De rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, heeft op 19 april 2018 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het bezit van vals geld en cocaïne, alsook van rijden onder invloed van verdovende middelen. De verdachte is vrijgesproken van het bezit van vals geld, omdat niet bewezen kon worden dat hij op het moment van ontvangst op de hoogte was van de valsheid van de bankbiljetten. Echter, de rechtbank heeft de verdachte wel schuldig bevonden aan het bezit van cocaïne en het rijden onder invloed, waarbij zijn rijbewijs was geschorst. De verdachte had op twee momenten cocaïne bij zich: 8 gram voor eigen gebruik en ongeveer een halve kilo met de intentie deze te verkopen. De verkoop is echter niet doorgegaan omdat de verdachte en zijn medeverdachte door de beoogde kopers zijn geript. De rechtbank heeft in haar overwegingen ook gekeken naar de eerdere veroordelingen van de verdachte en de impact van zijn daden op de volksgezondheid en verkeersveiligheid. De rechtbank heeft uiteindelijk een gevangenisstraf van acht maanden opgelegd, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank heeft geen extra rijontzegging opgelegd, omdat er al een ontzegging was opgelegd voor soortgelijke feiten.