Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
opgenomen op pagina 26 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer] d.d. 31 mei 2018, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1]:
opgenomen op pagina 36 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van
Ik doe aangifte van diefstal van een motorfiets, merk Honda, voorzien van kenteken
Verbalisanten bekeken de camerabeelden van de BP pomp nadat zij tevens de informatie hadden dat de motor voorzien van het kenteken [kenteken 1] als gestolen stond gesignaleerd.
Van de camerabeelden maakten zij een paar foto's van deze motorrijder en de motor
welke reeds bij het hoofddossier zijn gevoegd.
Tijdens de fouillering is tevens een foto gemaakt van zijn sieraden
Dit betreffen twee ringen. Hiervan herkennen wij de gouden ronde ring
als de ring die [verdachte] om had op de foto waarbij hij bij het tankstation naast de
weggenomen motor staat.
opgenomen op pagina 36 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van
Ik doe aangifte van diefstal van een motorfiets van het merk Yamaha, voorzien van kenteken [kenteken 2]. Op 21 mei 2018 heb ik de motorfiets geparkeerd aan de
Koninginnelaan te Groningen. Op 22 mei 2018 zag ik dat deze was weggenomen.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Motivering van de maatregel
Benadeelde partij
1. [slachtoffer 2], tot een bedrag van € 287,39 ter zake van materiële schade vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
2. [slachtoffer 3], tot een bedrag van € 352,50 ter vergoeding van materiële schade vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
[slachtoffer 2]toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 287,39(zegge: tweehonderdzevenentachtig euro en negenendertig cent), (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2018).
€ 287,39(zegge: tweehonderdzevenentachtig euro en negenendertig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 5 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit € 287,39 aan materiële schade.
€ 352,50
€ 352,50(zegge: driehonderdtweeënvijftig euro en vijftig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 7 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit € 352,50 aan materiële schade.