ECLI:NL:RBNNE:2018:1406

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
3 april 2018
Publicatiedatum
18 april 2018
Zaaknummer
LEE 17-2003, 17-2004, 17-2079, 17-2080, 17-2081, 17-2082
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de ontvankelijkheid van beroepen tegen evenementenvergunning en geluidsontheffing voor Psy-Fi 2016

Op 3 april 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaken LEE 17/2003, 17/2004, 17/2079, 17/2080, 17/2081 en 17/2082, waarbij de beroepen van eisers tegen de evenementenvergunning en geluidsontheffing voor het evenement Psy-Fi 2016 niet-ontvankelijk zijn verklaard. De rechtbank overweegt dat er geen actueel procesbelang meer is voor eisers, aangezien de evenementenvergunning en geluidsontheffing betrekking hebben op een reeds gehouden evenement in 2016. De rechtbank stelt vast dat de bestreden besluiten zijn gewijzigd door verweerder sub 1 op 8 maart 2018, waarbij een beperking in de omvang van het terrein voor het festival is aangebracht. Dit wijzigingsbesluit is niet meer actueel voor de editie van 2018, waardoor een inhoudelijke beoordeling van de rechtmatigheid van de vergunningen voor 2016 niet meer van betekenis is voor toekomstige edities van het festival.

De rechtbank wijst erop dat de gemachtigde van verweerder sub 1 tijdens de zitting heeft aangegeven dat voor de editie van 2018 een aanzienlijk grotere beperking van het terrein zal worden voorgeschreven, rekening houdend met de belangen van recreanten en de aard van het gebied. Dit betekent dat de eerdere vergunningen voor Psy-Fi 2016 niet meer relevant zijn voor de toekomstige evenementen. De rechtbank concludeert dat eisers geen actueel belang meer hebben bij de beoordeling van hun beroepen, en verklaart deze derhalve niet-ontvankelijk. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is openbaar uitgesproken op 3 april 2018.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Bestuursrecht
locatie Leeuwarden
zaaknummers: LEE 17/2003, 17/2004, 17/2079, 17/2080, 17/2081 en 17/2082
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de meervoudige kamer van 3 april 2018 in de zaken tussen

1.[eiseres], te [plaats], eiseres sub 1,

(gemachtigde: mr. J.S. Haakmeester),
2. [eiseres], gevestigd te [plaats], eiseres sub 2,
(gemachtigde: [naam]),
hierna gezamenlijk te noemen: eisers,
en

1.de burgemeester van de gemeente Leeuwarden, verweerder sub 1,

2. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwardenverweerder sub 2,
(gemachtigden: mr. drs. R.T. Offringa en ing. S. Spoelstra).
Als
derde-partijheeft aan het geding deelgenomen: de [belanghebbende] gevestigd te [plaats],
(gemachtigde: mr. I. van der Meer).
Procesverloop
Inzake 17/2003 en 17/2081
Evenementenvergunning en ontheffing van de Zondagswet
Bij (afzonderlijk) besluit van 20 juli 2016 (het primaire besluit I) heeft verweerder sub 1 aan [belanghebbende] een evenementenvergunning verleend voor het houden van het evenement Psy-Fi “Holographic Universe” (hierna: het evenement) op de locatie plaatselijk bekend als de Groene Ster te Leeuwarden. De evenementenvergunning is geldig voor de volgende periode:
- opbouw: 12 augustus 2016 tot en 23 augustus 2016, dagelijks van 07.00 - 21.00 uur;
- evenement: 24 augustus 2016 tot en met 28 augustus 2016;
- afbouw: 29 augustus 2016 tot en met 8 september 2016, dagelijks van 07.00 – 21.00 uur.
Tevens heeft verweerder sub 1 bij dit besluit aan [belanghebbende] een ontheffing verleend van het bepaalde in artikel 3, eerste lid, en artikel 4, eerste lid van de Zondagswet.
Bij (afzonderlijk) besluit van 18 april 2017 (het bestreden besluit I), verzonden op 2 mei 2017, heeft verweerder het bezwaarschrift van eiseres sub 1 deels gegrond verklaard en het primaire besluit I van 20 juli 2016 herzien, in die zin dat:
- plan A voor de precieze locaties waar podia kunnen worden opgesteld en hun geluidsrichting eveneens wordt vergund;
- aan voorschrift 17 wordt toegevoegd dat een parkeerverbod voor één zijde van de Woelwijk wordt opgelegd, aan de kant met de minst brede berm. Vergunninghouder [belanghebbende]) dient er zorg voor te dragen dat auto’s in hun geheel in de berm, en niet (gedeeltelijk, ook niet voor een klein deel) op de weg en de wegen van de calamiteitenroutes, worden geparkeerd. Daarbij dient vergunninghouder ([belanghebbende]) erop toe te zien dat indien een auto, schuin geparkeerd, gedeeltelijk op de weg staat, alsnog in de lengte wordt geparkeerd;
- aan voorschrift 29 de voorwaarde wordt toegevoegd dat de Technische Hygiënezorg dagelijks een inspectie op het evenemententerrein uitvoert.
Bij (afzonderlijk) besluit van 18 april 2017 (het bestreden besluit II), verzonden op 2 mei 2017, heeft verweerder het bezwaarschrift van eiseres sub 2 deels niet-ontvankelijk en deels gegrond verklaard en het primaire besluit I van 20 juli 2016 in zoverre herzien, in die zin dat:
- plan A voor de precieze locaties waar podia kunnen worden opgesteld en hun geluidsrichting eveneens wordt vergund;
- aan voorschrift 17 wordt toegevoegd dat een parkeerverbod voor één zijde van de Woelwijk wordt opgelegd, aan de kant met de minst brede berm. Vergunninghouder ([belanghebbende]) dient er zorg voor te dragen dat auto’s in hun geheel in de berm, en niet (gedeeltelijk, ook niet voor een klein deel) op de weg en de wegen van de calamiteitenroutes, worden geparkeerd. Daarbij dient vergunninghouder ([belanghebbende]) erop toe te zien dat indien een auto, schuin geparkeerd, gedeeltelijk op de weg staat, alsnog in de lengte wordt geparkeerd;
- aan voorschrift 29 de voorwaarde wordt toegevoegd dat de Technische Hygiënezorg dagelijks een inspectie op het evenemententerrein uitvoert.
Tegen het bestreden besluit I heeft eiseres sub 1 afzonderlijk beroep ingesteld.
Tegen het bestreden besluit II heeft eiseres sub 2 afzonderlijk beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Bij besluit van 8 maart 2018 heeft verweerder sub 1 de bestreden besluiten I en II gewijzigd in navolgende zin:
- het besluit d.d. 18 april 2017 in die zin te herroepen dat voor Psy-Fi 2016 het meest westelijke strand (strand 1) overeenkomstig bijgevoegde kaart (A3 formaat, rood gekleurde deel) buiten het evenemententerrein wordt gelaten;
- het besluit d.d. 18 april 2017 aldus te wijzigen dat aan de evenementenvergunning onderstaand (extra) voorschrift wordt verbonden: en
- toevoeging voorschrift 4.4.1 luidend:
Het aanbrengen van grond penetrerende middelen (bijvoorbeeld grote haringen ten behoeve van tenten en podia) op de Grote Zonneweide geschiedt in afstemming met het bedrijf Hoekstra Flowers. Dit ter bescherming van de drainage. Eventuele schade moet worden hersteld.
Ingevolge artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft het beroep van eiseres sub 1 en eiseres sub 2 van rechtswege mede betrekking op dit besluit.
Inzake LEE 17/2004 en 17/2079
Geluidsontheffing
Bij (afzonderlijk) besluit van 20 juli 2016 (het primaire besluit II) heeft verweerder sub 2 aan [belanghebbende] een geluidsontheffing verleend voor het houden van het evenement op de locatie, plaatselijk bekend als de Groene Ster te Leeuwarden, van 24 augustus 2016 tot en met 28 augustus 2016, inclusief soundcheck op 23 augustus 2016.
Bij (afzonderlijk) besluit van 18 april 2017 (het bestreden besluit III), verzonden op 1 mei 2017, heeft verweerder het bezwaarschrift van eiseres sub 1 deels gegrond verklaard en het primaire besluit II van 20 juli 2016 herzien, in die zin dat:
- als voorschrift in de geluidsontheffing wordt opgenomen dat het maximale geluids-niveau op 25 meter voor de podia (FOH) dat niet overschreden mag worden 103 dB(A) bedraagt;
- als voorschrift in de geluidsontheffing wordt opgenomen dat vergunninghouder ([belanghebbende]) binnen 15 minuten, nadat hem door of namens vergunningverlener is medegedeeld dat het geluidsniveau de grenswaarden overschrijdt, het geluidsniveau beneden de betrokken grenswaarde(n) dient te brengen;
- als voorschrift in de geluidsontheffing wordt opgenomen dat de gemeentelijke geluidsambtenaar op alle locaties waar op het terrein elektronisch versterkte muziek ten gehore wordt gebracht, telkens de precieze locatie bepaalt waar continu het verschil tussen db(A) en dB(C) wordt gemeten;
- als voorschrift in de geluidsontheffing wordt opgenomen dat buiten de vergunde uren geen elektronisch versterkt of akoestisch muziekgeluid hoorbaar mag zijn op de referentiepunten.
Bij (afzonderlijk) besluit van 18 april 2017 (het bestreden besluit IV), verzonden op 1 mei 2017, heeft verweerder het bezwaarschrift van eiseres sub 2 deels niet-ontvankelijk en deels gegrond verklaard en het primaire besluit II in zoverre herzien, in die zin dat:
- als voorschrift in de geluidsontheffing wordt opgenomen dat het maximale geluids-niveau op 25 meter voor de podia (FOH) dat niet overschreden mag worden 103 dB(A) bedraagt;
- als voorschrift in de geluidsontheffing wordt opgenomen dat vergunninghouder ([belanghebbende]) binnen 15 minuten, nadat hem door of namens vergunningverlener is medegedeeld dat het geluidsniveau de grenswaarden overschrijdt, het geluidsniveau beneden de betrokken grenswaarde(n) dient te brengen;
- als voorschrift in de geluidsontheffing wordt opgenomen dat de gemeentelijke geluidsambtenaar op alle locaties waar op het terrein elektronisch versterkte muziek ten gehore wordt gebracht, telkens de precieze locatie bepaalt waar continu het verschil tussen db(A) en dB(C) wordt gemeten;
- als voorschrift in de geluidsontheffing wordt opgenomen dat buiten de vergunde uren geen elektronisch versterkt of akoestisch muziekgeluid hoorbaar mag zijn op de referentiepunten.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De zaken zijn gelijktijdig met de zaken onder de procedurenummers LEE 17/2077 en 17/2078 behandeld op de zitting van 3 april 2018.
Eiseres sub 1 is in persoon verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde.
Eiseres sub 2 is vertegenwoordigd door haar gemachtigde.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden en J. Stieber, mr. drs. M. Braakensiek en E. van der Heijden.
Namens Psy-Fi zijn [naam] verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde.
Voor het doen van uitspraak zijn de zaken met de procedurenummers LEE 17/2003, 17/2004, 17/2079, 17/2080, 17/2081 en 17/2082 weer gesplitst van de zaken met de procedurenummers LEE 17/2077 en 17/2078.
Beslissing
De rechtbank verklaart de beroepen van eisers niet-ontvankelijk.
Overwegingen
1. Tussen partijen is in geschil of verweerder sub 1 in dit geval in redelijkheid een evenementenvergunning voor het evenement in de Groene Ster en ontheffing van het bepaalde in artikel 3, eerste lid, en artikel 4, eerste lid, van de Zondagswet heeft kunnen verlenen. Verder is tussen partijen in geschil of verweerder sub 2 na afweging van de betrokken belangen in redelijkheid een geluidsontheffing ten behoeve van het evenement heeft verleend. Dienaangaande overweegt de rechtbank als volgt.
2. De rechtbank stelt vast dat verweerder sub 1 bij besluit van 8 maart 2018 de bestreden besluiten I en II heeft gewijzigd in navolgende zin:
- het besluit d.d. 18 april 2017 in die zin te herroepen dat voor Psy-Fi 2016 het meest westelijke strand (strand 1) overeenkomstig bijgevoegde kaart (A3 formaat, rood gekleurde deel) buiten het evenemententerrein wordt gelaten;
- het besluit d.d. 18 april 2017 aldus te wijzigen dat aan de evenementenvergunning onderstaand (extra) voorschrift wordt verbonden: en
- toevoeging voorschrift 4.4.1 luidend:
Het aanbrengen van grond penetrerende middelen (bijvoorbeeld grote haringen ten behoeve van tenten en podia) op de Grote Zonneweide geschiedt in afstemming met het bedrijf Hoekstra Flowers. Dit ter bescherming van de drainage. Eventuele schade moet worden hersteld.
3.1.
De rechtbank stelt vast dat de bestreden besluiten betrekking hebben op een reeds in 2016 gehouden evenement. Eisers kunnen niettemin een processueel belang behouden bij een inhoudelijke beoordeling van de rechtmatigheid van de evenementenvergunning en de geluidsontheffing voor Psy-Fi 2016, indien dit oordeel van de rechtbank van betekenis kan zijn voor de toekomstig te houden festivals van [belanghebbende]. Naar het oordeel van de rechtbank is er in dit geval aan de zijde van eisers geen sprake meer van een actueel procesbelang bij de beoordeling van het beroep. Aan dit oordeel liggen de volgende overwegingen ten grondslag.
Ter zitting heeft de gemachtigde van verweerder sub 1 naar voren gebracht dat het wijzigingsbesluit van 8 maart 2018, waarbij blijkens de daarvan deel uitmakende plattegrond een beperking in de omvang van het terrein waarop het festival Psy-Fi plaatsvindt is aangebracht, voor de te verlenen evenementenvergunning voor de editie Psy-Fi 2018 niet langer meer actueel is. Daarbij heeft de gemachtigde van verweerder sub 1 er ter zitting op gewezen dat in het kader van een (eventueel) te verlenen evenementenvergunning voor de editie Psy-Fi 2018 een ten opzichte van 2016 aanzienlijk grotere beperking van het terrein waarop dit festival mag plaatsvinden zal worden voorgeschreven. Verweerder sub 1 acht dit thans geboden, gelet op de aard en bestemming van het gebied De Groene Ster en de belangen van recreanten die gebruik wensen te maken van het recreatieterrein van de Groene Ster. Voorts is aangegeven dat bij de behandeling van een nieuwe aanvraag om een evenementenvergunning de uitkomsten van een nog te verrichten planologisch onderzoek zullen worden betrokken. Dit in overeenstemming met de bij partijen bekende uitspraak van de rechtbank van 16 november 2017.
Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat een inhoudelijke beoordeling van de evenementenvergunning die voor de editie van 2016 is verleend niet meer van betekenis is voor de toekomstige editie Psy-Fi 2018.
3.2.
Met betrekking tot een (eventueel) te verlenen geluidsontheffing voor de editie Psy-Fi 2018, heeft de gemachtigde van verweerder sub 2 ter zitting te kennen gegeven dat verweerder sub 2 ter uitvoering van de eerdere uitspraak van 16 november 2017 van de rechtbank en op grond van een recent vastgestelde kaderstelling in die geluidsontheffing een voorschrift voor wat betreft een db(C)-norm op de gevel van woningen zal worden opgenomen, evenals een voorschrift dat de geluidgrenswaarden op de referentiepunten moeten worden vastgesteld aan de hand van een ‘één-minuut equivalent’. Daarnaast heeft de gemachtigde van verweerder sub 2 ter zitting aangegeven dat er per evenement een akoestisch onderzoek zal worden verricht en dat de gevelisolatie van de woningen van de direct-omwonenden is onderzocht en dat de uitkomsten van dit onderzoek zullen worden betrokken bij de beoordeling in het kader van een (eventueel) te verlenen geluidsontheffing voor de editie Psy-Fi 2018. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat een inhoudelijke beoordeling van de geluidsontheffing die is verleend voor de editie Psy-Fi 2016 niet meer van betekenis is voor de toekomstige editie Psy-Fi 2018.
4. Gelet op de voorgaande overwegingen is de rechtbank van oordeel dat er aan de zijde van eisers geen sprake meer is van een actueel procesbelang bij de beoordeling van de beroepen. Met betrekking tot het door de gemachtigde van eiseres sub 1 gedane verzoek om een proceskostenveroordeling van verweerder ingevolge artikel 8:75 van de Awb overweegt de rechtbank dat daarop bij afzonderlijke uitspraak zal worden beslist.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.F. Bruinenberg, voorzitter, mr. L. Mulder en
mr. K.J. de Graaf, leden, in aanwezigheid van mr. H.L.A. van Kats als griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 april 2018.
De griffier De voorzitter
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.
Afschrift verzonden op: