ECLI:NL:RBNNE:2018:1008
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in geweldsdelicten te Veendam
Op 22 maart 2018 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 2000, die werd beschuldigd van geweldsdelicten gepleegd op 4 oktober 2017 te Veendam. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten, omdat uit de beschikbare bewijsmiddelen niet de overtuiging kon worden verkregen dat de verdachte daadwerkelijk betrokken was bij de geweldshandelingen. De officier van justitie had geconcludeerd dat de ten laste gelegde feiten wel wettig, maar niet overtuigend bewezen konden worden. De verdediging steunde dit standpunt en voerde aan dat er grote twijfels bestonden over de verklaringen van de getuigen die de verdachte belastten. De rechtbank heeft de tegenstrijdigheden in de verklaringen van de getuigen en de aanwezigheid van de verdachte op andere locaties in overweging genomen. Ondanks dat er enkele belastende verklaringen waren, waren deze niet overtuigend genoeg om tot een veroordeling te komen. De rechtbank heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke veroordeling afgewezen, omdat de verdachte van de nieuwe ten laste gelegde feiten werd vrijgesproken. Het vonnis is gewezen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.