Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[A] ,
[B],
1.De procedure
- de dagvaarding d.d. 21 maart 2018
- de mondelinge behandeling d.d. 26 maart 2018
- de pleitnota van [A]
- de pleitnota van [C] .
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Wat betreft het begrip «houden van dieren», dat wordt gebruikt in de verbodsbepaling, gaat het om het feitelijke houderschap, zoals de Hoge Raad in zijn arrest van 2 juni 1998 (NJ 1998/714) heeft uitgemaakt met betrekking tot het destijds van kracht zijnde stelsel van productierechten. Het is van ondergeschikt belang of de houder ook de eigenaar van de dieren is. In het geval van uitgeschaarde dieren gaat het voor wat betreft de toekenning van de fosfaatrechten dus niet om wie de eigenaar was van het melkvee op de peildatum van 2 juli 2015, maar om de feitelijke houder van de dieren, wie feitelijk de dieren in zijn stal onderbracht, op zijn land weide en de verzorging op zich nam.
816,00