Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte]
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
nogter beschikking staande bankpas en/of inlogcode(s). Naar het oordeel van de rechtbank heeft de steller van de tenlastelegging door gebruik te maken van het woordje “nog” kennelijk beoogd te stellen dat verdachte de overboekingen zou hebben verricht met een pas en inlogcode die hem (evenals de rekening zelf) ten onrechte nog ter beschikking stonden. Uit de feitelijke gang van zaken blijkt echter dat verdachte het totaalbedrag met de bankpas en reader van [bedrijf 1] heeft overgeboekt, zodat verdachte van het gebruik van valse sleutels dient te worden vrijgesproken.
1. De door verdachte op de terechtzitting van 26 juni 2018 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 25 mei 2016, opgenomen op pagina 10 e.v. van het dossier met nummer PL0100-2016150988 d.d. 7 juli 2017, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 1]:
Vandaag, woensdag 25 mei 2016, werd ik gebeld door onze boekhouder. Van de boekhouder hoorde ik dat van onze rekening [1] een totaalbedrag van 95.000 was afgeschreven. Dit bedrag was in totaal naar een andere rekening overgemaakt. De ontvangende rekening staat op naam van [bedrijf 1] Dit is een bedrijf van [verdachte].
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Ter zitting heeft verdachte verklaard dat de aandeelhouders van [slachtoffer (bedrijf) 2] BV zich niet hielden aan de (koop)overeenkomst met [slachtoffer (bedrijf) 1] en dat hij geen contact kon krijgen met hen. Dit veroorzaakte een gevoel van onmacht en radeloosheid bij verdachte. Door het geldbedrag uit de macht van [slachtoffer (bedrijf) 2]. te halen heeft verdachte willen bewerkstelligen dat de bestuurders van [slachtoffer (bedrijf) 2] alsnog het contact zouden herstellen en de overeenkomst zouden nakomen. Het handelen van verdachte was derhalve gericht op -in de woorden van verdachte- het maken van een ‘statement’.
De rechtbank overweegt dienaangaande dat wat hier ook van zij, feit blijft dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal. Verdachte heeft ter zitting overigens zelf ook aangegeven dat hij inziet dat hij zó niet had moeten handelen. Daarnaast is ter zitting gebleken dat verdachte het weggenomen geldbedrag inmiddels geheel heeft terugbetaald aan [slachtoffer (bedrijf) 2]. en haar ook overigens heeft schadeloos gesteld. De rechtsorde is in zoverre dus hersteld. De rechtbank zal een en ander in het voordeel van verdachte meewegen.