4.3Tussen partijen is niet in geschil dat Islamitische Stichting Nederland (ISN) voldoet aan de bij 4.2 vermelde vereisten en daardoor een zogenaamde ANBI status heeft.
5. Op eiseres rust de bewijslast voor de geclaimde giftenaftrek. Eiseres heeft gesteld dat ze het bedrag van € 2.000 in de loop ter jaren heeft gespaard en haar spaargeld vanwege haar geloofsovertuiging thuis bewaarde.
6. Verweerder heeft betwist dat eiseres de gift daadwerkelijk heeft gedaan. Verweerder heeft het onder meer niet logisch gevonden dat de vier kwitanties van € 500 doorlopend zijn genummerd in het licht van de hoogte van het inkomen, het bewaren van kleine bedragen thuis en het negatieve saldo op eiseres’ bankrekening.
7. De rechtbank acht gelet op het door eiseres gestelde bedrag van de totale gift (€ 2.000) en de voorgedrukte bedragen van “500 euro” op de kwitanties, niet onaannemelijk dat de kwitanties opeenvolgende genummerd zijn. De rechtbank acht het voorts niet onaannemelijk dat eiseres in verband met haar moslim geloof, waarbij het niet toegestaan is rente te ontvangen, contante bedragen aan spaargeld in huis bewaart. Dat eiseres een debetstand heeft, maakt niet dat het onmogelijk is dat zij over contante spaargelden beschikt. Gezien deze feiten en omstandigheden, daarbij mede in aanmerking nemend dat het realiteitsgehalte van de overgelegde kwitanties door verweerder niet op andere punten is bestreden, acht de rechtbank aannemelijk dat door eiseres een bedrag van € 2.000 als gift is voldaan.
8. Uit het bezwaarschrift, alsmede uit de als beroepschrift aangemerkte brief van eiseres van 22 maart 2017 is op te maken dat eiseres zich op het standpunt stelt dat zij een gift aan een ANBI, namelijk ISN, heeft gedaan. De rechtbank overweegt ten aanzien van deze stelling dat eiseres in de aangifte weliswaar de tekst “
[organisatie]” aan de omschrijving van de gift heeft meegegeven (zie 1.1), maar dat op de overgelegde kwitanties (zie 1.3) als ontvanger ISN staat vermeld. De rechtbank hecht in dit kader bovendien belang aan de door eiseres gestelde, en door verweerder niet weersproken, omstandigheid dat ISN eigenaar van de nieuw te bouwen moskee zal zijn. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiseres daarmee voldoende aannemelijk gemaakt dat de gift aan een ANBI is gedaan.
9. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit het voorgaande dat eiseres aannemelijk heeft gemaakt dat zij giften ten bedrage van € 2.000 + € 58 (zie 1.3) aan een ANBI heeft verricht. Er is naar het oordeel van de rechtbank echter geen sprake van een verhoging van de giftenaftrek in verband met een gift aan een culturele instelling (als bedoeld in artikel 6.39a van de Wet IB), zodat eiseres een giftenaftrek na aftrek van de drempel toekomt van € 1.813 (€ 2.058 - € 245).
10. Het beroep wordt geacht mede betrekking te hebben op de belastingrente. Eiseres heeft geen zelfstandige gronden tegen de in rekening gebrachte belastingrente aangevoerd. Nu de met de beschikking belastingrente samenhangende aanslag zal worden verminderd, verstaat de rechtbank dat verweerder het bedrag van de belastingrente dienovereenkomstig zal verminderen.
11. Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar. De rechtbank vermindert de aanslag tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 9.084, te weten € 14.534 (loon uit vroegere dienstbetrekking) -/- € 3.637 (inkomsten uit eigen woning) -/- € 1.813 (giftenaftrek). De rechtbank vermindert de belastingrente dienovereenkomstig.
12. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoedt.
13. Er zijn geen voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten.