In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 15 maart 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde, en het college van burgemeester en wethouders van Vlagtwedde. De eisers hebben op 1 januari 2018 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op hun zelfstandig verzoek van 30 september 2017. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit, zoals bepaald in artikel 6:2 van de Awb. Eisers stelden dat hun aanvullende gronden van bezwaar, ingediend op 30 september 2017, als een zelfstandig verzoek om een besluit moesten worden beschouwd. De rechtbank oordeelt echter dat deze aanvullende gronden niet als zelfstandig verzoek kunnen worden aangemerkt, maar als beroepen tegen de beslissing op bezwaar die verweerder heeft genomen.
De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk, omdat er geen sprake is van een niet tijdig beslissen op een aanvraag. Dit betekent dat verweerder geen dwangsom heeft verbeurd. De rechtbank biedt eisers de gelegenheid om de beslissing op het bezwaarschrift naar de rechtbank te sturen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot verzet binnen zes weken na verzending van de uitspraak.