Op 31 mei 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2002, die werd beschuldigd van diefstal met geweld en bedreiging. De zaak kwam voor de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken na een terechtzitting op 17 mei 2018. De verdachte was aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. J. Dekens, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. P.A. van der Vliet. De tenlastelegging omvatte twee feiten: de eerste betrof een overval op een bedrijf in Assen op 25 november 2017, waarbij de verdachte met een vuurwapen dreigde en geld heeft gestolen. Het tweede feit betrof bedreiging van twee personen op 28 november 2017 in Hoogeveen, waarbij de verdachte hen met de dood bedreigde. Tijdens de zitting heeft de officier van justitie betoogd dat er voldoende bewijs was voor de overval, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak op basis van onvoldoende bewijs. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de diefstal, maar dat de bedreiging wel bewezen kon worden. De verdachte werd veroordeeld tot 120 dagen jeugddetentie, waarvan 72 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden voor behandeling en toezicht. De rechtbank hield rekening met de problematiek van de verdachte, waaronder een reactieve hechtingsstoornis en gedragsstoornis, en de noodzaak voor behandeling om recidive te voorkomen.