Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partijen
1. [slachtoffer 1] , vertegenwoordigd door haar wettelijk vertegenwoordiger, tot een bedrag van € 211,30 ter zake van materiële schade en € 650,-- ter vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
2. [slachtoffer 4] , vertegenwoordigd door haar wettelijk vertegenwoordiger, tot een bedrag van
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden.
een gedeelte, groot 3 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
[slachtoffer 1]toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 861,30(zegge: achthonderdeenenzestig euro en dertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 maart 2018.
[slachtoffer 1]te betalen een bedrag van €
861,30(zegge: achthonderdeenenzestig euro en dertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 maart 2018, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 17 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit € 211,30 aan materiële schade en € 650,00 aan immateriële schade.
[slachtoffer 1]daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd dat indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
[slachtoffer 4]toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 601,12(zegge: zeshonderdeen euro en twaalf cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 maart 2018.
[slachtoffer 4]te betalen een bedrag van
€ 601,12(zegge: zeshonderdeen euro en twaalf cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 maart 2018, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 12 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit € 101,12 aan materiële schade en € 500,00 aan immateriële schade.