Op 31 mei 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het onder dwang afnemen van een bankpas en pincode van een slachtoffer. De zaak kwam voort uit een incident dat zich voordeed tussen 7 en 17 december 2015, waarbij de verdachte, al dan niet in vereniging met anderen, het slachtoffer bedreigde met de openbaarmaking van een seksueel getint filmpje. Tijdens de zitting op 17 mei 2018 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. C.C. Polat, terwijl het openbaar ministerie vertegenwoordigd werd door mr. S.E. Eijzenga.
De officier van justitie vorderde veroordeling van de verdachte, onderbouwd met verklaringen van het slachtoffer en getuigen die bevestigden dat de verdachte had gedreigd met het openbaar maken van een filmpje, tenzij er geld werd betaald. De verdediging betwistte de beschuldigingen en stelde dat er geen wettig bewijs was voor de tenlastelegging, en dat de verdachte niet betrokken was bij de afgifte van de bankpas.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen. Er was geen overtuigend bewijs dat de verdachte daadwerkelijk de dreiging had geuit die leidde tot de afgifte van de bankpas en pincode. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten. Daarnaast werd de benadeelde partij, het slachtoffer, niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen was. De rechtbank bepaalde dat de benadeelde partij haar vordering enkel bij de burgerlijke rechter kon indienen.