Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen op grond van de bekennende verklaring van verdachte en de schriftelijke bescheiden.
Voor zover het onder 1 ten laste gelegde ziet op het zesde gedachtestreepje heeft de officier van justitie (partieel) vrijspraak gevorderd, omdat hierbij het opzet ontbreekt.
Standpunt van de verdediging
Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman bepleit dat het feit wettig en overtuigend bewezen kan worden, met uitzondering van het zesde gedachtestreepje en het deel van de ten laste gelegde periode dat ziet op het jaar 2016.
Oordeel van de rechtbank
Partiële vrijspraak
Verdachte wordt blijkens het onder 1 ten laste gelegde, zesde gedachtestreepje, verweten dat hij heeft geregeld dat isoleringswerkzaamheden aan de door [slachtoffer] bewoonde woning zouden worden verricht. De rechtbank is, met de officier van justitie en de raadsman, van oordeel dat dit onderdeel van het ten laste gelegde onder 1 niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. De rechtbank zal verdachte derhalve vrijspreken van dit deel van de tenlastelegging.
Voorts onderschrijft de rechtbank het standpunt van de raadsman dat uit het dossier - met name het door aangeefster bijgehouden logboek - niet blijkt dat verdachte [slachtoffer] heeft belaagd in het jaar 2016. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het ten laste gelegde onder 1 voor zover het de periode betreft van 1 november 2016 tot 1 januari 2017.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is - ook in onderdelen - slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte op de terechtzitting van 15 mei 2018 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
U houdt mij het logboek en de anonieme brief d.d. 12 januari 2017, welke aangeefster heeft ontvangen, uit het procesdossier voor. Ik weet dat het bizar is dat ik ongeveer 300 sms-berichten naar [slachtoffer] heb gestuurd en dat ik haar vaak heb gebeld. Ik heb de banden van de auto van [slachtoffer] vernield. Het klopt dat ik verf heb gegooid bij de woning van [slachtoffer] en dat ik eten heb besteld op haar naam. Ik heb advertenties op het internet geplaatst, waarin ik uit de naam van [slachtoffer] heb gezegd geïnteresseerd te zijn in seks. Vervolgens zijn er mannen naar haar huis gegaan. Ja, het klopt dat dat ik foto’s van [slachtoffer] met woorden heb opgehangen. Ik heb pur in de uitlaat van [slachtoffer] gedaan.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 9 februari 2017 opgenomen op pagina 40 e.v. van het dossier met nummer PL0100-2017124046 d.d. 15 mei 2017, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
In januari 2017 ben ik regelmatig op mijn mobiele telefoon gebeld door privé of onbekend nummer.Op 12 januari 2017 vond ik een brief in de bus.Ik heb geen idee van wie deze brief afkomstig kan zijn. Iemand heeft in januari 2017 meerdere malen gepoogd om mijn wachtwoord van Facebook te wijzigen.Vanaf 27 januari 2017 tot en met 7 februari 2017 heb ik diverse sms’jes ontvangen op mijn privé telefoon en mijn mobiele werktelefoon.Op 4 februari omstreeks 20.20 uur werd er aangebeld bij mijn woning. Nadat ik open had gedaan zag ik een bezorger staan. Hij had een bestelling bij zich voor vier personen.Op 4 februari werd er aangebeld bij mijn woning. Nadat ik open had gedaan zag ik hier weer een maaltijdbezorger staan, twee maal een shaslick speciaal.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangeefster van Politie Noord-Nederland d.d. 11 februari 2017 opgenomen op pagina 67 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
Vanmorgen, 11 februari 2017 zag ik dat er een plas met verf voor de achterdeur van mijn woning lag. In die plas verf zag ik een boterhamzakje liggen. Ik zag buiten achter de uitbouw ook een plas rode verf liggen. Ik zag dat de achtergevel besmeurd was door verfspatten. Mijn schuurtje heeft ook verfspatten op het hout zitten. Ik zag op het dak van het schuurtje een plas verf liggen met daarin een boterhamzakje. De bestrating is besmeurd met verf.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangeefster van Politie Noord-Nederland d.d. 25 maart 2017 opgenomen op pagina 74 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
Toen ik op 24 maart 2017 bij mijn auto kwam zag ik dat er pur in de uitlaat van mijn auto zat.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 26 januari 2017 opgenomen op pagina 161 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
Op 25 januari 2017 heb ik mijn auto op mijn oprit geparkeerd. Ik woon in [pleegplaats]. Ik zag dat er een blokje hout, met een spijker daardoor, bij mijn linker voorwiel lag. Ik zag dat deze spijker krom was. Ik zag dat er in het midden van mijn linker achterband een blokje hout met een spijker daardoor vastzat. Ik zag dat dit bij het rechter voorwiel ook het geval was. Ik zag dat mijn rechter achterwiel leeg was en dat er aan het begin van de oprit een blokje hout met een spijker erdoor lag.