ECLI:NL:RBNNE:2018:2154
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Veroordeling tot voorwaardelijke gevangenisstraf wegens ontuchtige handelingen met minderjarigen
Op 8 juni 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het plegen van ontuchtige handelingen met twee minderjarige meisjes. De verdachte, geboren in 1946, werd beschuldigd van het betasten van de borsten van de slachtoffers, die op het moment van de feiten nog geen zestien jaar oud waren. De tenlastelegging betrof handelingen die plaatsvonden tussen 26 april 2006 en 12 september 2008. Tijdens de zitting op 25 mei 2018 heeft de verdachte bekend dat hij de borsten van een van de slachtoffers heeft betast, maar ontkende de beschuldigingen met betrekking tot het andere slachtoffer. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van de tenlastelegging, terwijl de verdediging betoogde dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen tegen het tweede slachtoffer.
De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers als betrouwbaar beoordeeld en vastgesteld dat er voldoende bewijs was voor de ontuchtige handelingen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld en dat de verklaringen van de slachtoffers elkaar ondersteunden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, met een proeftijd van drie jaren, en heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht en behandeling voor zijn pedoseksuele gevoelens. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de eerdere veroordelingen van de verdachte en de noodzaak tot behandeling. Het vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters.