Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.De feiten
3.De standpunten van partijen
Het standpunt van [A]
.
€ 300,00(2 punten x tarief € 150,00)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak vordert eiseres [A] schadevergoeding van gedaagde [B] wegens de opzettelijke injectie van haar paard met regenwater. De feiten zijn als volgt: [A] huurt sinds 2001 een stallencomplex waar [B] zijn paarden heeft gestald. In 2006 heeft [A] een paard van [B] gekocht. De verhoudingen verslechterden, en [A] sommeerde [B] om de stal te verlaten. Na een bedreiging door [B] installeerde [A] een camera. Op 26 maart 2016 constateerde een dierenarts dat het paard symptomen vertoonde van een injectie/steekwondje. Camerabeelden toonden aan dat [B] op die dag in de box van het paard was geweest. De politierechter oordeelde dat [B] opzettelijk het paard had beschadigd, wat leidde tot een taakstraf en schadevergoeding aan [A].
[A] heeft [B] aansprakelijk gesteld voor de schade die voortvloeide uit deze onrechtmatige daad. De kantonrechter oordeelt dat [B] aansprakelijk is voor de schade die [A] heeft geleden door de injectie. De kantonrechter beoordeelt de vorderingen van [A] en komt tot de conclusie dat de kosten voor voeding, supplementen en NO-therapie voor vergoeding in aanmerking komen. De kantonrechter wijst echter enkele andere kosten af, zoals de kosten voor een bewakingscamera, omdat deze niet als gevolg van de onrechtmatige daad kunnen worden toegerekend aan [B]. Uiteindelijk wordt [B] veroordeeld tot betaling van € 1.860,03 aan [A], vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten.