woonkamer van de verdachte plaatsvond. Het seksuele misbruik bij benadeelde [slachtoffer 6] bestond uit het oraal bevredigen van zijn penis door verdachte [verdachte] . Wanneer verdachte [verdachte] benadeelde [slachtoffer 6] oraal bevredigde trok hij zich ondertussen zelf af. Tevens verklaarde benadeelde [slachtoffer 6] over een vibrator die door de verdachte [verdachte] over zijn geslacht werd gehaald. Ook zou benadeelde [slachtoffer 6] samen met verdachte [verdachte] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] onder de douche hebben gestaan.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] , als aangever dan wel getuige een verklaring hebben afgelegd tegen verdachte waarin zij aangeven door hem seksueel te zijn misbruikt. Uit de verklaringen blijkt dat de jongens ook verschillende malen getuige zijn geweest van het misbruik van andere jongens, waaronder [slachtoffer 7] , omdat verdachte hen na elkaar pijpte en aftrok. Verdachte heeft deze handelingen erkend.
De overige handelingen die ten laste zijn gelegd heeft verdachte ontkend. Door de verdediging is aangevoerd dat de jongens voorafgaand aan de verhoren met elkaar hebben gesproken en dat zij elkaar hebben beïnvloed. Alvorens per jongen in te gaan op de ten laste gelegde handelingen overweegt de rechtbank hierover reeds het volgende.
De politie heeft na de aangifte van [slachtoffer 1] zelf een aantal jongens benaderd. Veelal stonden zij hier niet meteen positief tegenover, omdat zij niet geconfronteerd wilden worden met hun herinneringen. De jongens hadden onderling op dat moment ook geen contact meer met elkaar. De rechtbank constateert dat de jongens onafhankelijk van elkaar consistent en over specifieke details verklaren die verdachte ook bij de politie heeft bevestigd. De context waarin deze handelingen hebben plaatsgevonden wordt door de jongens eensluidend beschreven. Zij verklaren allen over verdachte die regelmatig slechts een handdoek om zijn middel droeg, de gordijnen in de woonkamer dicht deed, porno aanzette op de televisie en toestond dat er alcohol werd gedronken en werd geblowd. In verschillende verklaringen van de jongens wordt de goudkleurige vibrator genoemd waarmee verdachte langs hun penis en hun ballen streelde. De verklaringen van de jongens zijn op essentiële punten gelijk. De rechtbank ziet geen aanwijzingen in het dossier dat de jongens voorafgaand aan de verhoren met elkaar in contact zijn geweest of afspraken met elkaar hebben gemaakt. Voorts zijn de verklaringen naar het oordeel van de rechtbank niet met elkaar in tegenspraak of zodanig onvolledig dat er geen waarde aan hun verklaringen kan worden gehecht. De rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan hun betrouwbaarheid.
Ten aanzien van de ten laste gelegde periodes heeft verdachte ter terechtzitting verklaard dat het in het jaar 2012 is geweest dat de jongens naar zijn woning kwamen. Bij de politie heeft verdachte echter aangegeven dat de jongens al bij hem kwamen vóór het overlijden van zijn vader in 2010. Deze laatste verklaring komt overeen met de verklaringen van de jongens ten aanzien van hun leeftijden ten tijde van het seksueel misbruik in de woning van verdachte. De rechtbank ziet hierin aanleiding uit te gaan van de periodes zoals af te leiden uit de verklaringen van de jongens.
feit 1 - [slachtoffer 1]
Verdachte heeft het seksueel binnendringen in de zin van anale penetratie bij [slachtoffer 1] stellig ontkend, zowel bij de politie als ter terechtzitting. Dit onderdeel uit de aangifte van [slachtoffer 1] wordt enkel ondersteund door een summiere verklaring van getuige [slachtoffer 4] waarin weinig nadere details worden vermeld, hetgeen naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende steun biedt aan de aangifte van [slachtoffer 1] om tot een bewezenverklaring te kunnen komen op dit punt. De rechtbank zal verdachte van de onder 1 ten laste gelegde anale penetratie, bij beide onderdelen onder het eerste gedachtestreepje, vrijspreken.
De rechtbank is van oordeel dat voor het overige onder 1 ten laste gelegde, eerste en tweede onderdeel, de aangifte van [slachtoffer 1] voldoende gesteund wordt door de verklaring van verdachte zelf en van getuige [slachtoffer 3] . Ook voor het seksueel binnendringen, in die zin dat verdachte [slachtoffer 1] oraal met zijn penis heeft gepenetreerd, acht zij voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig. Verdachte heeft dit niet stellig ontkend en heeft verklaard dat als het zo was, dit op vrijwillige basis gebeurde. Ook [slachtoffer 4] en [slachtoffer 2] hebben verklaard dat dit een seksuele handeling was die in de woning van verdachte plaatsvond, hetgeen verdachte ten aanzien van [slachtoffer 4] bij de politie bovendien heeft erkend. De rechtbank ziet dan ook geen reden aan de verklaring van [slachtoffer 1] hierover te twijfelen.
feit 3 en 4 - [slachtoffer 2]
heeft verklaard dat verdachte heeft geprobeerd seks met hem te hebben door zijn penis tegen zijn anus te drukken. Verdachte heeft stellig ontkend dat hij zijn penis tegen de anus van [slachtoffer 2] heeft geduwd, zowel bij de politie als ter terechtzitting. Nu [slachtoffer 2] ' verklaring enkel wordt ondersteund door een summiere verklaring van [slachtoffer 4] waarin hij een aantal jongens noemt bij wie hij 'kontneuken' zou hebben gezien, is de rechtbank van oordeel dat dit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Zij zal verdachte derhalve vrijspreken van het eerste gedachtestreepje bij zowel 3, eerste en tweede onderdeel, als bij 4, eerste en tweede onderdeel.
Voorts heeft [slachtoffer 2] verklaard dat verdachte onder de douche over zijn been heeft geplast. Verdachte heeft dit ook stellig ontkend, zowel bij de politie als ter terechtzitting, zodat naar het oordeel van de rechtbank, zonder steunbewijs van [slachtoffer 2] ' verklaring hieromtrent, het wettig en overtuigend bewijs ontbreekt. Zij zal verdachte vrijspreken voor het onder 3, eerste onderdeel zesde gedachtestreepje en tweede onderdeel vijfde gedachtestreepje, en het onder 4, eerste onderdeel zesde gedachtestreepje en tweede onderdeel vijfde gedachtestreepje.
[slachtoffer 2] heeft in zijn verklaring aangegeven dat verdachte hem heeft gepijpt, maar dat hij verdachte ook heeft gepijpt. Verdachte heeft dit ter terechtzitting ontkend. De rechtbank verwijst hierbij naar hetgeen over het laten pijpen door de jongens is overwogen ten aanzien van [slachtoffer 1] . De rechtbank ziet geen reden om aan de verklaring van [slachtoffer 2] over het pijpen van de penis van verdachte te twijfelen. De rechtbank is van oordeel dat het seksueel binnendringen in die zin dat verdachte [slachtoffer 2] oraal met zijn penis heeft gepenetreerd wettig en overtuigend bewezen kan worden.
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat verdachte hem eenmaal een toverstaf in zijn anus heeft laten brengen. Verdachte heeft ter zitting bevestigd dat hij destijds in het bezit was van een toverstaf. De rechtbank acht in dit geval verdachtes verklaring voldoende als steunbewijs. Het voorwerp waarmee de handeling is gepleegd betreft een zeer specifiek voorwerp. De aanwezigheid van dit specifieke voorwerp, zoals door [slachtoffer 2] benoemd, in het huis van verdachte en de verklaring van [slachtoffer 2] over het gebruik hiervan, in onderlinge samenhang beschouwd, maken dat de rechtbank dit onderdeel van de tenlastelegging wettig en overtuigend acht. Zij ziet geen reden om aan de verklaring van [slachtoffer 2] te twijfelen. De rechtbank overweegt dat het dossier geen aanknopingspunten biedt om aan te nemen dat deze handeling heeft plaatsgevonden voordat [slachtoffer 2] de leeftijd van twaalf jaar had bereikt.
De overige onder 3 en 4 ten laste gelegde handelingen heeft verdachte erkend dan wel zijn niet zodanig specifiek dat voor de verklaring van [slachtoffer 2] , aan de betrouwbaarheid waarvan de rechtbank in zoverre niet twijfelt, steunbewijs in andere bewijsmiddelen moet worden gevonden. Deze handelingen kunnen eveneens wettig en overtuigend bewezen worden.
feit 5 - [slachtoffer 3]
heeft verklaard dat hij onder meer is afgetrokken en gepijpt door verdachte en is gestreeld met de vibrator. Verdachte heeft dit erkend. Het strelen met de vibrator heeft verdachte bij de politie bekend, maar ter terechtzitting ontkend. Het strelen met de afwasborstel heeft hij zowel bij de politie als ter terechtzitting ontkend. De rechtbank acht beide handelingen bewezen, gezien de verklaring van verdachte met betrekking tot de vibrator bij de politie en de verklaring van getuige [slachtoffer 4] , waarin eveneens het strelen met de afwasborstel wordt genoemd. Het aanraken van de kont acht de rechtbank gelet op de overige gepleegde handelingen niet zodanig specifiek dat de rechtbank voor dit deel van de verklaring van [slachtoffer 3] , aan de betrouwbaarheid waarvan de rechtbank niet twijfelt, steunbewijs in andere bewijsmiddelen nodig acht. De rechtbank zal het onder 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen verklaren.
feit 6 - [slachtoffer 4]
heeft verklaard dat hij door verdachte is gepijpt en afgetrokken en dat hij daarnaast ook verdachte heeft afgetrokken en gepijpt. Verder heeft hij verklaard dat verdachte langs zijn lichaam heeft gestreeld met een vibrator en afwasborstel. Ook hier heeft verdachte de seksuele handelingen grotendeels erkend, zoals het pijpen, aftrekken en (in de bij de politie afgelegde verklaring) het strelen met de vibrator. Hij heeft zelfs erkend dat hij door [slachtoffer 4] is gepijpt.
[slachtoffer 4] heeft echter aangegeven dat hij zestien jaar was toen dit gebeurde, zodat ten aanzien van het seksueel binnendringen in de zin van orale penetratie door verdachte niet bewezen kan worden dat dit is gepleegd terwijl [slachtoffer 4] de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt. De rechtbank zal verdachte voor het onder 6 ten laste gelegde, eerste deel, derhalve vrijspreken. Voor het overige acht de rechtbank, onder verwijzing naar hetgeen hiervoor ten aanzien van [slachtoffer 3] over de vibrator en de afwasborstel is overwogen, de onder 6, tweede deel, ten laste gelegde handelingen wettig en overtuigend bewezen.
feit 7 - [slachtoffer 5]
heeft verklaard dat hij door verdachte is gepijpt en afgetrokken. Ook heeft hij verklaard dat verdachte zijn kont heeft aangeraakt. Ook hier geldt dat het aanraken van de kont gelet op de overige gepleegde handelingen niet zodanig specifiek zijn dat de rechtbank voor dit deel van de verklaring van [slachtoffer 5] , aan de betrouwbaarheid waarvan de rechtbank niet twijfelt, steunbewijs in andere bewijsmiddelen nodig acht. De rechtbank acht de onder 7 ten laste gelegde handelingen dan ook wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank constateert dat de ten laste gelegde periode loopt tot en met 9 maart 2011. Zij zal deze verkorten en de periode tot en met 9 maart 2010 bewezen verklaren, aangezien [slachtoffer 5] op 10 maart 2010 zestien jaar geworden is.
feit 8 - [slachtoffer 6]
Uit het proces-verbaal van bevindingen blijkt dat [slachtoffer 6] heeft verklaard dat hij is gepijpt en afgetrokken door verdachte. Ook heeft hij verklaard met verdachte en andere jongens onder de douche te hebben gestaan en door verdachte langs zijn lichaam te zijn gestreeld met de vibrator. Verdachte heeft voornoemde handelingen erkend (wat betreft het strelen met de vibrator in de verklaring bij de politie), met uitzondering van het onder de douche staan. De verklaring van [slachtoffer 6] over het gezamenlijk douchen wordt evenwel voldoende ondersteund door de verklaring van [slachtoffer 2] , die ook heeft verklaard dat hij samen met verdachte en andere jongens heeft gedoucht in de woning van verdachte. De rechtbank acht het onder 8 ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank constateert ten aanzien van de ten laste gelegde periode dat uit de voornoemde bewijsmiddelen onvoldoende blijkt dat de jongens na 2012 nog bij verdachte zijn geweest, zodat zal worden bewezen verklaard de periode van 23 november 2011 tot en met 31 december 2012.
feit 9 - [slachtoffer 7]
heeft geen verklaring afgelegd, maar op grond van de verklaringen van [slachtoffer 3] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 4] en ook de bekennende verklaring van verdachte zelf, kan naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend bewezen worden dat [slachtoffer 7] net als de anderen door verdachte is gepijpt, afgetrokken en langs zijn lichaam met de vibrator is gestreeld. Voor het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer 7] door verdachte is onvoldoende wettig bewijs. De rechtbank zal verdachte voor het onder 9, eerste deel, ten laste gelegde derhalve vrijspreken. Het onder 9, tweede deel, ten laste gelegde zal bewezen worden verklaard.