Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.
29 juni 2018 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
Tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2016 tot en met 28 juni 2017, in de gemeente Oldambt, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [straatnaam]) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 984, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst
II;
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2016 tot en met 28 juni 2017, in de gemeente Oldambt, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen hoeveelheden en/of een hoeveelheid stroom, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het bedrijf Enexis B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Beoordeling van het bewijs
Bewezenverklaring
hij in de periode van 15 april 2017 tot en met 28 juni 2017, in de gemeente Oldambt, opzettelijk heeft geteeld en bewerkt (in een pand aan de [straatnaam]) een hoeveelheid van 984 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II.