Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
- die [slachtoffer 1] vast te pakken, en/of
- op/tegen die [slachtoffer 1], te duiken en/of te springen en/of te duwen, zodanig dat die [slachtoffer 1] ten val kwam, althans die [slachtoffer 1] tegen de grond te werken, en/of (vervolgens) toen die [slachtoffer 1] op de grond lag, op die [slachtoffer 1] te gaan zitten en/of te liggen, en/of
- meermalen, althans eenmaal, tegen het rechter (onder)been van die [slachtoffer 1] te trappen en/of te schoppen;
- die [slachtoffer 1] vast te pakken, en/of
- op/tegen die [slachtoffer 1], te duiken en/of te springen en/of te duwen, zodanig dat die [slachtoffer 1] ten val kwam, althans die [slachtoffer 1] tegen de grond te werken, en/of (vervolgens) toen die [slachtoffer 1] op de grond lag, op die [slachtoffer 1] te gaan zitten en/of te liggen, en/of
- meermalen, althans eenmaal, tegen het rechter (onder)been van die [slachtoffer 1] te trappen en/of te schoppen,
terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, te weten een breuk in/van diens rechter onderbeen ten gevolge heeft gehad;
- het vastgrijpen van die [slachtoffer 2], en/of
- het naar achteren en/of achter over trekken van die [slachtoffer 2], en/of
- het tegen het hoofd van die [slachtoffer 2] stompen en/of slaan, en/of
- het aan het haar van die [slachtoffer 2] trekken, en/of
- het onderuit schoppen van die [slachtoffer 1], althans het tegen de/een be(e)n(en) van die [slachtoffer 1] schoppen en/of trappen, en/of
- het tegen het hoofd en/of de/een schouder(s) van die [slachtoffer 1] stompen en/of slaan;
mishandeld door
- die [slachtoffer 2] vast te grijpen, en/of
- die [slachtoffer 2] naar achteren en/of achter over te trekken, en/of
- tegen het hoofd van die [slachtoffer 2] te stompen en/of te slaan, en/of
- aan het haar van die [slachtoffer 2] te trekken, en/of
- die [slachtoffer 1] onderuit te schoppen en/of te trappen, althans tegen de/een be(e)n(en) van die [slachtoffer 1] te schoppen en/of te trappen, en/of
- tegen het hoofd en/of de/een schouder(s) van die [slachtoffer 1] te stompen en/of slaan;
Beoordeling van het bewijs
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 6 augustus 2015, opgenomen op pagina 7 e.v. van het dossier met nummer PL0100-2015336351 d.d. 17 november 2015, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 1]:Op 31 juli 2015 was ik in Zwartemeer. [medeverdachte 2] pakte mij van voren. [verdachte] pakte mij van achter. Zij doken tegelijk op mij. Hierdoor viel ik op de grond. Er lagen mensen bovenop mij. Door dat geweld voelde ik heel erge pijn. Op een gegeven moment had ik het gevoel dat mijn been gebroken was. Ik voelde dat het onderste gedeelte van mijn scheenbeen er bij bungelde. Ik wist dat er iets gebroken was. Het geweld ging constant door. Toen ik merkt dat mijn scheenbeen bungelde heb ik geroepen dat zij eraf moesten gaan, omdat mijn been gebroken was. Ik zag dat er ter hoogte van mijn rechterscheenbeen een open wond zat. Ik ben in het ziekenhuis geopereerd. Zij hebben vanaf mijn knie tot aan de enkel een stalen pen in mijn scheenbeen aangebracht. [1] Mijn scheenbeen is ongeveer 20 centimeter boven mijn voet gespleten. Mijn kuitbeen is ongeveer 10 centimeter onder mijn knie doormidden. Mijn enkel is gebroken.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 30 oktober 2015 van voornoemd dossier, opgenomen op pagina 74 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [verdachte]:Ik liep op [slachtoffer 1] af en pakte hem vast waarna we ten val zijn gekomen. Ik ben naar hem toegelopen en ik heb hem vastgepakt vanaf de achterkant. Mijn moeder en [naam 2] hebben mij toen bij [slachtoffer 1] weggehaald. Ik heb hem vastgepakt toen zijn we gevallen. Ik pakte hem echt vast bij zijn lichaam. [slachtoffer 1] viel achterover, zodat ik boven op hem kom te liggen. [slachtoffer 1] is achterover op de grond gevallen en dus op zijn rug gevallen.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 22 september 2015 van voornoemd dossier, opgenomen op pagina 21 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 1]Ik was in mijn huis. [medeverdachte 2], [verdachte] en [slachtoffer 1] waren er ook. [verdachte] is op [slachtoffer 1] gedoken. [slachtoffer 1] is toen op de grond gevallen. [slachtoffer 1] is door [verdachte] en [medeverdachte 2] aangevlogen. Ik hoorde [slachtoffer 1] schreeuwen dat hij zijn been had gebroken. Ik zag dat er een dikke bult op het rechterbeen van [slachtoffer 1] zat. De bult zat ongeveer bij zijn enkel.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 5 oktober 2015 van voornoemd dossier, opgenomen op pagina 31 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 2]:Ik zag dat [medeverdachte 2] en [verdachte] op [slachtoffer 1] sprongen. [verdachte] en [medeverdachte 2] lagen boven op [slachtoffer 1]. Ik heb gezien dat het been van [slachtoffer 1] er aan hing, ik kon zien dat het gebroken was.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 2 januari 2016, opgenomen op pagina 19 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring [slachtoffer 1]:[verdachte] liep op mij af. [verdachte] kwam vanaf de zijkant op mij afgelopen. [verdachte] gaf mij een trap tegen mijn goeie linker been aan. Hij schopte mijn goeie been onder mijn lichaam vandaan. Hierdoor viel ik op de grond. Toen ik in de benen was zag ik dat [medeverdachte 3] en [verdachte] mijn vriendin [slachtoffer 2] sloegen.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van Politie Noord-Nederland d.d. 2 januari 2016, opgenomen op pagina 57 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [verdachte]:Mijn moeder en [slachtoffer 2] trokken elkaar aan het haar.Ik heb [slachtoffer 1] een trap tegen zijn linkerbeen gegeven. Ik trapte met mijn rechterbeen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partijen
Ten aanzien van beide parketnummers:[slachtoffer 1], bijgestaan door mr. M.A. Pasma, tot een bedrag van € 1.957,67 ter zake van materiële schade en € 10.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
Ten aanzien van parketnummer 18-193813-16:[slachtoffer 2] tot een bedrag van € 43,24 ter vergoeding van materiële schade en
[slachtoffer 1]de door hem gevorderde materiële schade, te weten € 1.957,67, heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het subsidiair ten laste bewezen verklaarde. De vordering, waarvan de hoogte niet (voldoende) door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 juli 2015.
[slachtoffer 1]schade heeft toegebracht. De rechtbank acht het te belastend voor de deze procedure om de zaak aan te houden ten einde hierover meer duidelijkheid te krijgen. Zij zal daarom bepalen dat de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk is en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
[slachtoffer 2]schade heeft geleden. De vordering zal dan ook worden afgewezen.
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 1 dag.
een taakstraf voor de duur van 180 uren.
een gedeelte, groot 80 uren,niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op
2 jarende hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
[slachtoffer 1]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 3.957,67(zegge: drieduizendnegenhonderdzevenenvijftig euro en zevenenzestig eurocent) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2015. Indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, is of zal verdachte in zoverre bevrijdt zijn.
[slachtoffer 1]voor het overige wordt afgewezen.
€ 3.957,67(zegge: drieduizendnegenhonderdzevenenvijftig euro en zevenenzestig eurocent) bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 50 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit € 1.957,67 aan materiële schade en € 2.000,00 aan immateriële schade.
[slachtoffer 1]in zijn vordering niet ontvankelijk is en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.