ECLI:NL:RBNNE:2018:1443
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- R. Depping
- H.H.A. Fransen
- B.I. Klaassens
- Rechtspraak.nl
Poging tot opzettelijk brand stichten en diefstal met braak
Op 19 april 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan een poging tot opzettelijk brand stichten van een auto, waarbij gemeen gevaar voor goederen te duchten was. Daarnaast heeft de verdachte tot tweemaal toe diefstal gepleegd, waarbij diverse goederen zijn gestolen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden en een taakstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen vervangende hechtenis. De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek op de terechtzitting van 5 april 2018, waar de verdachte aanwezig was, bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.B. Pieters. Het openbaar ministerie was vertegenwoordigd door mr. N. Tromp.
De tenlastelegging omvatte onder andere het aanbrengen van aanmaakblokjes en brandgel op een auto, met de intentie om brand te stichten. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, mede op basis van de verklaring van de verdachte en proces-verbaal van de politie. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere ten laste gelegde feiten die niet bewezen konden worden.
Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke situatie van de verdachte. De rechtbank heeft ook het reclasseringsadvies in overweging genomen, dat aangaf dat de verdachte ontvankelijk is voor hulpverlening en begeleiding. De rechtbank heeft besloten om geen reclasseringstoezicht op te leggen, gezien het reeds lopende toezicht in een andere zaak. De benadeelde partij, die schadevergoeding had gevorderd, werd niet ontvankelijk verklaard, omdat de schade al door een verzekeringsmaatschappij was vergoed.