9.1.De rechtbank stelt vast dat verweerder het bestreden besluit 1 heeft vervangen door het bestreden besluit 2 en dat het nieuwe besluit niet geheel tegemoet komt aan het beroep tegen het bestreden besluit 1. Het beroep is ingevolge artikel 6:19 van de Awb dan ook mede gericht tegen het nieuwe besluit op bezwaar. Nu gesteld noch gebleken is dat eiseres nog procesbelang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het bestreden besluit 1, dient het beroep tegen dat besluit niet-ontvankelijk te worden verklaard.
10. Verweerder heeft eiser, nadat hem te kennen was gegeven dat zijn functioneren in zijn toenmalige functie van Senior Procesmanager (schaal 11) op diverse onderdelen te kort schoot, een drietal loopbaanmogelijkheden voorgelegd. Eiser heeft toen de keuze gemaakt voor plaatsing in de functie van Senior System Engineer, (schaal 10), met de mogelijkheid om op termijn door te groeien naar de functie van Infra Adviseur, (schaal 11). Uit het assessment bleek dat de laatste functie voor eiser niet haalbaar was. Eiser is vervolgens geplaatst in de functie van Senior System Engineer.
11. Met het primaire besluit, na bezwaar gehandhaafd bij het bestreden besluit 2, heeft verweerder voor de eerste maal schriftelijk in een besluit vastgelegd dat eisers salaris per datum plaatsing in de functie van Senior System Engineer zal worden vastgesteld overeenkomstig schaal 10. Eisers grieven richten zich tegen deze salarisschaal.
12. Eiser stelt zich op het standpunt dat het bestreden besluit 2 beschouwd moet worden als een demotiebesluit. Hij bestrijdt dat het afstand doen van de functie van Senior Procesmanager en de aanstelling in de functie van Senior System Engineer op zijn eigen verzoek is gebeurd. Gelet op de opstelling van zijn werkgever was eigenlijk sprake van (ongeoorloofde) druk en dwang. Eiser had geen -vrije- keus en derhalve heeft hij recht op betaling naar salarisschaal 11.
13. Onbetwist is dat voorafgaand aan de overgang naar en de aanstelling in de functie van Senior System Engineer de hieraan verbonden salarisschaal in gesprekken met diverse medewerkers/leidinggevenden aan de orde is gekomen. Tijdens de zitting van 14 november 2016 heeft eiser erkend dat hij er inderdaad mee bekend was, maar dat het niet tot hem wilde doordringen en dat hij hoopte op een uitzonderingsregeling. Voorts staat vast dat eiser op geen enkel moment de toezegging is gedaan dat hij bij plaatsing in een lagere functie salarisschaal 11 zou behouden.
14. Het had naar het oordeel van de rechtbank op de weg van eiser gelegen om bezwaar te maken tegen het besluit van 10 maart 2014, waarin onder andere het volgende is vastgelegd: “
Zoals met u is besproken door uw clustermanager (…) doet u per 1 maart 2014 op uw verzoek en met wederzijds goedvinden afstand van uw werkzaamheden van Senior Procesmanager.”
In deze procedure had eiser zijn veronderstelde disfunctioneren en de voorgenomen demotie kunnen aanvechten, maar heeft dat kennelijk om hem moverende redenen niet gedaan. De zinsnede ‘met wederzijds goedvinden’ is, zo stelt de rechtbank vast, op verzoek van eiser zelf aangebracht in het concept, dat heeft geleid tot dit besluit.
Hoe moeilijk eiser het destijds blijkbaar ook vond om een keuze te maken, hij heeft dat naar het de rechtbank voorkomt gedaan in het volle besef van de gevolgen. Door eiser is in ieder geval niet aannemelijk gemaakt dat dit anders is.
15. Naar het oordeel van de rechtbank was er voor eiser, gelet op het feit dat zijn functioneren in de functie van Senior Procesmanager geruime tijd onderwerp van discussie was, als ook gelet op de vanaf 2014 met hem gevoerde gesprekken en gemaakte afspraken geen reden om te menen dat sprake was, dan wel zou kunnen zijn, van een ‘normale’ voortzetting (dus met behoud van schaal 11) van zijn loopbaan bij de RDW . Eiser is steeds goed en volledig geïnformeerd geweest over zijn rechtspositie.
Hoewel gemaakte afspraken niet door eiser voor accoord zijn getekend, onbetwist is dat eiser van de inhoud ervan op de hoogte was en dat hij hiertegen geen bedenkingen heeft ingebracht. De rechtbank is niet gebleken dat eiser als gevolg van wilsgebrek buiten staat was zulks te doen.
Er is sprake geweest van een wijziging van functie met wederzijds goedvinden. De functie van Senior System Engineer is gewaardeerd in schaal 10. De rechtbank ziet geen aanknopingspunten voor het oordeel dat verweerder eisers salaris per datum plaatsing in deze functie had dienen vast te stellen overeenkomstig schaal 11. Daarbij is mede van belang dat de andere medewerkers (met vaak meer ervaring) in dezelfde functie ook worden uitbetaald op basis van schaal 10.
Het beroep slaagt niet.
16. De rechtbank ziet, gelet op hetgeen onder 9.1 is overwogen, wel aanleiding verweerder te veroordelen in de proceskosten die eiser in verband met dat beroep heeft gemaakt.
De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten, zijnde reiskosten, gemaakt voor het bijwonen van de zittingen op 12 februari 2016 en 14 november 2016, tot een totaalbedrag van € 11,88.