ECLI:NL:RBNNE:2018:1931

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 maart 2018
Publicatiedatum
23 mei 2018
Zaaknummer
18/750064-16
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van hennepteelt en deelname aan criminele organisatie met betrekking tot meerdere hennepkwekerijen in Noord-Nederland

Op 8 maart 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij meerdere hennepkwekerijen in de provincies Friesland en Groningen. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk telen van hennep in de uitoefening van een beroep of bedrijf, diefstal van elektriciteit, en deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met medeverdachten betrokken was bij de inrichting en exploitatie van vijf hennepkwekerijen. De verdachte had een uitvoerende rol en was verantwoordelijk voor het lassen van stellages en het opbouwen van de kwekerijen. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte samen met anderen opzettelijk grote hoeveelheden hennepplanten had geteeld en dat hij deel uitmaakte van een organisatie die zich bezighield met het plegen van misdrijven uit de Opiumwet. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van 18 maanden op, waarbij rekening werd gehouden met zijn rol binnen de organisatie en de ernst van de feiten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele ten laste gelegde feiten, omdat deze niet wettig en overtuigend bewezen konden worden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/750064-16
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 8 maart 2018 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1971 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [straatnaam] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
1 februari 2018, 2 februari 2018 en 22 februari 2018.
De verdachte is ter terechtzitting van 1 februari 2018 en 2 februari 2018 verschenen, bijgestaan door mr. K.J. Meijer, advocaat te Sint Annaparochie. Ter terechtzitting van 22 februari 2018 zijn verdachte en zijn raadsman niet verschenen.
Het openbaar ministerie is tijdens de terechtzittingen van 1 en 2 februari 2018 vertegenwoordigd door mr. P.M. van der Spek en tijdens de terechtzitting van 22 februari 2018 door mr. T.H. Pitstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 21 december 2015 tot en met 10 februari 2016, althans op 10 februari 2016, te Drachten, in de gemeente Smallingerland, in elk geval in het arrondissement Noord-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of
verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad, in een pand gelegen aan of bij de [straatnaam] , aldaar, (in totaal) (ongeveer) 384 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) voormeld telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
2.
hij in of omstreeks 21 december 2015 tot en met 10 februari 2016 te Drachten, (althans) in de gemeente Smallingerland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een pand gelegen aan of bij de [straatnaam] , aldaar) een hoeveelheid elektrische energie, althans enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen elektrische energie onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2015 tot en met 18 juli 2016, althans op 18 juli 2016, te Veelerveen, in de gemeente Bellingwedde, in elk geval in het arrondissement Noord-Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad, in een pand gelegen aan of bij de [straatnaam] , aldaar, (telkens) (in totaal) (ongeveer) 840 hennepplanten, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) voormeld telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 1 maart 2015 tot en met 18 juli 2016, althans op 18 juli 2016, te Veelerveen, in de gemeente Bellingwedde, met elkaar, althans één van hen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan de [straatnaam] ), (telkens) (in totaal) (ongeveer) 840 hennepplanten, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 maart 2015 tot en met 18 juli 2016, althans op 18 juli 2016, te Veelerveen, in de gemeente Bellingwedde en/of te Drachten, in de gemeente Smallingerland, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest, door het lassen en/of fabriceren van (ijzeren) stellingen en/of het (onder meer) bewerken van (ijzeren)
U-profielen en/of het plaatsen van (een) (ijzeren) stelling(en) en/of frame(s), althans het (mee) helpen (op)bouwen van de hennepkwekerij, in elk geval op enigerlei wijze behulpzaam is geweest;
4.
hij in of omstreeks de periode van 20 juni 2016 tot en met 18 juli 2016, althans op 18 juli 2016, te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, in elk geval in het arrondissement Noord-Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of
verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad, in een pand gelegen aan of bij de [straatnaam] , aldaar, (telkens) (in totaal) (ongeveer) 698 hennepplanten, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) voormeld telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer ander(e) perso(o)n(en) in of
omstreeks de periode van 20 juni 2016 tot en met 18 juli 2016, althans op 18 juli 2016, te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, met elkaar, althans één van hen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan de [straatnaam] (telkens) (in totaal) (ongeveer) 698 hennepplanten, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen
daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 20 juni 2016 tot en met 18 juli 2016, althans op 18 juli 2016, te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden en/of te Drachten, in de gemeente Smallingerland, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest, door het lassen en/of fabriceren van (ijzeren) stellingen en/of het (onder meer) bewerken van (ijzeren)
U-profielen en/of het plaatsen van (een) (ijzeren) stelling(en) en/of frame(s), althans het (mee) helpen (op)bouwen van de hennepkwekerij, in elk geval op enigerlei wijze behulpzaam is geweest;
5.
hij in of omstreeks de periode van 11 november 2014 tot en met 18 juli 2016, althans op 18 juli 2016, te Gorredijk, in de gemeente Opsterland, in elk geval in het arrondissement Noord-Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt
en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad, in een pand gelegen aan of bij de [straatnaam] , aldaar,(telkens) (in totaal) (ongeveer) 1176 hennepplanten, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) voormeld telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren heeft/hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer ander(e) pers(o)n(en) in of omstreeks de periode van 11 november 2014 tot en met 18 juli 2016, althans op 18 juli 2016, te Gorredijk, in de gemeente Opsterland, met elkaar, althans één van hen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan de [straatnaam] , aldaar) een hoeveelheid van (telkens) (in totaal) (ongeveer) 1176 hennepplanten, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan,
in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan
wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van
11 november 2014 tot en met 18 juli 2016, althans op 18 juli 2016, te Gorredijk, in de gemeente Opsterland en/of te Drachten, in de gemeente Smallingerland, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest, door
het lassen en/of fabriceren van (ijzeren) stellingen en/of het (onder meer) bewerken van (ijzeren) U-profielen en/of het plaatsen van (een) (ijzeren) stelling(en) en/of frame(s), althans het (mee) helpen (op)bouwen van de hennepkwekerij, in elk geval op enigerlei wijze behulpzaam is geweest;
6.
hij in of omstreeks de periode van 11 november 2014 tot en met 18 juli 2016 te Drachten, in de gemeente Smallingerland en/of te Gorredijk, in de gemeente Opsterland en/of te Veelerveen, in de gemeente Bellingwedde en/of te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, althans in het arrondissement Noord-Nederland, in elk geval Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen,
te weten van verdachte en (onder andere) [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3],
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het overtreden van artikel 11 lid 2 en lid 3 en lid 5 van de Opiumwet, te weten het meermalen, in de uitoefening van een bedrijf of beroep, opzettelijk telen en/of verwerken en/of bewerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben van (telkens) (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en), althans van (telkens) (een) hoeveelhe(i)d(en) van (telkens)
meer dan 30 gram, hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling voor het onder 1., 2., 3. primair, 4. primair, 5. primair en 6. ten laste gelegde gevorderd. Ten aanzien van het onder 5. primair ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat de periode vanaf 13 november 2015 tot en met 18 juli 2016 kan worden bewezen en dat verdachte voor het overige van de ten laste gelegde periode moet worden vrijgesproken.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1., 3. primair, 4. primair, 5. primair en 6. ten laste gelegde.
Hij heeft hiertoe het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde geldt dat kan worden bewezen dat verdachte de hennepplanten heeft geteeld, maar er is geen sprake van het in het kader van een beroep of bedrijf telen van hennepplanten. Verdachte had onvoldoende middelen en geld om een professionele kwekerij op te zetten.
Ten aanzien van het onder 3. primair , 4. primair en 5. primair ten laste gelegde geldt dat geen sprake is van een voor medeplegen benodigde bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en een ander of anderen. Verdachtes werkzaamheden bestonden uit laswerkzaamheden en het ophangen van de lampen. Een enkele keer heeft hij de planten verzorgd. In Veelerveen had hij geen vrije toegang tot de kweekruimtes en derhalve ook geen beschikkingsmacht over de planten.
Ten aanzien van het onder 5. primair en subsidiair ten laste gelegde kan niet worden bewezen dat verdachte in de periode van 11 november 2014 tot 13 november 2015 werkzaamheden voor deze kwekerij heeft verricht, zodat verdachte van deze periode moet worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 6. ten laste gelegde moet worden bewezen dat verdachte opzet heeft gehad op het samenwerken met als doel hennepplanten te telen. Verdachte had slechts een beperkte rol die zelfs te klein is voor medeplegen. Hij maakte derhalve niet deel uit van een organisatie. Dit wordt ook ondersteund door de vergoedingen die hij kreeg. Hij kreeg zelfs nog minder betaald dan de knippers. De opzet op het samenwerken kan derhalve niet worden bewezen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het onder 3. primair ten laste gelegde en het onder 5. primair ten laste gelegde voor wat betreft de periode tot en met 13 november 2015, niet wettig en overtuigend bewezen. Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken. De rechtbank komt hier later in het vonnis bij de bewijsoverwegingen op terug.
De rechtbank stelt op grond van de hierna te noemen bewijsmiddelen [1] die de daartoe redengevende feiten en omstandigheden bevatten, het volgende vast.
Ten aanzien van de hennepkwekerij aan de [straatnaam] te Gorredijk.
Door de politie werd op 13 november 2015 in een pand aan de [straatnaam] te Gorredijk, binnen de gemeente Opsterland, een hennepkwekerij aangetroffen. [2] Uit het buurtonderzoek van de politie van 13 november 2015 bleek dat [getuige 1] de eigenaar is van de loods aan de [straatnaam] te Gorredijk. [getuige 1] verklaarde dat hij de loods aan de [straatnaam] ongeveer twee jaar geleden in bruikleen had gegeven aan [medeverdachte 2] . [3] Hij heeft [medeverdachte 2] een sleutel van het pand gegeven. [4] [getuige 2] , de voormalig huurder van het pand aan de [straatnaam] te Gorredijk verklaarde dat [getuige 1] hem had verteld dat de nieuwe huurder uit Drachten kwam. [5]
Op 18 juli 2016 werd door de politie wederom een hennepkwekerij in het pand aan de [straatnaam] te Gorredijk aangetroffen. De kwekerij bestond uit twee kweekruimtes. Beide ruimtes bevatten elk 588 hennepplanten. [6]
Ten aanzien van de hennepkwekerij aan [straatnaam] te Drachten.
Door de politie werd op 10 februari 2016 in een pand aan [straatnaam] te Drachten binnen de gemeente Smallingerland, een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. Het pand betrof een bedrijfspand/loods, opgedeeld in meerdere ruimtes, waarvan twee ruimtes daadwerkelijk als kweekruimtes dienden. In beide kweekruimtes stonden 192 hennepplanten van ongeveer 80 centimeter hoog en nagenoeg oogstrijp. De stroomvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door een fraude-inspecteur van netwerkbeheerder [slachtoffer] . Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat de zegels van de hoofdaansluitkast waren verbroken. Nadat het deksel van de aansluitkast was verwijderd, werd geconstateerd dat aan de bovenzijde van de zekeringhouders een illegale elektriciteitsaansluiting was gemaakt en dat deze illegale aansluiting buiten de meter om liep naar de hennepkwekerij en deze voorzag van elektriciteit. [7] Door [slachtoffer] is aangifte van diefstal gedaan. [slachtoffer] heeft vanaf 28 december 2015 met een persoon genaamd [verdachte] een overeenkomst betreffende aansluiting en transport van elektriciteit naar bovengenoemd perceel. [8]
Volgens [getuige 3] , de eigenaar van het pand aan [straatnaam] te Drachten, heeft hij samen met [verdachte] op 21 december 2015 het huurcontract voor het pand ondertekend. Volgens hem heeft [verdachte] de huur van een vriend van hem overgenomen en kwam [verdachte] ook al eerder in het pand. Zo heeft hij in oktober 2015 reeds de sloten van de deuren van de loods vervangen. [9]
Ten aanzien van de hennepkwekerij aan de [straatnaam] te Veelerveen.
Op 18 juli 2016 werd er in een woonboerderij aan de [straatnaam] te Veelerveen in de
gemeente Bellingwedde een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. De kwekerij bevond zich in de schuur. Deze schuurruimte was ook via de binnenzijde van het pand te benaderen, middels een deur in de hal achter de keuken. Om de kweekruimten voor de hennep te verkleinen was aan de achterzijde een geïsoleerde damwand geplaatst. Deze was weer verdeeld in twee aparte kweekhokken. In kweekruimte 1 stonden 392 hennepplanten. De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 80 cm. In kweekruimte 2 stonden 448 hennepplanten. De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 80 cm. [10] Bij de doorzoeking in de woning werd een huurovereenkomst aangetroffen. Uit de huurovereenkomst blijkt dat op 13 februari 2014 tussen verhuurder [getuige 4] wonende te Sellingen en huurder [medeverdachte 1] wonende te Assen ten overstaan van notaris [naam 1] een huurovereenkomst is afgesloten betreffende de woning aan de [straatnaam] te Veelerveen. [11]
Ten aanzien van de hennepkwekerij aan de [straatnaam] te Leeuwarden.
Op 18 juli 2016 werd door de politie in een pand gevestigd aan de [straatnaam] te Leeuwarden, in een vrijstaande stenen loods, een inwerking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. [12] De deur die toegang gaf tot de hennepkwekerij was afgesloten met een hangslot. Deze werd geopend met een van de sleutels die die dag eerder door de politie waren aangetroffen in de blauwe Peugeot 307, voorzien van kenteken [kenteken] en in gebruik bij [verdachte] . [13] De loods was in diverse ruimtes verdeeld. Er werden twee kweekruimtes aangetroffen. In kweekruimte A stonden in totaal 335 hennepplanten en in kweekruimte B stonden 363 hennepplanten. [14]
Overeenkomsten tussen de hennepkwekerijen.
De foto's van voornoemde en ten laste gelegde hennepkwekerijen, alsmede van de in het kader van het onderzoek naar verdachte en zijn medeverdachte aangetroffen hennepkwekerijen aan de [straatnaam] te Drachtstercompagnie, [straatnaam] te Veelerveen en [straatnaam] te Gorredijk zijn door de politie geanalyseerd. Dit heeft geleid tot een vergelijking van specifieke overeenkomsten.
Met uitzondering van de hennepkwekerij aan de [straatnaam] te Drachtstercompagnie werden bij alle kwekerijen gelaste stellages c.q. frames waarop werd gekweekt aangetroffen. Dit betroffen gelaste stalen frames met een boogconstructie waaraan de assimilatielampen waren bevestigd, de pootjes van de frames betroffen ronde doppen met schroefdraad. Bij deze kwekerijen werden assimilatielampen met geïntegreerde transformator met regelbaar vermogen aangetroffen. De lampen waren allemaal middels een soortgelijk metalen profiel aan het frame bevestigd. Bij deze kwekerijen waren de kweekruimtes ook geheel of deels opgebouwd met identieke geïsoleerde sandwichpanelen. Ook de afwerking met ducttape en de u-profielen bij deze panelen kwam overeen.
In alle hennepkwekerijen werden soortgelijke gelaste stalen frames aangetroffen waarop ondersteunende apparatuur stond.
In de hennepkwekerijen aan [straatnaam] te Drachten, [straatnaam] te Gorredijk, de [straatnaam] te Leeuwarden en aan de [straatnaam] te Veelerveen werden verschillende types professionele airco-systemen aangetroffen, alle van het merk Gree. [15]
Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft in 2013, 2014 en 2015 bij [bedrijf 1] meerdere grote partijen ijzeren buizen besteld en laten afleveren op het adres [straatnaam] te Drachten. Deze buizen vertonen grote gelijkenis met de buizen waarvan de gelaste stellages zijn gemaakt die zijn aangetroffen in de kwekerijen aan [straatnaam] te Gorredijk, [straatnaam] te Gorredijk, [straatnaam] te Drachten, de [straatnaam] te Leeuwarden, [straatnaam] te Veelerveen en de [straatnaam] te Veelerveen. [16] De apparatuur in alle eerder benoemde kwekerijen stond op gelaste stalen frames die eveneens van soortgelijke stalen buizen waren gemaakt. [17]
Het zetwerk van een beugel die is aangetroffen in de kwekerij aan [straatnaam] in Veelerveen is in 2015 in opdracht van verdachte door [getuige 5] , werkzaam bij het bedrijf [bedrijf 2] in Drachten, gemaakt. Deze waren in langere lengtes afgeleverd door de [bedrijf 2] en zijn dus verder verwerkt. De assimilatielampen in de kwekerijen op de adressen [straatnaam] te Gorredijk, de [straatnaam] te Gorredijk (13 november 2015) en [straatnaam] te Drachten zijn op exact dezelfde wijze, met exact dezelfde beugels, aan de kweekstellages bevestigd. De veiliggestelde beugel vanuit Veelerveen past exact op een veiliggesteld stuk buis van een kweekstellage uit één van de andere kwekerijen. [18]
In de kwekerijen aan [straatnaam] te Drachten, de [straatnaam] te Veelerveen en de [straatnaam] te Gorredijk (18 juli 2016), werden airconditioningssystemen aangetroffen, waarvan aan de hand van unieke identificerende nummers is komen vast te staan dat deze door de firma [bedrijf 3] aan de [bedrijf 4] te Drachten werden geleverd, waarna de airco’s werden doorverkocht aan medeverdachte [medeverdachte 2] . Uit het politieonderzoek blijkt dat er daarnaast in de kwekerijen aan de [straatnaam] (13 november 2015) en de [straatnaam] in Leeuwarden aircosystemen zijn aangetroffen van het merk Gree. Gedurende een periode van ongeveer één jaar zijn er door [medeverdachte 2] meerdere bestellingen gedaan van soortgelijke airco-units van het merk Gree, met bijbehorende koelleidingen en koppelingen ten behoeve van het aansluiten van de airco's. [medeverdachte 2] was de enige persoon die bij [bedrijf 4] Drachten airco's van dit merk Gree afnam. In totaal gaat het om vier bestellingen die door [medeverdachte 2] zijn gedaan, in de periode 14 juli 2015 tot 28 januari 2016. Op 29 mei 2016 heeft [medeverdachte 2] bij de [bedrijf 4] een airco van het merk Gree aangeschaft welke kort daarna in de (eveneens in het kader van het onderzoek naar verdachte en de medeverdachten ontdekte) in aanbouw zijnde hennepkwekerij aan de Noormanstrjitte 4 te Wijnjewoude werd aangetroffen [19] De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat het niet anders kan dan dat de aircosystemen die zijn aangetroffen in de kwekerijen aan de [straatnaam] (13 november 2015) en de [straatnaam] in Leeuwarden ook door medeverdachte [medeverdachte 2] zijn aangeschaft.
Van de sandwichpanelen die zijn gebruikt als scheidingswand in de kwekerij aan [straatnaam] in Drachten is gebleken dat deze deel uitmaken van een partij sandwichpanelen van 158 stuks, welke door de [bedrijf 2] is geleverd aan verdachte, aan het [straatnaam] in Drachten. De factuur is van 5 maart 2015. Verdachte heeft in de jaren 2014 en 2015, en begin 2016, meerdere malen goederen gekocht bij de [bedrijf 2] . Hij kwam alleen, of in gezelschap van medeverdachten [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] . De grote hoeveelheid panelen werd in maart 2015 afgerekend door [medeverdachte 2] of [medeverdachte 1] . Kleinere bedragen werden afgerekend door verdachte en hij deed ook de bestellingen. In de zomer van 2014 heeft [getuige 5] , werknemer van de [bedrijf 2] , al eens een partij van 30 soortgelijke sandwichpanelen geleverd aan verdachte. Hij heeft ze gebracht naar het [straatnaam] , waar ze door [medeverdachte 2] in ontvangst zijn genomen. [20]
De loods aan het [straatnaam] te Drachten.
Medeverdachte [medeverdachte 2] huurt een loods aan het [straatnaam] te Drachten. [21]
In de zomer van 2014 is [getuige 5] van de [bedrijf 2] in de loods aan de [straatnaam] geweest. Hij heeft gezien dat deze loods vol stond met allerlei spullen. Het is hem daarbij opgevallen dat er allemaal metalen frames lagen opgestapeld. Deze metalen frames waren opgebouwd uit vierkante buizen, die aan elkaar gelast waren. Hij zag ook een werkbank en lasgereedschap in de loods liggen. [22]
Op 18 juli 2016 is door de politie de loods aan het [straatnaam] te Drachten doorzocht. Met behulp van een drugshond werden in drie vaten hennepresten aangetroffen en in een doos werden enkele henneptoppen aangetroffen. Deze doos stond in een afgetimmerde ruimte op de bovenverdieping. In deze ruimte was een afzuigsysteem aangesloten middels een koolstoffilter en een kistventilator. Ook werden hier een paktafel, sealapparatuur en seal bags aangetroffen. Dit betroffen nieuwe en gebruikte seal bags, die een sterke hennepgeur hadden. Tijdens de zoeking werden grote hoeveelheden gelaste stellages aangetroffen, onder andere specifieke gelaste boogconstructies en tafels, die qua materiaal, vorm en afmetingen exact gelijk waren aan de ijzeren stellages die werden aangetroffen op de hiervoor genoemde kweeklocaties. Voorts werd er nog een grote hoeveelheid nieuwe, onverwerkte soortgelijke buizen aangetroffen. Ook werden grote hoeveelheden metalen profielen (zetwerk) aangetroffen, zowel u-profielen als de profielen waarvan tijdens het onderzoek werd vastgesteld dat ze werden gebruikt om assimilatielampen te bevestigen aan de stalen constructies. Verder werd een grote hoeveelheid sandwichpanelen aangetroffen. Een deel daarvan leek gebruikt en een deel zat nog in de originele verpakking van de leverancier. Ook werden op zowel de benedenverdieping als op de bovenverdieping in de loods dozen en gebruiksaanwijzingen aangetroffen van aircosystemen van het merk Gree. Er werden drie cilinders aangetroffen met opschrift R410a. De aircosystemen van Gree werken met koelmiddel R410a. Daarnaast werden aircoslangen aangetroffen, die door de politie herkend werden als soortgelijk slangen die in de hennepkwekerijen werden gebruikt ten behoeve van de aansluitingen van de aircosystemen Gree.
Ook werden hennep gerelateerde goederen aangetroffen, zoals assimilatielampen, cannacutters, meer dan 80 Deense bodems, zakken met perlitekorrels, jerrycans met voedingsmiddelen, pH-meters, stroomkabels, schakelborden, weegschalen, waterslangen, ventilatiebuizen, vacuümzakken, koolstoffilters, slakkenhuizen, irrigatiematerialen.
In de loods stond een aantal werkbanken met daarop en daaromheen veel gereedschap waaronder veel elektrisch (hand)gereedschap. Ook werden grote zaag- en boortafels aangetroffen, welke gezien al het omliggende buisafval werden gebruikt voor het bewerken van de stalen buizen waarvan de kweekstellages werden gemaakt. Ook werden lasapparaten aangetroffen. Op een tafel werd een envelop aangetroffen met daarin een zegeltang en (gebruikte) verzegelingen. Door de politie werden deze herkend als zijnde zegels die gebruikt worden voor de verzegeling van een elektriciteitsmeter. Ook werden documenten met tips met betrekking tot hennepteelt aangetroffen en werd in de koelkast een zakje met vermoedelijk hennepzaad aangetroffen. [23]
Naar aanleiding van deze doorzoeking heeft de politie met een aantal medewerkers van omliggende bedrijven gesproken. Een van deze personen vertelde dat [medeverdachte 2] al jarenlang de loods aan het [straatnaam] huurt, waarschijnlijk sinds 2010 of 2011, en dat algemeen bekend is dat hij zich bezighield met de illegale hennepteelt. In het verleden had deze persoon regelmatig een sterke hennepgeur rondom het pand aan het [straatnaam] geroken. Een andere persoon vertelde dat hij wist dat [medeverdachte 2] in de wiet zat. Hij had regelmatig een vrachtwagen met het opschrift " [naam 2] " bij het pand zien staan. De bestuurder van deze vrachtwagen was een kleine man, met kort donker haar en een bril op. Deze man kwam al jarenlang bij de loods van [medeverdachte 2] . Daarnaast kwam er een grote, wat oudere man met grijs haar, die reed in een bestelauto van het merk Mercedes, vaak bij het pand. Ze kwamen volgens de medewerker al jarenlang bij de loods van [medeverdachte 2] en hoorden "bij het meubilair". Het is bij de politie ambtshalve bekend dat met de kleine man met kort donker haar en een bril verdachte wordt bedoeld en dat met de grote, wat oudere man met grijs haar en die reed in een bestelauto van het merk Mercedes medeverdachte [medeverdachte 1] wordt bedoeld. [24]
Dat deze beide mannen regelmatig in en bij de loods van verdachte aan het [straatnaam] aanwezig waren, dikwijls in gezelschap van verdachte, wordt bevestigd door observaties die de politie heeft uitgevoerd. Op 22 juni 2016 is waargenomen dat de auto van medeverdachte [medeverdachte 2] en de auto van medeverdachte [medeverdachte 1] , met [medeverdachte 1] als bestuurder, meermalen direct na elkaar van en naar de loods aan het [straatnaam] reden. Uit de inhoud van een door de politie afgeluisterd telefoongesprek blijkt dat [medeverdachte 2] en de [medeverdachte 1] afspraken om elkaar te treffen op 22 juni 2016. [25]
Op 23 juni 2016 is waargenomen dat [medeverdachte 2] en verdachte kort na elkaar in hun eigen voertuigen vertrokken vanaf het [straatnaam] en beiden ook naar dat adres zijn teruggekeerd. [26]
Op 1 juli 2016 is waargenomen dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] direct na elkaar, ieder in zijn eigen auto, vertrokken vanaf het [straatnaam] . De auto van verdachte reed naar de [straatnaam] in Gorredijk en toen hij daar vandaan kwam is gezien dat medeverdachte [medeverdachte 1] bij hem in de auto zat. [27] Verdachte heeft verklaard dat hij die nacht samen met [medeverdachte 1] op de [straatnaam] te Gorredijk is geweest en dat er op dat moment een hennepkwekerij in de loods zat. [28]
Gelet op de aangetroffen situatie op 18 juli 2016 tijdens de doorzoeking van de loods aan het [straatnaam] te Drachten, de observaties, de verklaring van verdachte en de verklaring van [getuige 5] , stelt de rechtbank vast dat de loods heeft gediend als de centrale uitvalsbasis en werkplaats voor de aan hennepteelt gerelateerde activiteiten. De aanwezigheid van grote hoeveelheden aan hennep gerelateerde goederen onderschrijft dit nadrukkelijk. Ook de aanwezigheid van grote hoeveelheden sandwichpanelen, ijzeren profielen, nieuw stalen buismateriaal, lasapparatuur, zaagmachines en complete gelaste frames op verrijdbare stellingen -welke volledig overeenkomen met de kweekstellages die in de hennepkwekerijen werden aangetroffen- maken het aannemelijk dat de voorbereidingen voor de daadwerkelijke inrichting van de kweeklocaties hier plaatsvond. Uit de verklaring van [getuige 6] [29] blijkt voorts dat de loods aan het [straatnaam] ook werd gebruikt als de plek waar met knippers werd afgesproken om ze vandaar naar een kwekerij te brengen.
Verklaring van verdachte.
Verdachte heeft op 28 juli 2016 verklaard dat hij ongeveer anderhalf tot twee jaar geleden via via is benaderd of hij wat laswerkzaamheden kon verrichten. Hij is begonnen met kleine laswerkzaamheden, een soort hulpstukjes, te maken. Daarna kwamen de grote werkzaamheden; het lassen van stellages. Hij was de enige die deze stellages maakte. Hij zou ongeveer begin 2015 met het maken van deze stellages zijn begonnen. Hij maakte ook u-profielen en plaatste isolatiepanelen. Deze panelen kwamen volgens [verdachte] bij de [bedrijf 2] vandaan. [30] Het zou volgens hem heel goed mogelijk zijn dat deze goederen zijn geleverd op het [straatnaam] te Drachten. [31] De hennepkwekerij aan [straatnaam] te Drachten heeft hij zelf opgebouwd en deze was van hem. Een persoon heeft hem geholpen met opbouwen. De hennepkwekerijen aan de [straatnaam] te Leeuwarden en aan [straatnaam] te Gorredijk heeft hij ook opgebouwd. Hij heeft ook geholpen om de hennepkwekerij aan de [straatnaam] te Veelerveen, in een boerderij bij [medeverdachte 1] thuis, op te bouwen. Hij heeft daar de stellingen geplaatst. Dat zijn frames voor de tafel. Hij is daar tussen de drie en vier keer geweest voor het opbouwen van de kwekerij. In de hennepkwekerij aan de [straatnaam] te Leeuwarden heeft hij tafels, lampen en kabels en dergelijk neergezet. Hij heeft zelf geen aircosystemen aangesloten. In deze kwekerij is één keer geoogst en toen heeft hij geholpen met oogsten. Hij heeft de hennepplanten geknipt en ze daarna in tonnen gestopt. De tonnen hebben ze vervolgens in een bus of auto gezet. Dit was ongeveer vier weken geleden. Op [straatnaam] in Gorredijk heeft hij ook het spul opgebouwd. Het meeste stond er nog. Hij moest een paar sandwichpanelen vervangen. De stellages stonden er nog. De lampen moesten worden opgehangen en de bewatering moest nog worden gedaan. De helft lag er nog. Deze kwekerij is niet van hem zelf. [32] Op 1 juli 2016 is verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 1] aan de [straatnaam] te Gorredijk geweest. Op dat moment zat er een hennepkwekerij in de loods. Hij is die nacht in de hennepkwekerij geweest om dingen, zoals het water, te controleren. [33]
Volgens verdachte kreeg hij voor zijn werkzaamheden betaald. Hoe meer hij ging doen hoe meer hij betaald kreeg. Na een paar maanden kreeg hij ongeveer 500 euro per maand betaald. [34] Volgens verdachte heeft hij een minder grote rol dan [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . [35] Volgens verdachte komt hij bij de loods aan het [straatnaam] te Drachten iets minder dan drie jaren. Hij is meerdere malen bij de [bedrijf 2] geweest voor goederen. Hij heeft daar een keer ijzeren platen gekocht en laten knippen. In het pand aan [straatnaam] te Drachten heeft hij een wand van witte isolatiepanelen geplaatst. Hij heeft dit met een soort metalen profiel gedaan. Hij betaalde ook de huur voor dit pand. Dit geld heeft hij geleend. [36]
Uit de verklaring van verdachte, in samenhang met de eerdergenoemde verklaring van [getuige 5] en de waarnemingen in en rond de loods aan het [straatnaam] , leidt de rechtbank af dat hij gedurende een periode van ongeveer drie jaar (2014 tot en met 2016) in opdracht van [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] werkzaamheden heeft uitgevoerd voor de inrichting en opbouw van de hennepkwekerijen en daarnaast diverse hand- en spandiensten heeft uitgevoerd, waaronder het controleren van het waterpeil in de kwekerij aan de [straatnaam] te Gorredijk op 1 juli 2016 en het oogsten van hennep in de kwekerij aan de [straatnaam] te Leeuwarden. Een deel van de werkzaamheden, zoals de fabricage van de metalen stellages, voerde hij uit in de loods aan het [straatnaam] . Tevens stelt de rechtbank mede op grond van de verhoudingen en de verklaring van verdachte vast dat [medeverdachte 2] een van de investeerders is geweest in de hennepkwekerij aan [straatnaam] te Drachten waarvan verdachte de beheerder was.
Verklaring van [getuige 7]
heeft verklaard dat zij op 11 november 2015 bezoek kreeg van [getuige 8] en medeverdachte [medeverdachte 2] . Dit was de eerste keer dat [medeverdachte 2] haar op de man af vroeg om te knippen in een kwekerij. Meestal benadert [medeverdachte 2] [getuige 9] . Zij en [getuige 6] horen dan via [getuige 9] wat ze moeten doen. Ze mogen eigenlijk niet bellen of sms’en. [medeverdachte 2] heeft contacten met mensen die hennepkwekerijen hebben. Hij benadert en regelt de knippers voor deze hennepkwekerijen. Hij is een beetje de baas en hij gaat over veel dingen. [getuige 8] is een beetje zijn slaafje. [getuige 7] , [getuige 9] en [getuige 6] zijn meestal met zijn drieën aan het knippen. Ze gaan pas weg wanneer alle hennepplanten zijn geknipt en ze moeten iedere keer nieuwe planten knippen. [getuige 8] is de beheerder van de hennepkwekerij in Drachtstercompagnie.
[getuige 7] weet ook dat er een hennepkwekerij in Gorredijk staat. Deze staat bij de Jumbo. Ze ging met [getuige 9] en [getuige 6] naar deze kwekerij. [getuige 7] is met een tussenpauze van acht tot negen weken ongeveer zes keer in deze kwekerij geweest. Elke keer werden zij door [medeverdachte 2] naar de kwekerij gebracht. Ze hadden drie dagen de tijd om te knippen. Ze moesten dan flink doorwerken om het af te krijgen. Het zou ook vier dagen in beslag kunnen nemen.
De andere kwekerij staat volgens [getuige 7] ergens achter Groningen in een boerderij. Ze is daar vijf of zes keer geweest om te knippen. Meestal was ze met [getuige 6] ( [getuige 6] [37] ) en [getuige 9] . En een keer was ze alleen met [getuige 6] . Ze hebben daar drie dagen nodig om alle planten te knippen. [medeverdachte 1] is beheerder van deze kwekerij. Ze bleven bij [medeverdachte 1] in de boerderij slapen. [medeverdachte 2] rijdt de knipsters naar deze kwekerij. De knipsters verdienen per geknipte kilo. Er wordt gewogen waar ze bij zijn. In de kwekerij van [getuige 8] kreeg [getuige 7] de ene keer 1.000 euro en een andere keer 1.350 euro voor het knippen. Het verschilde per knipronde. [getuige 8] betaalde ze uit.
In de kwekerij in Gorredijk verdiende ze meer. Ze verdiende daar rond de 2.000 euro per knipronde. [medeverdachte 2] betaalde ze in deze kwekerij.
In de kwekerij van [medeverdachte 1] verdiende [getuige 7] per knipronde 1.100 euro. In deze kwekerij werden ze de ene keer door [medeverdachte 1] en de andere keer door [medeverdachte 2] betaald. Het was voor [getuige 7] niet duidelijk van wie het geld kwam.
Volgens [getuige 7] had [medeverdachte 2] de leiding en waren de kwekerijen van hem. [38]
Kabelzoeker en elektrische stapelaar
Bij de doorzoeking op 18 juli 2016 van het pand aan de [straatnaam] in Veelerveen werd een factuur van 28 oktober 2015 aangetroffen voor de aankoop van een kabelzoeker, merk Leica Digicatc 550i. De factuur staat op naam van medeverdachte [medeverdachte 2] . Bij de doorzoeking in de woning [straatnaam] te Veelerveen werd een soortgelijk apparaat aangetroffen, geschikt om stroomkabels mee op te sporen. [39]
In het pand aan de [straatnaam] te Gorredijk werd door de politie op 13 november 2015 een elektrische stapelaar aangetroffen van het merk Rocla Oy. [40] Tijdens een doorzoeking van de woning aan de [straatnaam] te Veelerveen, waar medeverdachte [medeverdachte 1] en zijn echtgenote woonachtig waren, werden een aantal documenten aangetroffen die betrekking hebben op de aankoop van deze stapelaar. Deze documenten staan op naam van medeverdachte [medeverdachte 2] . [41]
Observaties en DNA-sporen
Op 25 mei 2016 is medeverdachte [medeverdachte 2] bijna anderhalf uur bij het pand aan de [straatnaam] te Veelerveen. Verdachte is gedurende deze periode ook enige tijd aanwezig. [medeverdachte 2] is samen met [medeverdachte 1] iets aan het tillen. [42]
Op 20 juni 2016 reed verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 1] bij de loods aan het [straatnaam] te Drachten vandaan. Op ditzelfde moment reed medeverdachte [medeverdachte 2] ook bij de loods vandaan. [43] Verdachte en [medeverdachte 1] kochten vervolgens bij de [bedrijf 5] in Leeuwarden een airco. [medeverdachte 1] betaalde hiervoor. [44] Hierna reden ze samen naar het pand aan de [straatnaam] te Leeuwarden. Hier kwamen ze aan om 12.55 uur en om 15.00 uur waren ze nog niet vertrokken. [medeverdachte 1] voerde die avond om 18.47 uur een telefoongesprek waarin hij aangaf dat hij net klaar was met werken. Dat hij hard had gewerkt en hij was vies en hij stonk. [45] De door verdachte en [medeverdachte 1] aangeschafte airco is op 18 juli 2016 in de hennepkwekerij aan de [straatnaam] te Leeuwarden aangetroffen. [46] Op grond hiervan stelt de rechtbank dat verdachte en [medeverdachte 1] op 20 juni 2016 vanuit de loods aan het [straatnaam] te Drachten zijn gestart, vervolgens een airco voor de hennepkwekerij aan de [straatnaam] te Leeuwarden hebben aangeschaft en daarna aan het werk zijn gegaan in deze kwekerij.
In de periode van 24 juni 2016 tot en met 17 juli 2016 is verdachte tien keer bij de loods aan de [straatnaam] te Leeuwarden geweest. Uit de camerabeelden blijkt dat hij het toegangshek telkens opent en sluit met een sleutel. [47]
Op 27 juni 2016 is verdachte voor een periode van ongeveer 20 minuten op het terrein van het pand aan de [straatnaam] in Leeuwarden. Hij heeft twee personen bij zich. Het signalement van zijn bijrijder komt overeen met het signalement van medeverdachte
[medeverdachte 2] . [48] Eerder die dag zijn beide mannen ook in elkaars gezelschap in Leeuwarden gezien. [49]
Op 14 juli 2016 om 10.42 uur zijn verdachte, een persoon die voldoet aan het signalement van medeverdachte [medeverdachte 2] en een persoon die voldoet aan het signalement van medeverdachte [medeverdachte 1] weer bij het pand aan de [straatnaam] in Leeuwarden. Door alle drie de mannen worden goederen de loods in binnengedragen en ze verblijven een tijd in de loods. Om 17.36 uur vertrekken ze weer. [50]
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat verdachte op meerdere dagen samen met medeverdachte [medeverdachte 2] en/of medeverdachte [medeverdachte 1] gedurende enige tijd in de loods aan de [straatnaam] is geweest en dat zij daar ook goederen naar toe hebben gebracht. Tevens stelt de rechtbank vast dat verdachte vaak bij de loods kwam en over de sleutel van het toegangshek beschikte.

Bewijsoverwegingen

Medeplegen.
De rechtbank is van oordeel dat uit de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang beschouwd, volgt dat bij de ten laste gelegde hennepkwekerijen en andere kwekerijen die in het kader van het onderzoek naar verdachte en zijn medeverdachten zijn aangetroffen steeds sprake is van dezelfde modus operandi. In een periode van ruim een anderhalf jaar tijd werden in de provincies Friesland en Groningen zeven hennepkwekerijen aangetroffen met telkens diverse specifieke en unieke overeenkomsten. Met name de op maat gemaakte stellages waaraan de assimilatielampen waren bevestigd en de frames waarop de apparatuur was geplaatst, beoordeelt de rechtbank als zeer specifiek. Tevens betrof het telkens hennepkwekerijen waar op zeer professionele wijze grote hoeveelheden hennepplanten werden gekweekt.
De rechtbank acht de overeenkomsten zo kenmerkend dat het niet anders kan dan dat deze hennepkwekerijen van dezelfde personen of organisatie zijn. Hierbij komt dat verdachte heeft verklaard dat hij al deze stellages en frames heeft gemaakt en hij ook telkens op andere wijze bij elk van de ten laste gelegde hennepkwekerijen in verband kan worden gebracht. De rechtbank heeft hiervoor reeds vastgesteld dat de loods van medeverdachte [medeverdachte 2] aan het [straatnaam] te Drachten heeft gediend als de centrale uitvalsbasis en werkplaats voor de aan hennepteelt gerelateerde activiteiten. Uit deze handelwijze blijkt een professioneel georganiseerde en bedrijfsmatige manier van werken.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Ook indien het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn.
De bijdrage van de medepleger kan in uitzonderlijke gevallen in hoofdzaak vóór of ná het strafbare feit zijn geleverd. Een geringe rol of het ontbreken van enige rol in de uitvoering van het delict zal in dergelijke gevallen moeten worden gecompenseerd, bijvoorbeeld door een grotere rol in de voorbereiding.
Op grond van de bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang beschouwd acht de rechtbank bewezen dat verdachte samen met onder meer de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] betrokken is geweest bij de inrichting en exploitatie van voornoemde hennepkwekerijen.
Van de hennepkwekerij aan [straatnaam] te Drachten was verdachte de beheerder. Hij heeft deze kwekerij met een ander opgebouwd en hij heeft hiervoor geld geleend. De hennepkwekerij aan de [straatnaam] te Leeuwarden heeft verdachte ook helpen opbouwen, hij was hier veelvuldig aanwezig, beschikte over de toegangssleutel en hij heeft geholpen met het oogsten van de hennepplanten. Na 13 november 2015 heeft verdachte geholpen met het opbouwen van de hennepkwekerij aan [straatnaam] te Gorredijk en hij is ook in de kwekerij geweest om het water te controleren. Voorts werden in alle ten laste gelegde hennepkwekerijen de voornoemde stellages en frames aangetroffen die door verdachte zijn gemaakt.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten is komen vast te staan bij het telen van hennep in de kwekerijen aan [straatnaam] te Drachten, de [straatnaam] te Leeuwarden en [straatnaam] te Gorredijk na 13 november 2015. Daarmee acht de rechtbank telkens het tenlastegelegde medeplegen van het opzettelijk telen van een grote hoeveelheid hennepplanten in de uitoefening van een beroep of bedrijf bewezen.
Gelet op de omstandigheid dat verdachte de beheerder was van de kwekerij aan [straatnaam] te Drachten, acht de rechtbank tevens bewezen dat de diefstal van de elektriciteit met instemming en wellicht zelfs in opdracht van of door verdachte is gepleegd.
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen blijkt dat verdachte vanaf begin 2015 met het lassen van de stellages is begonnen. Hij was de enige die deze stellages en de frames maakte. Hiervoor deed hij reeds diverse andere laswerkzaamheden voor de medeverdachten. In onder meer de hennepkwekerij aan de [straatnaam] te Veelerveen en de hennepkwekerij aan [straatnaam] te Gorredijk die op 13 november 2015 is aangetroffen werden deze stellages en frames aangetroffen. Verdachte heeft verklaard dat hij de hennepkwekerij aan de [straatnaam] te Veelerveen heeft helpen op te bouwen. Hij heeft daar de stellages en frames geplaatst. Hij is er daarom drie of vier keer geweest. Van verdere betrokkenheid bij deze twee kwekerijen is niet gebleken.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten niet is komen vast te staan voor wat betreft het telen van hennep in de hennepkwekerijen die aan de [straatnaam] te Veelerveen en [straatnaam] te Gorredijk (op 13 november 2015) zijn aangetroffen. Er is geen sprake van een gezamenlijke uitvoering, verdachte had geen beschikkingsmacht over de hennepplanten en de bijdrage van verdachte aan het telen van de hennepplanten is naar het oordeel van de rechtbank van onvoldoende gewicht. Daarom zal verdachte worden vrijgesproken van het onder 3. primair tenlastegelegde en het onder 5. primair ten laste gelegde ten aanzien van de periode tot en met 13 november 2015. De rechtbank acht de hiervoor genoemde handelingen van verdachte echter wel voldoende voor de onder 3. subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid bij het medeplegen van het telen van een grote hoeveelheid hennepplanten in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
De criminele organisatie.
In artikel 11b van de Opiumwet is deelname aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een aantal misdrijven uit de Opiumwet strafbaar gesteld. Dit artikel is een specialis van de generalis uit artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht. De jurisprudentie betreffende artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht is dan ook van betekenis voor de bestanddelen van artikel 11b van de Opiumwet.
De vragen die de rechtbank dient te beantwoorden zijn:
Is er sprake van een organisatie? Is het oogmerk gericht op het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid, 10a, eerste lid, of 11, derde, en vijfde lid, of 11a. En tenslotte: heeft verdachte deelgenomen aan deze organisatie?
Artikel 11b (voordien 11a) van de Opiumwet is een implementatie als gevolg van het kaderbesluit 2004/575/JBZ. In artikel 4 lid 4 van dit kaderbesluit wordt ten aanzien van de criminele organisatie verwezen naar het kaderbesluit 98/733/JBZ. Uit artikel 1 van dit besluit blijkt dat onder een criminele organisatie wordt verstaan een gestructureerde vereniging van meer dan twee personen, die duurt in tijd.
De rechtbank overweegt voorts dat uit de jurisprudentie volgt dat een organisatie een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband is van meer personen met een bepaalde organisatiegraad. Hierbij is niet vereist dat de verdachte heeft samengewerkt of bekend was met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat het samenwerkingsverband steeds hetzelfde is.
Van deelneming aan het samenwerkingsverband is sprake indien de verdachte daartoe behoort en een aandeel heeft in gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Daarbij dient de verdachte in zijn algemeenheid te weten dat de organisatie onder meer tot oogmerk heeft het plegen van de misdrijven van de Opiumwet.
Zoals hiervoor reeds is overwogen acht de rechtbank bewezen dat verdachte samen met onder meer de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] betrokken is geweest bij het inrichten en/of de exploitatie van vijf hennepkwekerijen in de provincies Friesland en Groningen.
Aan de hand van voornoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast. [medeverdachte 1] was beheerder van de hennepkwekerij aan de [straatnaam] te Veelerveen en verdachte was de beheerder van de hennepkwekerij aan [straatnaam] te Drachten. Een andere medeverdachte [getuige 8] was beheerder van de hennepkwekerij aan de [straatnaam] te Drachtstercompagnie. Met betrekking tot de andere kwekerijen staat niet vast wie de beheerder was. Wel blijkt uit de bewijsmiddelen dat verdachte en [medeverdachte 1] ook allerlei werkzaamheden voor andere kwekerijen verrichtten. Verdachte kreeg voor zijn werkzaamheden betaald. Hieruit blijkt een zekere hiërarchie. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat medeverdachte [medeverdachte 2] een van de investeerders van de hennepkwekerijen was. Hij bestelde en betaalde de grote aankopen. Zo nu en dan werden er ook grote aankopen door medeverdachte [medeverdachte 1] betaald. Medeverdachte [medeverdachte 2] was ook verantwoordelijk voor de coördinatie van de organisatie. Hij deed dit vanuit zijn loods aan het [straatnaam] te Drachten, welke als uitvalsbasis en werkplaats werd gebruikt door verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . Tevens was [medeverdachte 2] verantwoordelijk voor de planning. Wanneer het bijna oogsttijd was bij een van de kwekerijen dan nam hij contact op met een vaste groep hennepknippers en maakte met hen de afspraken. Bij twee kwekerijen was [medeverdachte 2] ook (mede) verantwoordelijk voor het betalen van de knipsters. De knipsters zagen hem als de "baas" van de hennepkwekerijen en uit de verklaring van verdachte blijkt ook dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] een grotere rol hadden dan hij. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte een ingehuurde kracht was die was belast met het lassen van de stellages en de frames voor de hennepkwekerijen. Hij bouwde diverse hennepkwekerijen samen met anderen op en na het opbouwen verrichte hij nog hand- en spandiensten bij de hennepkwekerijen, zoals het oogsten en het controleren van de watertoevoer. Uit de bewijsmiddelen volgt dat zijn rol bij de hennepkwekerijen aan [straatnaam] te Drachten en aan de [straatnaam] te Leeuwarden zelfs groter was dan het enkel verrichten van hand- en spandiensten.
Op grond van het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat er sprake was van een organisatie, bestaande uit meer dan twee personen, die als oogmerk had het zeer professioneel en bedrijfsmatig telen van grote hoeveelheden hennepplanten om het feitelijke en gewenste doel, het verdienen van geld met de opbrengst van de hennepplanten, te bereiken. Tevens is de rechtbank van oordeel dat verdachte heeft behoord tot het samenwerkingsverband. Hij had een uitvoerende rol. Hij heeft gedragingen ondersteund die mede strekten tot de verwezenlijking van het binnen die organisatie bestaande oogmerk en uit zijn eigen verklaring blijkt ook dat hij zich hiervan bewust was.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1., 2., 3. subsidiair, 4. primair, 5. primair en 6. ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 21 december 2015 tot en met 10 februari 2016 te Drachten in de gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk heeft geteeld, in een pand gelegen aan [straatnaam] , aldaar, 384 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, zulks terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s) voormeld telen hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
2.
hij in de periode van 21 december 2015 tot en met 10 februari 2016 te Drachten in de gemeente Smallingerland, meermalen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, in een pand gelegen aan [straatnaam] , aldaar, een hoeveelheid elektrische energie, dat aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij verdachte en zijn mededaders die weg te nemen elektrische energie onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking;
3. subsidiair
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de periode van 1 maart 2015 tot en met 18 juli 2016 te Veelerveen in de gemeente Bellingwedde, met elkaar, opzettelijk hebben geteeld, in een pand aan de [straatnaam] , telkens ongeveer 840 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, bij het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 1 maart 2015 tot en met 18 juli 2016 te Veelerveen in de gemeente Bellingwedde en te Drachten in de gemeente Smallingerland, meermalen, opzettelijk behulpzaam is geweest, door het lassen en fabriceren van ijzeren stellingen en het bewerken van U-profielen en het helpen opbouwen van de hennepkwekerij;
4. primair
hij in de periode van 20 juni 2016 tot en met 18 juli 2016 te Leeuwarden in de gemeente Leeuwarden, meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft geteeld, in een pand gelegen aan of bij de [straatnaam] , aldaar, telkens ongeveer 698 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, zulks terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders voormeld telen hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
5. primair
hij in de periode van 14 november 2015 tot en met 18 juli 2016 te Gorredijk in de gemeente Opsterland, meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk heeft geteeld, in een pand gelegen aan de [straatnaam] , aldaar, telkens ongeveer 1176 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, zulks terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders voormeld telen hebben gepleegd in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
6.
hij in de periode van 11 november 2014 tot en met 18 juli 2016 te Drachten in de gemeente Smallingerland en te Gorredijk in de gemeente Opsterland en te Veelerveen in de gemeente Bellingwedde en te Leeuwarden in de gemeente Leeuwarden, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten van verdachte en onder andere [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het overtreden van artikel 11 lid 3 en lid 5 van de Opiumwet, te weten het meermalen, in de uitoefening van een bedrijf of beroep, opzettelijk telen van telkens grote hoeveelheden hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet, gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel;
2. diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking, meermalen gepleegd;
3. subsidiair medeplichtigheid bij medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet, gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel;
4. primair medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet, gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel;
5. primair medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet, gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel;
6. deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 11, derde en vijfde lid, van de Opiumwet.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1., 2., 3. primair, 4. primair, 5. primair en 6. ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden met aftrek van het voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor een gevangenisstraf waarvan het onvoorwaardelijk deel gelijk is aan de duur van het voorarrest en een taakstraf van 240 uren. De raadsman heeft aangevoerd dat ten gunste van verdachte in de strafmaat rekening moet worden gehouden met de beperkte rol die hij heeft gehad, dat hij first-offender is en dat de lange tijd die het openbaar ministerie heeft genomen alvorens te dagvaarden zwaar op verdachte heeft gedrukt. Verdachte heeft geleerd van zijn fouten en zal zich niet meer met dergelijke praktijken bezig houden. Een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf heeft in het kader van preventie geen toegevoegde waarde. Tevens zou verdachte hierdoor niet meer voor zijn oudste zoon, die bij hem inwoont, kunnen zorgen.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich in een periode van ruim anderhalf jaar schuldig gemaakt aan deelname aan een criminele organisatie waarin hij een uitvoerende rol had. In het kader van deze organisatie heeft hij zich schuldig gemaakt aan drie maal medeplegen van het opzettelijk -in het kader van een bedrijf of beroep- telen van grote hoeveelheden hennepplanten, medeplichtigheid bij eenzelfde delict en het medeplegen van de diefstal van elektrische energie door het verbreken van de zegel in de meterkast en het omleggen van de bedrading.
De rechtbank rekent verdachte dit geheel van strafbare feiten zwaar aan. Niet alleen is de uit hennepplanten verkregen stof bij regelmatig gebruik schadelijk voor de gebruikers, ook veroorzaken hennepkwekerijen overlast en leidt het omleiden van de bedrading van de energiemeter en het verzwaren van de zekeringen tot brandgevaar voor de omgeving. Hennepteelt is nog altijd maatschappelijk onaanvaardbaar, omdat het direct en indirect de oorzaak is van vele vormen van criminaliteit.
De rechtbank is van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf het uitgangspunt dient te zijn.
De rechtbank neemt in aanmerking dat verdachte first-offender is en dat hij uiteindelijk openheid van zaken heeft gegeven, met name over zijn eigen aandeel.
Voor de strafmaat is van belang dat verdachte weliswaar geen leidinggevende of coördinerende rol in de organisatie had, maar wel een cruciale rol vervulde. Om op professionele wijze hennepkwekerijen te exploiteren is het voor een organisatie essentieel dat de kwekerijen goed en kundig worden opgebouwd. Verdachte was hiervoor verantwoordelijk.
De rechtbank heeft acht geslagen op de door de raadsman aangevoerde persoonlijke omstandigheden, waaronder het blanco strafblad van verdachte, maar acht deze gelet op de ernst van het strafbare feit en de rol van verdachte hierin, onvoldoende om af te wijken van het uitgangspunt van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Alles afwegend acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van het voorarrest passend en geboden en zal de rechtbank deze ook opleggen.

Inbeslaggenomen goederen

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de in het pand aan de Zuidkade 12b te Drachten, onder verdachte inbeslaggenomen voorwerpen, genoemd op de beslaglijst, worden verbeurd verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de onder verdachte inbeslaggenomen voorwerpen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de aan verdachte toebehorende inbeslaggenomen voorwerpen, te weten, twee pH-meters, zes flesjes chemische middelen en een plastic hulpstukje, vatbaar voor onttrekking aan het verkeer nu de strafbare feiten met behulp van deze voorwerpen is begaan, terwijl het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met het algemeen belang.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36b, 36c, 47, 48, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 3, 11 en 11b van de Opiumwet, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 3. primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1., 2., 3. subsidiair, 4. primair, 5. primair en 6. ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

Een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden.

Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.

Verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen voorwerpen, te weten:

- twee pH-meters;
- zes flesjes chemische middelen;
- een plastic hulpstukje.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Brinksma, voorzitter, mr. N.A. Vlietstra en mr. M.B. de Wit, rechters, bijgestaan door G.T. Zandstra-Alkema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 maart 2018.
Mr. M.B. de Wit is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.De genoemde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm op ambtseed en door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt; de genoemde pagina's bevinden zich in het doorgenummerde proces-verbaal met OPS-dossiernummer 2016057141, gesloten op 4 augustus 2017.
2.proces-verbaal, pagina 2017.
3.proces-verbaal, pagina 2074.
4.proces-verbaal, pagina 1492.
5.proces-verbaal, pagina 2087.
6.proces-verbaal, pagina 3256.
7.proces-verbaal, pagina's 2203 t/m 2209.
8.proces-verbaal, pagina's 2321 en 2322.
9.proces-verbaal, pagina's 2245 t/m 2249.
10.proces-verbaal, pagina's 2649 t/m 2651.
11.proces-verbaal, pagina 2677.
12.proces-verbaal, pagina 3061.
13.proces-verbaal, pagina 3084.
14.proces-verbaal, pagina's 3061 en 3062.
15.proces-verbaal, pagina’s 19 t/m 29, 43 t/m 61 en 81 t/m 88.
16.proces-verbaal, pagina's 113 t/m 117.
17.proces-verbaal, pagina’s 37 t/m 44.
18.proces-verbaal, pagina's 118 t/m 122.
19.proces-verbaal, pagina's 193 t/m 195.
20.proces-verbaal, pagina's 2628, 2257 en 2274 t/m 2278.
21.proces-verbaal, pagina's 1030 en 1031.
22.proces-verbaal, pagina 2276.
23.proces-verbaal, pagina's 3676 t/m 3686.
24.proces-verbaal, pagina 3688.
25.proces-verbaal, pagina's 3050 en 3051.
26.proces-verbaal, pagina's 2638 en 2639.
27.proces-verbaal, pagina's 3246 en 3247.
28.proces-verbaal, pagina's 1271 en 1272.
29.proces-verbaal, pagina 1419.
30.proces-verbaal, pagina 1291.
31.proces-verbaal, pagina 1251.
32.proces-verbaal, pagina's 1292 t/m 1294.
33.proces-verbaal, pagina's 1271 en 1272.
34.proces-verbaal, pagina's 1291 t/m 1294.
35.proces-verbaal, pagina 1280.
36.proces-verbaal, pagina's 1248 t/m 1253.
37.proces-verbaal, pagina 1422.
38.proces-verbaal, pagina's 1447 t/m 1452.
39.proces-verbaal, pagina 2705.
40.proces-verbaal, pagina 2016.
41.proces-verbaal, pagina's 2176 en 2179.
42.proces-verbaal, pagina's 2634 en 2635.
43.proces-verbaal, pagina 3038.
44.proces-verbaal, pagina's 3044 t/m 3046.
45.proces-verbaal, pagina's 3041 en 3039
46.schriftelijk stuk, te weten een kopie van een aankoopbon, pagina 3047 en proces-verbaal, pagina 3077.
47.proces-verbaal, pagina 3087 t/m 3090.
48.proces-verbaal, pagina 3087.
49.proces-verbaal, pagina's 3053 t/m 3057.
50.proces-verbaal, pagina's 3088 en 3089.