ECLI:NL:RBNNE:2018:1973

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
16 mei 2018
Publicatiedatum
28 mei 2018
Zaaknummer
18/830388-14
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging wegens recidivegevaar

Op 16 mei 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak van een veroordeelde die ter beschikking was gesteld met een bevel tot verpleging van overheidswege. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren, omdat de kans op recidive groot is wanneer de maatregel komt te vervallen. De rechtbank heeft de vordering toegewezen, na het horen van de veroordeelde, diens raadsman en een deskundige. De rechtbank heeft de stukken bestudeerd, waaronder een rapport van het behandelteam van de instelling waar de veroordeelde verblijft. Dit rapport gaf aan dat de veroordeelde lijdt aan schizofrenie, een autismespectrumstoornis en middelenmisbruik, en dat intensieve begeleiding noodzakelijk is om recidive te voorkomen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gevaar veroorzaakte voor de onaantastbaarheid van het lichaam van anderen. Gezien de problematiek van de veroordeelde en de noodzaak voor een geschikte vervolgbehandeling, heeft de rechtbank geoordeeld dat de veiligheid van anderen vereist dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengd, in overeenstemming met de vordering van de officier van justitie en het advies van de deskundige. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/830388-14
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 16 mei 2018 op een vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling
in de zaak tegen

[veroordeelde],

geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats],
thans verblijvende te Amsterdam in FKP Inforsa,
hierna: veroordeelde.

Procesverloop

De officier van justitie heeft schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling van veroordeelde zal verlengen met twee jaren.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 16 mei 2018, waarbij aanwezig waren veroordeelde, diens raadsman mr. D.J. Olie, officier van justitie, en F.M. Halma als deskundige.
De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder met name het door het hoofd van de inrichting [naam], psychiater W.M. Huizinga en psycholoog L. van den Heuvel ondertekende rapport met advies d.d. 19 maart 2018 van het behandelteam van de instelling waar veroordeelde van overheidswege wordt verpleegd, alsmede de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van veroordeelde.

Motivering

De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij vonnis van 4 mei 2016 heeft de rechtbank veroordeelde wegens het medeplegen van poging tot moord ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege. De terbeschikkingstelling is aangevangen op 19 mei 2016.
Het advies van de instelling
De instelling adviseert de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. In het verlengingsadvies is onder meer het volgende aangegeven, zakelijk weergegeven:
Veroordeelde is onder meer gediagnosticeerd met schizofrenie en autismespectrum stoornis. Er is sprake van stoornis in gebruik van middelen (alcohol, cannabis, cocaïne en amfetaminen) en anti-sociaal gedrag. Daarnaast is bij veroordeelde sprake van een zwakbegaafd cognitief niveau. Veroordeelde is gebaat bij intensieve begeleiding en een hem opgelegde strikte structuur. Vallen die weg, dan dreigt psychotische ontregeling, terugval in middelengebruik en delictgedrag. In februari 2018 is veroordeelde gestart met dubbel begeleid verlof.
Veroordeelde lijkt het plafond van de huidige behandeling te hebben bereikt, zodat moet worden omgezien naar een andere behandelwijze. Hoe de begeleiding er uit moet zien -longstay of uitstroom naar het reguliere GGZ-traject- is nog niet duidelijk. Het doel van de opgelegde maatregel voor de komende twee jaren is een geschikte vervolgplek voor de behandeling te vinden.
Deskundige Halma heeft tijdens de terechtzitting het advies bevestigd en nader toegelicht. Deze toelichting houdt - zakelijk weergegeven - in:
Teneinde recidive te voorkomen, is intensieve begeleiding en structuur nodig. Gebleken is dat veroordeelde het overzicht verliest en afspraken niet nakomt, wanneer die intensiteit wordt losgelaten. Wat het vervolgtraject ook wordt -longstay of het reguliere GGZ-traject-, het verdient aanbeveling om veroordeelde te plaatsen in een inrichting waarin specifieke aandacht is voor zijn persoonlijkheidsstoornissen en waar het beveiligingsniveau is toegesneden op de situatie van veroordeelde.
Het verkrijgen van een de status van onbegeleid verlof zal moeilijk te realiseren zijn. De pijlen zijn er vooreerst op gericht om de stap naar enkel begeleid verlof te zetten.
Het behandelplafond van veroordeelde is bereikt. Om te bepalen hoe het vervolg van het behandeltraject er uit moet komen te zien, is tijd nodig. Daartoe zal allereerst een zorgconferentie worden georganiseerd. De ervaring heeft geleerd dat twee jaren een reëel tijdspad is, zodat om die reden verlenging van de maatregel met twee jaren wordt geadviseerd.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaren.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsman
Veroordeelde en zijn raadsman hebben zich niet verzet tegen een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de strafmotivering in het onderliggende vonnis vast dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf gericht tegen of gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Op grond van de inhoud van voormeld advies, de door de deskundige gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen vereist dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd. Gelet op de problematiek van veroordeelde, die door hem wordt onderkend, is het niet aannemelijk dat binnen de termijn van twee jaren een ander toezichtregime op veroordeelde van toepassing kan worden verklaard. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling, overeenkomstig de vordering en het verlengingsadvies, met twee jaren verlengen.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van veroordeelde met verpleging van overheidswege met twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.B.M. Keurentjes, voorzitter, mr. L.W. Janssen en mr. P.H.M. Tapper-Wessels, rechters, bijgestaan door mr. E.W. Jeuring, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 mei 2018.