ECLI:NL:RBNNE:2018:1564

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
26 april 2018
Publicatiedatum
26 april 2018
Zaaknummer
18/920108-16
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van Marktplaatsoplichting met meerdere slachtoffers

Op 26 april 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van betrokkenheid bij Marktplaatsoplichting. De zaak kwam voor de meervoudige kamer van de rechtbank na een terechtzitting op 12 april 2018. De verdachte, geboren in 1993, was bijgestaan door zijn advocaat, mr. B.M.J.C. van Lee, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. G. Wilbrink. De tenlastelegging omvatte het verwerven en voorhanden hebben van geldbedragen die afkomstig waren van oplichting, waarbij meerdere slachtoffers betrokken waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, onder druk van bedreigingen, bankrekeningen heeft geopend en deze direct heeft overgedragen aan een medeverdachte. De verdachte heeft echter verklaard dat hij niet op de hoogte was van de criminele activiteiten en dat hij geen toegang had tot de bankrekeningen. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat de gelden afkomstig waren van misdrijf. Hierdoor ontbrak het wettig en overtuigend bewijs voor de tenlastelegging, en werd de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18.920108-16
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 26 april 2018 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats],
wonende te [straatnaam], [woonplaats].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 april 2018.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. B.M.J.C. van Lee, advocaat te Donkerbroek.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. G. Wilbrink.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode 5 april 2014 tot en met 2 mei 2014 in Assen, in het arrondissement Noord-Nederland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een voorwerp, te weten (een) geldbedrag(en) van
a. a) 160,00 euro, (aangever [slachtoffer 1]) en/of
b) 86,75 euro, (aangever [slachtoffer 2]) en/of
c) 170,00 euro, (aangever [slachtoffer 3]) en/of
d) 175,00 euro, (aangever [slachtoffer 4]) en/of
e) 125,00 euro, (aangever [slachtoffer 5]) en/of
f) 140,00 euro, (aangever [slachtoffer 6]) en/of
g) 150,00 euro, (aangever [slachtoffer 7]) en/of
h) 450,00 euro, (aangever [slachtoffer 8]) en/of
i. i) 150,00 euro, (aangever [slachtoffer 9]) en/of
j) 160,00 euro, (aangever [slachtoffer 10]) en/of
k) 118,00 euro, (aangever [slachtoffer 11]) en/of
l) 150,00 euro, (aangever [slachtoffer 12]) en/of
m) 181,50 euro, (aangever [slachtoffer 13]) en/of
n) 196,75 euro, (aangever [slachtoffer 14]) en/of
o) 180,00 euro, (aangever [slachtoffer 15]) en/of
p) 75,00 euro, (aangever [slachtoffer 16]) en/of
q) 100,00 euro, (aangever [slachtoffer 17]) en/of
r) 132,00 euro, (aangever [slachtoffer 18]) en/of
s) 175,00 euro, (aangever [slachtoffer 19]) en/of
t) 120,00 euro, (aangever [slachtoffer 20]) en/of
u) 131,95 euro, (aangever [slachtoffer 21]) en/of
v) 356,75 euro, (aangever [slachtoffer 22]) en/of
w) 125,00 euro, (aangever [slachtoffer 23]) en/of
x) 200,00 euro, (aangever [slachtoffer 24]) en/of
y) 145,00 euro, (aangever [slachtoffer 25]) en/of
z) 190,00 euro, (aangever [slachtoffer 26]) en/of
aa) 75,00 euro, (aangever [slachtoffer 27]) en/of
bb) 126,75 euro, (aangever [slachtoffer 28]) en/of
cc) 110,00 euro, (aangever [slachtoffer 29]) en/of
dd) 350,00 euro, (aangever [slachtoffer 30]) en/of
ee) 256,75 euro, (aangever [slachtoffer 31]) en/of
ff) 281,75 euro, (aangever [slachtoffer 32]) en/of
gg) 100,00 euro, (aangever [slachtoffer 33]) en/of
hh) 156,75 euro, (aangever [slachtoffer 34]) en/of
ii) 110,00 euro, (aangever [slachtoffer 35]) en/of
jj) 206,75 euro, (aangever [slachtoffer 36]) en/of
kk) 106,75 euro, (aangever [slachtoffer 37]) en/of
ll) 220,00 euro, (aangever [slachtoffer 38]) en/of
mm) 207,75 euro, (aangever [slachtoffer 39]) en/of
nn) 356,75 euro, (aangever [slachtoffer 40]) en/of
oo) 357,00 euro, (aangever [slachtoffer 41]) en/of
pp) 135,50 euro, (aangever [slachtoffer 42]) en/of
qq) 267,00 euro, (aangever [slachtoffer 43]) en/of
rr) 300,00 euro, (aangever [slachtoffer 44]) en/of
ss) 40,00 euro, (aangever [slachtoffer 45]) en/of
tt) 225,00 euro, (aangever [slachtoffer 46]) en/of
uu) 225,00 euro, (aangever [slachtoffer 47]) en/of
vv) 280,00 euro, (aangever [slachtoffer 48]) en/of
ww) 125,00 euro, (aangever [slachtoffer 49]) en/of
xx) 365,75 euro, (aangever [slachtoffer 50]) en/of
yy) 130,00 euro, (aangever [slachtoffer 51])
althans (een) geldbedrag(en),
(dat door middel van Marktplaatsoplichting door aangever(s)/gedupeerde(n) was overgemaakt op het rekeningnummer van verdachte)
heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van dat voorwerp gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist en/of redelijkerwijs moest vermoeden dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
Hij in of omstreeks de periode 5 april 2014 tot en met 2 mei 2014 in Assen, in het arrondissement Noord-Nederland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een voorwerp, te weten (een) geldbedrag(en) van
a. a) 160,00 euro, (aangever [slachtoffer 1]) en/of
b) 86,75 euro, (aangever [slachtoffer 2]) en/of
c) 170,00 euro, (aangever [slachtoffer 3]) en/of
d) 175,00 euro, (aangever [slachtoffer 4]) en/of
e) 125,00 euro, (aangever [slachtoffer 5]) en/of
f) 140,00 euro, (aangever [slachtoffer 6]) en/of
g) 150,00 euro, (aangever [slachtoffer 7]) en/of
h) 450,00 euro, (aangever [slachtoffer 8]) en/of
i. i) 150,00 euro, (aangever [slachtoffer 9]) en/of
j) 160,00 euro, (aangever [slachtoffer 10]) en/of
k) 118,00 euro, (aangever [slachtoffer 11]) en/of
l) 150,00 euro, (aangever [slachtoffer 12]) en/of
m) 181,50 euro, (aangever [slachtoffer 13]) en/of
n) 196,75 euro, (aangever [slachtoffer 14]) en/of
o) 180,00 euro, (aangever [slachtoffer 15]) en/of
p) 75,00 euro, (aangever [slachtoffer 16]) en/of
q) 100,00 euro, (aangever [slachtoffer 17]) en/of
r) 132,00 euro, (aangever [slachtoffer 18]) en/of
s) 175,00 euro, (aangever [slachtoffer 19]) en/of
t) 120,00 euro, (aangever [slachtoffer 20]) en/of
u) 131,95 euro, (aangever [slachtoffer 21]) en/of
v) 356,75 euro, (aangever [slachtoffer 22]) en/of
w) 125,00 euro, (aangever [slachtoffer 23]) en/of
x) 200,00 euro, (aangever [slachtoffer 24]) en/of
y) 145,00 euro, (aangever [slachtoffer 25]) en/of
z) 190,00 euro, (aangever [slachtoffer 26]) en/of
aa) 75,00 euro, (aangever [slachtoffer 27]) en/of
bb) 126,75 euro, (aangever [slachtoffer 28]) en/of
cc) 110,00 euro, (aangever [slachtoffer 29]) en/of
dd) 350,00 euro, (aangever [slachtoffer 30]) en/of
ee) 256,75 euro, (aangever [slachtoffer 31]) en/of
ff) 281,75 euro, (aangever [slachtoffer 32]) en/of
gg) 100,00 euro, (aangever [slachtoffer 33]) en/of
hh) 156,75 euro, (aangever [slachtoffer 34]) en/of
ii) 110,00 euro, (aangever [slachtoffer 35]) en/of
jj) 206,75 euro, (aangever [slachtoffer 36]) en/of
kk) 106,75 euro, (aangever [slachtoffer 37]) en/of
ll) 220,00 euro, (aangever [slachtoffer 38]) en/of
mm) 207,75 euro, (aangever [slachtoffer 39]) en/of
nn) 356,75 euro, (aangever [slachtoffer 40]) en/of
oo) 357,00 euro, (aangever [slachtoffer 41]) en/of
pp) 135,50 euro, (aangever [slachtoffer 42]) en/of
qq) 267,00 euro, (aangever [slachtoffer 43]) en/of
rr) 300,00 euro, (aangever [slachtoffer 44]) en/of
ss) 40,00 euro, (aangever [slachtoffer 45]) en/of
tt) 225,00 euro, (aangever [slachtoffer 46]) en/of
uu) 225,00 euro, (aangever [slachtoffer 47]) en/of
vv) 280,00 euro, (aangever [slachtoffer 48]) en/of
ww) 125,00 euro, (aangever [slachtoffer 49]) en/of
xx) 365,75 euro, (aangever [slachtoffer 50]) en/of
yy) 130,00 euro, (aangever [slachtoffer 51])
althans (een) geldbedrag(en),
(dat door middel van Marktplaatsoplichting door aangever(s)/gedupeerde(n) was overgemaakt op het rekeningnummer van verdachte)
heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van dat voorwerp gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist en/of redelijkerwijs moest vermoeden dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 5 april 2014 tot en met 2 mei 2014 te Assen, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door een of meer bankpas(sen), behorende bij het bankrekeningnummer(s) van verdachte, ter
beschikking te stellen aan [medeverdachte] en/of ander(en);
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
Hij in of omstreeks de periode 5 april 2014 tot en met 2 mei 2014 in Assen, in het arrondissement Noord-Nederland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een goed, te weten (een) geldbedrag(en) van
a. a) 160,00 euro, (aangever [slachtoffer 1]) en/of
b) 86,75 euro, (aangever [slachtoffer 2]) en/of
c) 170,00 euro, (aangever [slachtoffer 3]) en/of
d) 175,00 euro, (aangever [slachtoffer 4]) en/of
e) 125,00 euro, (aangever [slachtoffer 5]) en/of
f) 140,00 euro, (aangever [slachtoffer 6]) en/of
g) 150,00 euro, (aangever [slachtoffer 7]) en/of
h) 450,00 euro, (aangever [slachtoffer 8]) en/of
i. i) 150,00 euro, (aangever [slachtoffer 9]) en/of
j) 160,00 euro, (aangever [slachtoffer 10]) en/of
k) 118,00 euro, (aangever [slachtoffer 11]) en/of
l) 150,00 euro, (aangever [slachtoffer 12]) en/of
m) 181,50 euro, (aangever [slachtoffer 13]) en/of
n) 196,75 euro, (aangever [slachtoffer 14]) en/of
o) 180,00 euro, (aangever [slachtoffer 15]) en/of
p) 75,00 euro, (aangever [slachtoffer 16]) en/of
q) 100,00 euro, (aangever [slachtoffer 17]) en/of
r) 132,00 euro, (aangever [slachtoffer 18]) en/of
s) 175,00 euro, (aangever [slachtoffer 19]) en/of
t) 120,00 euro, (aangever [slachtoffer 20]) en/of
u) 131,95 euro, (aangever [slachtoffer 21]) en/of
v) 356,75 euro, (aangever [slachtoffer 22]) en/of
w) 125,00 euro, (aangever [slachtoffer 23]) en/of
x) 200,00 euro, (aangever [slachtoffer 24]) en/of
y) 145,00 euro, (aangever [slachtoffer 25]) en/of
z) 190,00 euro, (aangever [slachtoffer 26]) en/of
aa) 75,00 euro, (aangever [slachtoffer 27]) en/of
bb) 126,75 euro, (aangever [slachtoffer 28]) en/of
cc) 110,00 euro, (aangever [slachtoffer 29]) en/of
dd) 350,00 euro, (aangever [slachtoffer 30]) en/of
ee) 256,75 euro, (aangever [slachtoffer 31]) en/of
ff) 281,75 euro, (aangever [slachtoffer 32]) en/of
gg) 100,00 euro, (aangever [slachtoffer 33]) en/of
hh) 156,75 euro, (aangever [slachtoffer 34]) en/of
ii) 110,00 euro, (aangever [slachtoffer 35]) en/of
jj) 206,75 euro, (aangever [slachtoffer 36]) en/of
kk) 106,75 euro, (aangever [slachtoffer 37]) en/of
ll) 220,00 euro, (aangever [slachtoffer 38]) en/of
mm) 207,75 euro, (aangever [slachtoffer 39]) en/of
nn) 356,75 euro, (aangever [slachtoffer 40]) en/of
oo) 357,00 euro, (aangever [slachtoffer 41]) en/of
pp) 135,50 euro, (aangever [slachtoffer 42]) en/of
qq) 267,00 euro, (aangever [slachtoffer 43]) en/of
rr) 300,00 euro, (aangever [slachtoffer 44]) en/of
ss) 40,00 euro, (aangever [slachtoffer 45]) en/of
tt) 225,00 euro, (aangever [slachtoffer 46]) en/of
uu) 225,00 euro, (aangever [slachtoffer 47]) en/of
vv) 280,00 euro, (aangever [slachtoffer 48]) en/of
ww) 125,00 euro, (aangever [slachtoffer 49]) en/of
xx) 365,75 euro, (aangever [slachtoffer 50]) en/of
yy) 130,00 euro, (aangever [slachtoffer 51])
althans (een) geldbedrag(en),
(dat door middel van Marktplaatsoplichting door aangever(s)/gedupeerde(n) was overgemaakt op het rekeningnummer van verdachte)
heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van dat voorwerp gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist en/of redelijkerwijs moest vermoeden dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft, op grond van de op de terechtzitting opgegeven bewijsconstructie, geconcludeerd dat het subsidiair ten laste gelegde kan worden bewezen.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde. De raadsvrouw heeft daartoe aangevoerd dat verdachte nimmer heeft geweten waarvoor de bankrekeningen werden gebruikt. Hij heeft nimmer toegang tot de rekeningen gehad en heeft dan ook niet over die rekeningen kunnen beschikken.
Verdachte heeft pas bij de politie gehoord dat de bankrekeningen werden gebruikt met betrekking tot internetoplichting via marktplaats.nl.
De raadsvrouw acht daarmee geen bewijs aanwezig dat verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat de gestorte gelden van misdrijf afkomstig waren. Ook ontbreekt het bewijs voor het opzet, ook in voorwaardelijke zin, met betrekking tot de verweten medeplichtigheid aan witwassen.
Ook voor de ten laste gelegde heling ontbreekt het wettig en overtuigend bewijs.
Oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft aangegeven dat hij, na dreigende uitlatingen door [medeverdachte] en nadat zijn brievenbus in brand was gestoken, een ING bankrekening heeft geopend en direct daarna de ontvangen stukken en de pinpas van de geopende bankrekening heeft overhandigd aan [medeverdachte]. Verdachte heeft verklaard dat hij niet wist wat er met die bankrekening zou gebeuren nadat hij de stukken had overhandigd. [medeverdachte] heeft hem daar niets over verteld. Verdachte heeft van [medeverdachte], zonder dat dit was afgesproken, een vergoeding ontvangen na het openen van die bankrekening. Toen verdachte door [medeverdachte] werd gevraagd een SNS bankrekening te openen heeft verdachte dat gedaan gelet op de eerdere bedreigingen. Ook in dit geval heeft verdachte direct na het openen van de bankrekening de documenten aan [medeverdachte] afgegeven en kreeg hij achteraf een vergoeding zonder dat dit was afgesproken.
Verdachte heeft aan het openen van bankrekeningen meegewerkt omdat hij bang was voor fysiek geweld.
Verdachte heeft verklaard dat hij nimmer afschriften van de bankrekeningen heeft gehad of anderszins door [medeverdachte] is geïnformeerd over het gebruik van de bankrekeningen. Eerst bij de politie werd verdachte geïnformeerd over waarvoor de bankrekeningen werden gebruikt.
[medeverdachte] heeft bij de politie de verklaring van verdachte bevestigd in die zin dat hij mee is gegaan naar bank en van verdachte de pasjes heeft gekregen direct nadat de rekeningen waren geopend.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond van het vorenstaande niet worden bewezen dat verdachte wetenschap had van het feit dat de door hem geopende bankrekeningen zouden worden gebruikt om personen op te lichten via marktplaats.nl dan wel dat de rekeningen zouden worden gebruikt voor criminele doeleinden. Verdachte heeft immers geen toegang gehad tot de door hem geopende bankrekeningen en wist derhalve niet dat er gelden op de bankrekeningen werden gestort naar aanleiding van internetoplichting.
Uit de verklaring van verdachte noch uit het dossier kan blijken van een nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen om tot het voltooien van het delict inernetop-oplichting te komen. Daarmee kan niet worden bewezen dat verdachte gelden die op zijn bankrekeningen werden gestort heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen of omgezet, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die gelden afkomstig waren van het misdrijf oplichting dan wel van enig misdrijf, te meer gelet op de korte periode, slechts 4 weken, waarin een en ander zich heeft afgespeeld.
Voor het primair ten laste gelegde ontbreekt derhalve het wettig en overtuigend bewijs.
Wegens het ontbreken van wetenschap van het gronddelict internetoplichting en dat daartoe gelden op de bankrekeningen werden gestort, ontbreekt ook het bewijs voor het subsidiair ten laste gelegde: opzettelijk gelegenheid, middelen, inlichtingen verschaffen dan wel opzettelijk behulpzaam zijn geweest door het bankpasje ter beschikking te stellen, nog daargelaten dat de formulering van het subsidiair ten laste gelegde mogelijk niet tot een veroordeling had kunnen leiden.
Ook voor het meer subsidiair ten laste gelegde ontbreekt het bewijs dat verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die gelden afkomstig waren van het misdrijf oplichting dan wel van enig misdrijf. Ook hier geldt dat de formulering van het meer subsidiair ten laste gelegde mogelijk niet tot een veroordeling had kunnen leiden.
Zowel voor het subsidiair als het meer subsidiair ten laste gelegde geldt dat uit de verklaring van verdachte noch uit het dossier kan blijken van een nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen om tot het voltooien van het delict te komen.
Vorenstaande leidt er toe dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte primair, subsidiair en meer subsidiair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.I. Klaassens, voorzitter, mr. J.G. de Bock en mr. J.N.M. Blom, rechters, bijgestaan door D.C. Witvoet, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 26 april 2018.