Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
[eiser 5],
[eiser 6],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 24 mei 2017;
- de namens [eiser] c.s. op 4 oktober 2017 gedeponeerde producties 23 t/m 26;
- het proces-verbaal van comparitie van 19 oktober 2017.
2.De feiten
3.Het geschil
€ 62.000,00(te weten respectievelijk € 17.850,00 plus € 13.250,00 plus € 13.250,00 plus
4.De beoordeling
Aansprakelijkheid
extraboven straatpeil zijn gerealiseerd en betwist dat er enige toezegging is gedaan omrent het peil van de in de toekomst te realiseren woningen. De Gemeente betwist echter niet dat er maatregelen zijn getroffen om mogelijke wateroverlast als gevolg van de hoogteverschillen te voorkomen. De Gemeente was op dat moment dus op de hoogte van de hoogteverschillen en de mogelijke problemen die dat met zich zou kunnen brengen. Niet in geschil is voorts dat [eiser] de Gemeente in augustus 2014 - tijdens de bouw van de eerste zes woningen aan de [X] 2 tot en met 12, maar nog voor de bouw van de laatste vier woningen aan de [X] 14 - 18a - heeft gewezen op het hoogteverschil van 88 cm. Blijkens de email van [SB] van 6 oktober 2014 heeft de aannemer reeds bij de start van de bouw van deze woningen de gemeente op het hoogteverschil gewezen (productie 25). De rechtbank gaat er vanuit dat de Gemeente op dat moment nog maatregelen kunnen nemen. De Gemeente heeft hier echter geen actie op ondernomen. De Gemeente heeft uiteindelijk wel keerwanden met een drain laten plaatsen op de nieuw aangelegde percelen, maar deze maatregelen moeten eerder als schade beperkend en niet als schadevoorkomend worden beschouwd.
5.De beslissing
5 september 2018voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over de aangekondigde deskundigenrapportage,