ECLI:NL:RBNNE:2018:2285

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
20 juni 2018
Publicatiedatum
18 juni 2018
Zaaknummer
C/19/120287 / HA ZA 17-189
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding vordering netbeheerder voor illegaal afgenomen elektriciteit in verband met hennepkwekerij

In deze zaak vorderde Enexis B.V. (thans: Enexis Netbeheer B.V.) schadevergoeding van een huurder voor de illegale afname van elektriciteit ten behoeve van een hennepkwekerij. De huurder ontkende enige betrokkenheid bij de hennepkwekerij en stelde dat hij niet op de hoogte was van de illegale activiteiten. De rechtbank oordeelde dat de huurder, ondanks zijn ontkenning, aansprakelijk was voor de schade die Enexis had geleden door de onrechtmatige afname van elektriciteit. De rechtbank baseerde haar oordeel op de zorgplicht die op de huurder rustte, aangezien hij de enige toegang had tot het pand en daarmee tot de elektriciteitsmeter. De rechtbank concludeerde dat de huurder onrechtmatig had gehandeld door niet te voldoen aan deze zorgplicht, en dat hij daarom de schade die Enexis had geleden, moest vergoeden. De schade werd geschat op € 34.482,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De rechtbank wees de vordering van Enexis toe en veroordeelde de huurder in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Assen
zaaknummer / rolnummer: C/19/120287 / HA ZA 17-189
Vonnis van 20 juni 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ENEXIS B.V. (thans: ENEXIS NETBEHEER B.V.),
gevestigd te Rosmalen,
eiseres,
advocaat mr. B.F.M. Kievitsbosch te Groningen,
tegen
[gedaagde partij],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. J.T. Mudde te Zwolle.
Partijen zullen hierna Enexis en [gedaagde partij] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 8 november 2017;
  • de akte overlegging aanvullende producties van Enexis, ontvangen op 9 april 2018;
  • het proces-verbaal van comparitie gehouden op 24 april 2018.
1.2.
Ten slotte is vonnis nader bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Enexis verzorgt als netwerkbeheerder het transport van energie en zij beheert de aansluiting en het netwerk voor elektriciteit en gas in delen van Noord-Nederland.
2.2.
[gedaagde partij] heeft, handelende onder de naam Klusbedrijf [R.] , vanaf
1 december 2012 een bedrijfspand aan [D.] in [locatie] gehuurd (hierna: het bedrijfspand).
2.3.
Op 12 februari 2015 is in het bedrijfspand een hennepkwekerij aangetroffen. In het proces-verbaal van de politie van 13 februari 2015 is het volgende, voor zover hier van belang, opgenomen:
"(…)Kweekruimte 1(…) Ik zag en telde in deze ruimte 400 hennepplanten. Ik zag dat deze ongeveer in de zesde week van hun groeistadia waren. Ik mat 1 hennepplant op en zag dat deze 64 centimeter hoog was. (…) Ik telde verder in deze ruimte 4 slakkenhuizen, 4 koolstoffilters, 4 ventilatoren, 2 klimaatregelaars en twee kachels. (...). Ik telde hier 30 lampen en tegen de voorste wand van deze ruimte waren aan de binnenzijde in de kwekerij 30 transformatoren bevestigd. Ik bekeek een lamp van dichtbij en zag hierop staan: 600 2 Osram t4v5. (…)Kweekruimte 2(…) Ik zag en telde in deze ruimte 424 hennepplanten. Ik zag dat deze ongeveer in de zesde week van hun groeistadia waren. Ik mat 1 hennepplant op en zag dat deze 70 centimeter hoog was. (…) Ik telde verder in deze ruimte 4 slakkenhuizen, 4 koolstoffilters, 4 ventilatoren, 2 klimaatregelaars en twee kachels.(…)StroomvoorzieningDe stroomvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door [X.] , fraude-inspecteur bij de netwerkbeheerder Enexis, in aanwezigheid van mij verbalisant. Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat, de stroom voor de meter werd afgenomen en was gemanipuleerd. Er vond verzwaring van de zekering plaats van 25 naar 63 Ampere en hierbij ontstond er een gevaarlijke situatie was doordat de bescherming hiervan eraf was gehaald. (…)".2.4. Enexis heeft op 9 maart 2015 aangifte gedaan van diefstal van elektriciteit.
2.5.
In het proces-verbaal berekening wederrechtelijk verkregen voordeel van
20 februari 2015 is het volgende, voor zover hier van belang, opgenomen:
"(…) Op grond van diverse indicatoren kan aangenomen worden dat de kweekruimte al langere tijd operationeel is. Zo werden gipsplaten gebruikt met productie datum oktober en november 2012. (opmerking rechtbank: hier volgen foto's met daaronder een toelichting)
Alg en kalkafzetting in eb en vloedbakken in de watersystemen.Kalkafzetting op grond en vijverfolie. (…)Kalkafzetting op IBC voedingsvaten (…)Verkleuring van hout in de kweekruimte en verkleuring van gebruikt PUR schuim (…)Blijkens opgave van de eigenaar/verhuurder en waterleverancier Vitens stond de watermeter bij aanvang verhuur op 0 m3.Op donderdag 12 februari 2015 bleek er 219 duizend ( 219 m3) liter water te zijn verbruikt. Conform normering Rapport Boom verbruikt een hennepplant gekweekt op steenwol 16.35 liter water per cyclus.Uitgaande van een kweekperiode van 114 weken ( 1 december 2012 tot 12 februari 2015) kunnen conform berekening BOOM 11 volledige oogsten plaatsvinden van totaal 9064 planten (de 824 aangetroffen niet meegerekend). (…)9888 hennepplanten zijn voor een kweekcylcus minimaal 161duizend liter water nodig. (…) Op grond van vorenstaande is het aannemelijk dat er 11 keer is geoogst met een totaal van 9064 hennepplanten. (…)".
2.6.
Bij brief van 20 februari 2015 heeft Enexis de door haar geleden schade bij [gedaagde partij] in rekening gebracht. Volgens de factuur gaat het om € 34.482,00 aan schade. Dit bedrag is opgebouwd uit de volgende posten: netwerkkosten elektriciteit, afhandelingskosten, opmaken factuur, dossierverwerking en aangifte, vooronderzoek en dossieraanleg, elektriciteitsmeter, uurtarief inspecteur en verbruik elektriciteit. De laatste post bedraagt € 31.332,21. Bij de berekening van dit bedrag is Enexis uitgegaan van elf voorgaande oogsten en één aangetroffen oogst. Enexis heeft aangenomen dat die oogsten alle een bloeiperiode hebben gehad van zeven dagen en een groeiperiode van 35 dagen.
2.7.
[gedaagde partij] heeft dit bedrag, ook na herhaalde aanmaning en sommatie, niet betaald.
2.8.
[gedaagde partij] is bij vonnis van 29 maart 2016 van deze rechtbank, afdeling strafrecht, vrijgesproken van de hem ten laste gelegde overtreding van de Opiumwet wegens het ontbreken van wettig bewijs. De rechtbank heeft het binnentreden van het pand onrechtmatig geoordeeld en de aangetroffen hennepkwekerij en de gemanipuleerde elektriciteitsmeter daarom van het bewijs uitgesloten.

3.De vordering

3.1.
Enexis vordert, verkort weergegeven, veroordeling van [gedaagde partij] tot betaling aan Enexis van:
I. een bedrag van € 34.482,00 vermeerderd met de wettelijke rente;
II. de buitengerechtelijke kosten van € 968,00;
III. de proceskosten en nakosten.
Enexis stelt daartoe, samengevat weergegeven, dat [gedaagde partij] in strijd met de in het maatschappelijk verkeer in acht te nemen zorgvuldigheid en dus onrechtmatig heeft gehandeld door elektriciteit af te nemen of derden de gelegenheid daartoe te geven zonder daarvoor te betalen en door de meetinstallatie te beschadigen. Enexis stelt dat [gedaagde partij] als gevolg van het onrechtmatige handelen is gehouden tot schadevergoeding die bestaat uit de vergoeding voor elektriciteit die Enexis niet in rekening kon brengen bij de energieleverancier en een vergoeding voor de inzet van haar medewerkers. Omdat de elektriciteit is afgenomen buiten de meetinstallatie om, is het niet mogelijk om het daadwerkelijke gebruik vast te stellen. Enexis heeft het gebruik daarom, met behulp van de rapporten "wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht" van het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie uit 2005 en 2010 (hierna: de BOOM-rapporten), geschat op basis van de aangetroffen apparatuur en de kweekperiode.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde partij] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van Enexis in haar vorderingen, althans tot afwijzing ervan met veroordeling van Enexis in de proceskosten. [gedaagde partij] voert daartoe, samengevat weergegeven, het volgende aan. Hij betwist dat hij elektriciteit zou hebben afgenomen en de meetinstallatie zou hebben beschadigd. [gedaagde partij] heeft enkel het pand gehuurd en heeft geen bemoeienis gehad met de wietplantage. [gedaagde partij] beroept zich erop dat hij in de strafrechtelijke procedure is vrijgesproken, zodat Enexis niet slaagt in het bewijs dat hij een onrechtmatige daad heeft gepleegd. Wat de schade betreft, voert [gedaagde partij] aan dat de volgens hem door Enexis selectief aangehaalde BOOM-rapporten gedateerd zijn en dat Enexis daarmee een gedateerde berekeningsmethode heeft gebruikt. Om die reden betwist [gedaagde partij] de hoogte van de vordering. Ook betwist [gedaagde partij] dat uitgegaan moet worden van een kweekduur van 63 dagen omdat gesteld noch gebleken is dat de planten vanaf dag 0 in het pand stonden en dat er een voorgaande oogst is geweest. Ook is niet inzichtelijk gemaakt hoe de aangetroffen apparatuur bij kan dragen aan de hoogte van de vordering. [gedaagde partij] concludeert dat Enexis haar vordering niet aannemelijk heeft gemaakt.

5.De beoordeling

5.1.
Niet in geschil is dat [gedaagde partij] huurder was van het bedrijfspand op het moment dat daar een hennepkwekerij is aangetroffen. Ook is niet in geschil dat ten behoeve van de hennepkweek buiten de meter om stroom is afgenomen zodat Enexis de gebruikte stroom niet via de energieleverancier in rekening heeft kunnen brengen. Partijen zijn verdeeld over de vraag of [gedaagde partij] , die ontkent bij de hennepkwekerij betrokken te zijn geweest, onrechtmatig heeft gehandeld en, als aangenomen moet worden dat sprake is van onrechtmatig handelen, of de schade juist is berekend.
5.2.
[gedaagde partij] beroept zich - zowel in het kader van de gestelde onrechtmatige daad als in het kader van de schadeberekening - op de vrijspraak in de strafrechtelijke procedure. Dat [gedaagde partij] door de strafrechter is vrijgesproken betekent echter niet automatisch dat daarmee in deze civiele procedure vaststaat dat hij niet betrokken is geweest bij de hennepkwekerij of dat geen eerdere oogsten hebben plaatsgevonden. Aan een strafrechtelijke vrijspraak komt, anders dan aan een strafrechtelijke veroordeling, in een civiele procedure geen dwingende bewijskracht toe. In het civiele recht wordt een andere toets gehanteerd dan in het strafrecht. Waar in het strafrecht sprake moet zijn van wettig en overtuigend bewijs, kan in het civiele recht met haar vrije bewijswaardering voldoende zijn dat er een redelijke mate van zekerheid is over de gestelde feiten.
5.3.
Het door [gedaagde partij] opgeworpen verweer dat hij geen overeenkomst heeft gesloten met Enexis voor de aansluiting en transport van elektriciteit kan buiten beschouwing blijven omdat Enexis haar vordering niet baseert op een overeenkomst maar op onrechtmatige daad.
5.4.
Ingevolge artikel 6:162, eerste en tweede lid, BW, voor zover hier van belang, is hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht, een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of een doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.
5.5.
De rechtbank zoekt aansluiting bij het arrest van het gerechtshof Den Haag van
14 april 2015 (ECLI:NL:GHDHA:2015:895; uitspraak Hoge Raad van 4 december 2015 (ECLI:NL:HR:2015:3482)). In dit arrest heeft het gerechtshof geoordeeld dat de huurder van een ruimte, waarin zich een elektriciteitsmeter bevindt, ook al staat hij niet in een contractuele relatie met de netbeheerder, ervoor zorg dient te dragen dat de elektriciteitsmeter in goede en correct functionerende staat blijft, dat er geen ongeoorloofde aanpassingen aan de elektriciteitsmeter plaatsvinden en dat aldus fraude wordt voorkomen. Het gerechtshof heeft daarbij in aanmerking genomen dat de huurder de enige is die toegang heeft tot het pand en daarmee tot de elektriciteitsmeter of die derden toegang tot het pand kan verlenen. Op de huurder rust dus een zorgplicht. Volgens het gerechtshof kan het dit onder omstandigheden anders zijn, bijvoorbeeld als komt vast te staan dat de huurder het pand heeft onderverhuurd en geen wetenschap heeft gehad van de hennepkwekerij en de daarmee verband houdende manipulatie van de elektriciteitsmeter (vgl. gerechtshof Arnhem 2 juni 2009, ECLI:NL:GHARN:2009:BL0278 en gerechtshof Den Haag 26 januari 2010, ECLI:NL:GHSGR:2010:BL0775).
5.6.
De verzegeling van de elektriciteitsmeter in het door [gedaagde partij] gehuurde pand is verbroken en er is energie gestolen. Dat betekent dat [gedaagde partij] jegens Enexis op grond van een aan hem toerekenbare schending van de zorgplicht in beginsel aansprakelijk is voor de daardoor ontstane schade. Dat niet van [gedaagde partij] gevergd kan worden dat hij toezicht houdt op het gehuurde als hij met zijn bedrijf is gestopt, volgt de rechtbank niet. Het huurcontract staat immers op zijn naam zodat hij formeel huurder van het pand is. Hij heeft het pand in elk geval enkele maanden gebruikt en niet gesteld of gebleken is dat sprake is van indeplaatsstelling, onderhuur, of van beëindiging van de huurovereenkomst. Dat [gedaagde partij] niets wist van de hennepkwekerij, zoals hij zegt, is niet gebleken. [gedaagde partij] heeft verklaard dat hij het pand in 2012 heeft gehuurd ten behoeve van het klusbedrijf dat hij samen met twee vrienden was begonnen en die ook een sleutel hadden maar dat dit klusbedrijf op enig moment op een lager pitje is komen te staan. Ook heeft hij verklaard dat hij daarna nog wel de huur heeft betaald maar niet meer in het bedrijfspand is geweest. Daarnaast heeft hij aangevoerd dat zijn vrienden, van wie hij de naam niet wil noemen, ook niets van de hennepkwekerij wisten. [gedaagde partij] heeft deze stellingen niet met concrete feiten of omstandigheden onderbouwd. Onduidelijk is gebleven wie de door hem genoemde vrienden zijn, of zij nog wel in het pand kwamen, of hij er redelijkerwijs van uit mocht gaan dat ze te goeder trouw waren, en wat hij met hen heeft afgesproken. Wat [gedaagde partij] heeft aangevoerd, is onvoldoende om aan te nemen dat de uit zijn huurderschap voortvloeiende zorgplicht niet op [gedaagde partij] is blijven rusten.
5.7.
[gedaagde partij] heeft onrechtmatig gehandeld door niet te voldoen aan de op hem rustende zorgplicht en daarom moet hij de schade die Enexis lijdt, vergoeden. [gedaagde partij] betwist de omvang van de schade zoals deze door Enexis in productie 9 is berekend.
5.8.
[gedaagde partij] voert aan dat de BOOM-rapporten gedateerd zijn en dat het goed mogelijk is dat in de afgelopen jaren de kweekduur korter is geworden met minder energieverbruik tot gevolg. Enexis heeft pagina's van met meest recente BOOM-rapport van juni 2016 overgelegd. Volgens dit rapport is de gemiddelde kweekduur van een oogst ongewijzigd ten opzichte van de eerdere BOOM-rapporten. Uit dit rapport volgt dat de groei- en bloeitijd negen weken is zodat, rekening houdend met één week leegstand voor oogsten, opruimen en planten van nieuwe stekken, een gemiddelde kweekcyclus geldt van tien weken. Enexis heeft hiermee het verweer van [gedaagde partij] dat de BOOM-rapporten te gedateerd zijn om te kunnen dienen als grondslag voor de berekening voldoende weerlegd.
5.9.
[gedaagde partij] betwist daarnaast dat sprake zou zijn van meerdere oogsten en voert aan dat daarvoor onvoldoende indicatoren gevonden zijn, zodat de door Enexis uitgevoerde berekening niet klopt. De rechtbank is met Enexis van oordeel dat er voldoende aanwijzingen zijn voor eerdere oogsten. Zo staat in het proces-verbaal van
13 februari 2015 dat het zwarte vijverfolie wit uitsloeg van de kalkaanslag, dat op sommige plekken van het vijverfolie oude hennepresten lagen, dat in de grijze buis van het irrigatiesysteem witte kalkaanslag en groene algengroei aanwezig was, dat filterdoek van één van de koolstoffilters vervuild was en dat het isolatieschuim dat op de gipswanden was aangebracht, was verkleurd. In het proces-verbaal van berekening van wederrechtelijk voordeel wordt daarnaast genoemd dat de gipsplaten, aangebracht ten behoeve van de isolatie van de kweekruimte, de productiedata oktober en november 2012 vermeldden en dat er op de lampen en in de meterkast veel spinnenwebben en stofafzetting werden aangetroffen. Dit laatste proces-verbaal vermeldt bovendien dat er vanaf de aanvang van de verhuur tot de inval op 12 februari 2015 219.000 liter water is verbruikt terwijl voor het kweken van de planten voor elf oogsten en de aangetroffen oogst samen 161.000 liter water nodig is. Dat, zoals [gedaagde partij] aanvoert, er geen andere indicatoren zijn dan het waterverbruik, is dus niet juist.
5.10.
Dat betekent dat voldoende is komen vast te staan dat sprake is van elf eerdere oogsten en een aangetroffen oogst. Omdat het daadwerkelijke verbruik vanwege het verbruik buiten de meter om niet met zekerheid is vast te stellen, mag de rechter de schade schatten (artikel 6:97 BW). De rechtbank neemt de schatting over van Enexis zoals neergelegd in productie 9. Enexis heeft ter zitting, in reactie op de conclusie van antwoord, nog uiteengezet hoe zij tot een kweekduur van 63 dagen is gekomen. Die uitleg is door [gedaagde partij] ter zitting niet meer betwist en ook verder heeft [gedaagde partij] niets aangevoerd tegen de door Enexis opgestelde berekening.
5.11.
De vordering van Enexis met inbegrip van de gevorderde en niet weersproken vergoeding van rente, zal worden toegewezen.
5.12.
[gedaagde partij] meent dat gevorderde buitengerechtelijke incassokosten moeten worden afgewezen omdat de hoofdsom volgens hem voor afwijzing gereed ligt en omdat de buitengerechtelijke kosten niet redelijk zijn. De hoofdsom wordt echter toegewezen, zodat dit niet aan toewijzing van de buitengerechtelijke kosten in de weg staat. Enexis heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Enexis is met haar vordering onder de wettelijke staffel zoals vermeld in artikel 2 van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten gebleven, zodat de kosten als redelijk zijn aan te merken.
5.13.
[gedaagde partij] zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de op de gebruikelijke wijze te begroten kosten van deze procedure. Die kosten worden aan de zijde van Enexis begroot op:
- dagvaardingskosten € 80,42
- griffierecht € 1.924,00
- salaris advocaat € 1.390,00 (2 punten × tarief III ad € 695,00)
Totaal € 3.394,42

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
veroordeelt [gedaagde partij] om aan Enexis te betalen € 34.482,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 februari 2015 tot aan de dag van volledige betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde partij] om aan Enexis te betalen € 968,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 september 2017 tot aan de dag van betaling;
6.3.
veroordeelt [gedaagde partij] in de kosten van de procedure, aan de zijde van Enexis tot op heden begroot op € 3.394,42, alsmede tot betaling van de nakosten van € 131,00, te verhogen met € 68,00 voor het geval betekening nodig zal zijn omdat [gedaagde partij] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na-)kosten vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Schothorst en in het openbaar uitgesproken op
20 juni 2018. [1]

Voetnoten

1.type: