ECLI:NL:RBNNE:2018:1235
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in bestuursrechtelijke procedure
Op 16 maart 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoeker, die in persoon procedeerde, had mr. T.F. Bruinenberg gewraakt in een aanhangig geschil met de Belastingdienst/Toeslagen. Tijdens de zitting op 12 december 2017 heeft verzoeker zijn wrakingsverzoek ingediend, maar mr. Bruinenberg heeft in een brief van 20 december 2017 laten weten dat hij niet in het wrakingsverzoek berust. Het wrakingsverzoek werd op 9 maart 2018 behandeld door de wrakingskamer, bestaande uit voorzitter mr. P.J. Duinkerken en leden mrs. Th.A. Wiersma en M. Sanna. Verzoeker heeft zijn verzoek toegelicht, maar mr. Bruinenberg en de Belastingdienst/Toeslagen waren niet ter zitting aanwezig.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat op grond van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een rechter gewraakt kan worden op basis van feiten en omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid opleveren. Verzoeker heeft echter geen concrete feiten of omstandigheden aangevoerd die deze vrees objectief gerechtvaardigd maken.
De rechtbank concludeert dat de bezwaren van verzoeker niet specifiek genoeg zijn en dat zijn wantrouwen jegens de rechtspraak in het algemeen geen grond kan zijn voor de wraking van mr. Bruinenberg. Uiteindelijk wijst de rechtbank het wrakingsverzoek af en bepaalt dat de hoofdzaak voortgezet wordt in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking. De beslissing is openbaar uitgesproken op 16 maart 2018.