3.1.Studio OFO vordert om, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a. a) [Gedaagde 1] met onmiddellijke ingang na het wijzen van dit vonnis te verbieden om een krant, tijdschrift of andersoortig geschrift, op papier of elektronisch, uit te (laten) brengen en uitgebracht te houden, die vergelijkbaar is met de krant van Studio OFO, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,- voor iedere overtreding hiervan en van
€ 5.000,00 voor ieder dag(deel) dat hiermee in strijd wordt gehandeld, althans een zodanige beslissing te nemen als de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren vaststellen;
b) [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2] hoofdelijk te veroordelen om uiterlijk binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis aan Studio OFO te doen toekomen:
I. een afschrift van de krant, tijdschrift of andersoortig geschrift van [Gedaagde 1] en/of
[Gedaagde 2] ,
II. een afschrift van de brieven, e-mails of andersoortige correspondentie aan
natuurlijke en/of rechtspersonen die zij hebben benaderd voor hun krant,
tijdschrift of andersoortig geschrift,
III. een schriftelijke, door een registeraccountant gecontroleerde en gewaarmerkte
volledige opgave van:
- de bedrijfsgegevens van Studio OFO die [Gedaagde 2] naar zichzelf heeft toegestuurd,
in bezit heeft of heeft gehad;
- alle handelingen die [Gedaagde 2] en [Gedaagde 1] met deze bedrijfsgegevens hebben
gedaan, in het bijzonder welke gegevens door hen aan wie zijn verstrekt;
- de natuurlijke en/of rechtspersonen die zijn benaderd om te adverteren in de door
[Gedaagde 1] en [Gedaagde 2] uit te brengen krant, tijdschrift of andersoortig geschrift, op
papier of elektronisch;
op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per onderdeel (I, II of III) voor ieder
dag(deel) dat [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2] hiermee in gebreke blijven, althans een zodanige
beslissing te nemen als de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te
behoren vaststellen;
c) [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2] hoofdelijk te veroordelen om uiterlijk binnen 3 dagen na betekening van dit vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 voor ieder dag(deel) dat zij daarmee in gebreke blijven, aan alle benaderde natuurlijke en/of rechtspersonen, voor zover bekend, in een voor de geadresseerde begrijpelijke taal, een brief of e-mail, met daarvan een bewijs aan Studio OFO in afschrift, te zenden met uitsluitend de volgende inhoud:
Bij vonnis van ..(datum vonnis) heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland te Leeuwarden beslist dat de heer [Gedaagde 1] , handelend onder de naam [naam bedrijf] , en de heer [Gedaagde 2] onrechtmatig jegens Studio One Four One hebben gehandeld, doordat zij een (soort)gelijke krant als de krant [naam krant] NOF van Studio One Four One hebben willen verspreiden. Daarvoor hebben zij relaties van Studio One Four One benaderd en deze misleid door de suggereren alsof zij namens Studio One Four One de krant van Studio One Four One hebben willen uitgeven. De rechtbank heeft de uitgifte van de krant vanwege onrechtmatig handelen verboden.
[Gedaagde 2]
[Gedaagde 1]
[naam bedrijf] "
althans een zodanige beslissing te nemen als de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren vaststellen;
d) [Gedaagde 2] te veroordelen aan Studio OFO een voorschot op de contractuele boete vanwege de overtreding van het geheimhoudingsbeding te betalen ten bedrage van € 66.000,00, dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag;
e) [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2] hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn gekweten, te veroordelen aan Studio OFO een voorschot op de schadevergoeding te betalen ten bedrage van € 20.000,00, dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag;
f) [Gedaagde 2] veroordeelt tot nakoming van artikel 6 van de tussen hem en Studio OFO gesloten vaststellingsovereenkomst, op straffe van verbeurte van een dwangsom van
€ 1.000,00 per dag of dagdeel dat hij daarmee in gebreke blijft, onverminderd het recht van Studio OFO reeds verbeurde boetes op [Gedaagde 2] te verhalen, althans een zodanige beslissing te nemen als de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren vaststellen;
g) [Gedaagde 1] te verbieden de vertrouwelijke gegevens van Studio OFO te gebruiken, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag of dagdeel dat hij daarmee in gebreke blijft, althans een zodanige beslissing te nemen als de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren vaststellen;
h) [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2] te veroordelen aan Studio OFO de nakosten te betalen;
i. i) [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2] hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn gekweten, te veroordelen aan Studio OFO de proceskosten, een en ander voor zover mogelijk op grond van artikel 1019h Rv, inclusief de gemaakte kosten rechtsbijstand ten bedrage van
€ 5.557,51 inclusief BTW te betalen, althans een zodanige beslissing als de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren vaststellen.