Beoordeling van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het in de zaak met parketnummer 18/830048-16 onder 1 ten laste gelegde, omdat onvoldoende bewijs bestaat voor de afpersing van [naam] en [naam] . De officier van justitie heeft tevens geconcludeerd dat het in de zaak met parketnummer 18/830048-16 onder 2 ten laste gelegde en het in de zaak met parketnummer 18/930152-16 ten laste gelegde kan worden bewezen omdat daar voldoende bewijs voor is.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het in de zaak met parketnummer 18/830048-16 onder 1 en 2 ten laste gelegde. Daartoe heeft zij aangevoerd dat de verklaringen van [naam] en [naam] over de gestelde afpersing onbetrouwbaar zijn, hetgeen hun verklaringen ook voor het overige onbetrouwbaar maakt. De laptop die is aangetroffen in de woning van de vader van verdachte is door [naam] herkend als de laptop van verdachte die hij had toen hij bij [naam] verbleef. Op de laptop zijn geen gegevens aangetroffen die duiden op persoonlijk gebruik door verdachte. Hieruit volgt dat iedereen in die woning de laptop gebruikt kan hebben.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/930152-16 ten laste gelegde zou vrijspraak moeten volgen als de rechtbank de verklaring van verdachte volgt. De raadsvrouw meent voorts dat vijf witwasfeiten in de tenlastelegging niet voldoende is om te kunnen spreken van het maken van een gewoonte van het plegen van witwassen.
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak
De rechtbank acht de in de zaak met parketnummer 18/830048-16 onder 1 ten laste gelegde afpersing niet wettig en overtuigend bewezen. Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe dat de verklaringen van [naam] en [naam] voor zover zij zien op de afpersing door verdachte en medeverdachte [naam] niet consistent zijn omdat zij telkens anders verklaren over hetgeen er feitelijk zou zijn voorgevallen. Bovendien verschillen hun verklaringen onderling op essentiële punten. Daarnaast lijkt op basis van het dossier sprake te zijn van een eigen (financieel) belang dat [naam] en [naam] hebben bij het afleggen van hun belastende verklaringen, namelijk het ontvangen van uitkeringsgelden. Op grond hiervan en gezien het feit dat overig bewijs voor de ten laste gelegde afpersing ontbreekt, acht de rechtbank onvoldoende overtuigend bewezen dat er daadwerkelijk sprake is geweest van een afpersing van [naam] en [naam] door verdachte en zijn medeverdachte.
Bewijsmiddelen
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/830048-16 onder 2 ten laste gelegde past de rechtbank de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Eenheid Oost-Brabant d.d. 7 november 2015, nummer PL2100-2015248338-1, opgenomen in het dossier met nummer 01NWR15002CLIO, opgemaakt op 12 april 2016 door Politie Eenheid Noord-Nederland, inhoudende als verklaring van [naam] :
Op 4 november 2015 zag ik op Marktplaats 3 kaarten voor een concert van de Foo Fighters aangeboden worden door [naam] . Er stond een telefoonnummer bij de advertentie. Dit nummer betrof [nummer] . Ik heb gebeld en met [naam] afgesproken dat ik 214,50 euro zou geven voor de kaarten. Via sms stuurde hij mij zijn rekeningnummer zodat ik het geld kon overmaken. Zijn nummer betrof [nummer] . Ik heb 214,50 euro overgemaakt naar dit nummer. Toen ik het geld had overgemaakt, kon ik via mijn telefoon zien dat de IBAN op naam stond van [naam] . Ik heb [naam] direct gebeld om te zeggen dat ik het geld had overgemaakt. Hij gaf aan dat hij mij zou mailen met de tickets en dat hij daarbij een kopie van zijn ID-bewijs zou voegen. Ik heb geen mail van hem ontvangen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Landelijke Eenheid d.d. 18 december 2015, nummer PL2600-2015066627-1, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam] :
Ik doe aangifte van oplichting. Hieronder volgen enkele gegevens over:
wederpartij: achternaam: [naam] ;
advertentietitel: 4 kaarten Foo Fighters;
conflict: concertkaarten gekocht via Marktplaats maar de advertentie is direct verwijderd na een telefoontje; geld overgemaakt maar niets ontvangen en telefoon werd niet meer opgenomen.
datum betaling: 5-11-2015;
aankoopbedrag: 150 euro;
bankrekeningnummer wederpartij: [nummer] ;
naam rekeninghouder wederpartij: [naam] .
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Landelijke Eenheid d.d. 18 december 2015, nummer PL2600-2015065703-1, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam] :
Ik doe aangifte van oplichting. Hieronder volgen enkele gegevens over:
wederpartij: naam: [naam] ;
advertentietitel: Logitech G25 racestuur;
conflict: op 5 november heeft mijn moeder 65 euro overgemaakt naar [naam] met bankrekeningnummer [nummer] voor een Logitech racingwheel. Het zou bezorgd worden via DHL en het is er nog steeds niet. Het mobiele nummer wordt niet meer opgenomen.
datum betaling: 5-11-2015;
aankoopbedrag: 65 euro;
bankrekeningnummer wederpartij: [nummer] ;
naam rekeninghouder wederpartij: [naam] .
Bijlage bij deze aangifte: een overschrijvingsbewijs met een handgeschreven notitie van [naam] (moeder van [naam] ): omdat [naam] minderjarig is, heeft hij eerst € 65,- van zijn Rabobank spaarrekening overgemaakt naar mij. Vervolgens heb ik het bedrag overgemaakt naar [naam] .
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Landelijke Eenheid d.d. 14 januari 2016, nummer PL2600-2015063406-1, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam] :
Ik doe aangifte van oplichting. Hieronder volgen enkele gegevens over:
wederpartij: naam: [naam] ;
advertentietitel: Philips Hue led lampen;
conflict: lampen zijn niet verstuurd. Telefonisch contact gehad. Hij lachte en zei dat hij het geld gebruikt had om crack te kopen en dat ik naar mijn geld kon fluiten.
datum betaling: 29 oktober 2015;
aankoopbedrag: 106,75 euro;
bankrekeningnummer wederpartij: [nummer] ;
naam rekeninghouder wederpartij: [naam] .
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Landelijke Eenheid d.d. 14 januari 2016, nummer PL2600-2015063432-1, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam] :
Ik doe aangifte van oplichting. Hieronder volgen enkele gegevens over:
wederpartij: naam: [naam] ;
advertentietitel: Kobo Glo e-reader;
conflict: via Marktplaats heb ik contact gezocht met [naam] . Hij wilde graag buiten Marktplaats om e-mailen en nam contact met mij op via [email] . Via de mail kwamen we een prijs overeen voor de aangeboden Kobo Glo E-reader van 60 euro. Een prijs die vergelijkbaar is met andere e-readers op Marktplaats. Ik heb het geld overgemaakt naar [nummer] tnv [naam] . De e-reader is niet geleverd en de aanbieder reageert niet op toenaderingen van mijn kant.
datum betaling: 31 oktober 2015;
aankoopbedrag: 60 euro;
bankrekeningnummer wederpartij: [nummer] ;
naam rekeninghouder wederpartij: [naam] .
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Landelijke Eenheid d.d. 14 januari 2016, nummer PL2600-2015064190-1, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam] :
Ik doe aangifte van oplichting. Hieronder volgen enkele gegevens over:
wederpartij: naam: [naam] ;
advertentietitel: Apple I-pod Classic 80;
conflict: nadat we een akkoord hadden bereikt over de aanschafprijs van 70 euro wilde [naam] mijn persoonlijke mailadres hebben voordat hij zijn rekeningnummer wilde doorgeven omdat hij door eerdere slechte ervaringen had geleerd. Hij reageerde met een mailadres van [naam] en ik heb hem nog gevraagd waar [naam] was gebleven, waarop hij aangaf dat hij via een account van zijn zwager mailde. Na het betalen van het bedrag heb ik niets meer vernomen en reageert hij niet meer op mails.
datum betaling: 2 november 2015;
aankoopbedrag: 70 euro;
bankrekeningnummer wederpartij: [nummer] ;
naam rekeninghouder wederpartij: [naam] .
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Landelijke Eenheid d.d. 14 januari 2016, nummer PL2600-2015063418-1, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam] :
Ik doe aangifte van oplichting. Hieronder volgen enkele gegevens over:
wederpartij: naam: [naam] ;
advertentietitel: Foo Fighters;
conflict: er stond een mobiel nummer bij de advertentie dat ik meteen heb gebeld. Tijdens het gesprek met [naam] een prijs overeengekomen van 90 euro per stuk en afgesproken dat hij de e-tickets zou e-mailen zodra hij het geld binnen zou hebben. Ik bood aan om het geld meteen over te maken en een screenprint te sturen naar zijn e-mail ter bewijs. De screenshot heb ik naar zijn mobiele nummer gestuurd met de mededeling dat ik op zijn mailtje wacht. Zijn mail heb ik tot op heden niet ontvangen.
datum betaling: 3 november 2015;
aankoopbedrag: 180 euro;
bankrekeningnummer wederpartij: [nummer] ;
naam rekeninghouder wederpartij: [naam] .
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 19 november 2015, opgenomen in voornoemd dossier op pagina 542 van map II, inhoudende als verklaring van [naam] :
Ik woon met [naam] aan de [straatnaam] in Groningen. Midden oktober werd ons door [naam] gevraagd of [naam] [
opmerking rechtbank: de rechtbank begrijpt dat getuige hiermee, en met de namen “ [naam] ” en “ [naam] ”, [verdachte] bedoelt] een paar nachten bij ons mocht slapen. Een week later kwam [naam] . Ik hoorde hem zeggen dat hij een collega was van [naam] . Ik hoorde [naam] zeggen dat ze collega’s waren. Ik zag en hoorde dat [naam] en [naam] bezig waren met internetoplichting. Elke dag werden er 20 a 30 mensen opgelicht door middel van het verkopen van tickets en spullen. Dit werd echter niet verstuurd. Dit weet ik omdat ik [naam] en [naam] hierover grapjes hoorde maken. Het geld van de tickets en spullen werd gestort op een rekening van een bekende van [naam] en [naam] . Ik hoorde dat ze problemen hadden met bankpassen van andere mensen. Ik zag dat ze mijn ABN AMRO pas pakten. Na verloop van tijd werd mijn pas geblokkeerd. Ik heb toen een nieuwe pas aangevraagd. Ik moest van [naam] geld gaan pinnen. Ik kreeg een vergoeding van 20 euro voor het pinnen van het geld.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 4 februari 2016, opgenomen in voornoemd dossier op pagina 546 van map II, inhoudende als verklaring van [naam] :
[naam] had een laptop bij zich. Hij had een kaartje van Lebara gekocht waar data op staat. Ik zag dat [naam] op Marktplaats zat en advertenties plaatste voor kaartjes van shows die er aan kwamen. Zodra er een betaling kwam werden die kaartjes niet verstuurd. Toen [naam] kwam, ging [naam] gelijk met hem op de laptop via Marktplaats advertenties plaatsen. Ze hielden zich samen bezig met de handel. Ze waren bezig met het regelen van bankpasjes. Als er weer een bankpasje plofte, dat wil zeggen dat de rekening geblokkeerd was, moest er weer een ander pasje komen. Ze gaven [naam] geld en drugs. Ze gebruikten steeds pasjes van gebruikers die centen konden gebruiken. [naam] zei dat er geld op mijn rekening werd gestort en dat ik het er gelijk af moest halen. Ik kreeg te horen hoeveel geld ik moest pinnen en moest gelijk terug komen naar huis. Dit is een keer of tien gebeurd.
10. Een proces-verbaal van verhoor getuige van de rechter-commissaris van de rechtbank Noord-Nederland d.d. 27 oktober 2016, toegevoegd aan voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam] :
Ik hoorde dat er mensen belden die waren gedupeerd. Die mensen werden uitgescholden. [naam] en [naam] waren voortdurend bezig op de laptop van [naam] . Mijn nieuwe bankpasje is opnieuw in handen van [naam] gekomen. Ik weet dat [naam] zijn pas ook is kwijt geweest en dat zijn pas is gebruikt op dezelfde manier als die van mij. Op een gegeven moment was het scherm van [naam] zijn laptop kapot. Hij mocht mijn beeldscherm gebruiken. Ik heb niet door gehad dat hij het beeldscherm had meegenomen.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 23 december 2015, opgenomen in voornoemd dossier op pagina 499 van map II, inhoudende als verklaring van [naam] :
Ik woon met [naam] samen aan de [straatnaam] te Groningen. [naam] vroeg of [naam] [
opmerking rechtbank: de rechtbank begrijpt dat getuige hiermee [verdachte] bedoelt] bij ons kon blijven. Dat kon. Opeens stond [naam] [
opmerking rechtbank: de rechtbank begrijp dat getuige hiermee verdachte [naam] bedoelt] voor de deur. Hij zei dat hij voor [naam] kwam en dat hij samen met [naam] een aantal dagen zou blijven. Ik zag dat [naam] en [naam] met iets aan de slag gingen. Ze vertelden dat ze met de verkoop van kaartjes voor onder andere festivals bezig waren. Maar ook wel eens laptops, telefoons en dergelijke. Ze hadden zoveel mogelijk telefoonnummers nodig. Ze wisselden zelf heel vaak van simkaart. Het geld kwam binnen maar de kaartjes c.q. artikelen werden nooit verstuurd door [naam] of [naam] . Ze vroegen aan mij of ze geld op mijn bankrekening mochten storten. Hier heb ik aan meegewerkt. We hebben af en toe geld gekregen van [naam] en [naam] .
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 2 februari 2016, opgenomen in voornoemd dossier op pagina 501 van map II, inhoudende als verklaring van [naam] :
[naam] en [naam] lieten mensen terugbellen op de telefoon van [naam] . Dat waren mensen die benaderd waren via internet. Zij hadden via internet spullen gekocht en geld overgemaakt maar er waren geen spullen. Joke stelde ze wel eens gerust dat de spullen kwamen. Zij hebben mijn bankpas gebruikt. Ze hebben mensen geld laten storten op mijn bankrekening en dat geld heb ik moeten pinnen. Ik moest het geld aan hun afgeven. [naam] verdeelde het geld met [naam] .
13. Een proces-verbaal van verhoor getuige van de rechter-commissaris van de rechtbank Noord-Nederland d.d. 20 december 2016, toegevoegd aan voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam] :
[naam] en [naam] hebben mij verteld dat ze mensen spullen verkochten, maar dat ze die spullen niet leverden zodra er geld was overgemaakt op mijn rekeningnummer. [naam] en [naam] gingen goed met elkaar om. Ze zaten om beurten achter de laptop. Toen [naam] om pasjes vroeg, vertelde hij ons wat hij ermee ging doen. Ik heb mijn pasje aangeboden toen [naam] er al was.
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal bankafschriften [naam] d.d. 19 januari 2016, opgenomen in voormeld dossier op pagina 291 van map I, inhoudende als verklaring van de verbalisant:
Naar aanleiding van de aangifte van [naam] heb ik de bankafschriften opgevraagd vanaf de periode 25 oktober 2015 tot en met 16 november 2015. De rekening betreft een ABN AMRO leefgeld rekening voorzien van rekeningnummer [nummer] . Blijkens de bankafschriften werd er geld gestort door verschillende personen, onder meer:
- overboeking op 29-10 van € 106,75 van [naam] voor Philips Hue lampenset;
- overboeking op 4-11 van € 180,00 van [naam] voor tickets Foo Fighters;
- overboeking op 2-11 van € 70,00 van [naam] ;
- overboeking op 2-11 van € 60,00 van [naam] voor E-reader.
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 januari 2016, opgenomen in voormeld dossier op pagina 304 van map I, inhoudende als verklaring van de verbalisant:
Naar aanleiding van de aangifte/verklaring van [naam] heb ik de bankafschriften opgevraagd vanaf de periode 25 oktober 2015 tot en met 16 november 2015. Het rekeningnummer betreft [nummer] en staat geregistreerd onder MFZ financiële zorgverlener met betrekking tot beschermingsbewindvoering. Blijkens de bankafschriften werd er geld gestort door verschillende personen, onder meer:
- overboeking op 5-11-2015 van € 150,00 van [naam] voor Foo Fighters;
- overboeking op 5-11-2015 van € 65,00 van [naam] voor Logitech G25 racingwheel;
- overboeking op 4-11-2015 van € 214,50 van [naam] voor Foo Fighters.
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 februari 2016, opgenomen in voormeld dossier op pagina 611 van map II, inhoudende als verklaring van de verbalisanten:
Op 8 februari 2016 meldden wij, verbalisanten, ons bij de perceel [straatnaam] te Assen waar wij door [naam] werden binnen gelaten. Wij vorderden de uitlevering van voor inbeslagname vatbare voorwerpen die door [verdachte] vermoedelijk waren gebruikt voor het plegen van de misdrijven afpersing en oplichting. [naam] vertelde ons dat wij op de bovenste kamer in zijn woning moesten gaan kijken, omdat dat de kamer was waar [verdachte] verbleef voor zijn aanhouding. Wij troffen in de openstaande kamer 2 laptops, 3 simkaarten, een dongel inclusief simkaart en een computerscherm aan welke door ons in beslag zijn genomen.
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 februari 2016, opgenomen in voormeld dossier op pagina 444 van map II, inhoudende als verklaring van de verbalisant:
Van beide inbeslaggenomen laptops, eigendom van [verdachte] , zijn de harde schijven gekopieerd. Ik, verbalisant, heb deze harde schijven onderzocht op relevante informatie met betrekking tot internetoplichting in samenhang met de aangiften van [naam] en [naam] . Ik trof op een van de laptops een afbeelding van een bewijs van overschrijving aan, welke ziet op een Logitech G25 racingwheel van € 65. Ik heb twee bestanden aangetroffen die lijsten betreffen met heel veel verschillende emailadressen van diverse personen. Daarnaast staan er advertentieteksten voor Marktplaatsadvertenties. In deze teksten worden verschillende emailadressen gebruikt en verwezen naar bepaalde personen met rekeningnummers waar het geld naartoe gestort kan worden. Ik zag dat in beide bestanden het emailadres [email] voorkomt. Op de laptop staan diverse lijsten met opsommingen van diverse emailadressen en verwijzingen naar URL van Marktplaats.nl. Ook staan er afbeeldingen/printscreens van uiteenlopende goederen en tickets.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank acht op grond van voormelde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte zich samen met medeverdachte [naam] heeft schuldig gemaakt aan in de tenlastelegging opgenomen Marktplaatsoplichtingen, gepleegd vanuit de woning van [naam] en waarbij de bankpassen en bankrekeningen van [naam] en [naam] zijn gebruikt. Het betreft hierbij de oplichtingen van Van der [naam] , [naam] , [naam] / [naam] , [naam] , [naam] , [naam] en [naam] . Deze oplichtingen zijn blijkens het dossier gepleegd in de periode dat zowel verdachte als medeverdachte [naam] in de woning van [naam] verbleven.
Het bewijs voor deze oplichtingen wordt in hoofdzaak gevormd door de verklaringen van [naam] en [naam] . Daarbij overweegt de rechtbank dat [naam] en [naam] consistente verklaringen hebben afgelegd over de door verdachte en medeverdachte [naam] gepleegde oplichtingen. Dat de rechtbank haar twijfels heeft geuit over de verklaringen van [naam] en [naam] over de afpersing maakt dat niet anders, nu hun verklaringen op het punt van de internetoplichting wel consistent zijn, en daarmee geloofwaardig. Voorts blijkt uit het dossier dat de door verdachte en [naam] gebruikte laptop aan verdachte toebehoorde en dat op deze laptop onder meer een door twee van de aangevers genoemd e-mailadres ( [email] ) staat vermeld.
Partiële vrijspraak
Ten aanzien van de tevens in dit deel van de tenlastelegging opgenomen oplichting van [naam] , [naam] , [naam] , [naam] en [naam] overweegt de rechtbank het volgende. Uit het dossier blijkt dat aangifte is gedaan van oplichting met de pleegdata 9 ( [naam] en [naam] ) en 11 ( [naam] ) oktober 2015 en 7 ( [naam] ) en 8 ( [naam] ) november 2015. Deze data vallen buiten de in de tenlastelegging opgenomen pleegperiode van 25 oktober 2015 tot en met 5 november 2015. De rechtbank kan derhalve niet tot het bewijs komen dat verdachte deze oplichtingen in de tenlastegelegde periode heeft gepleegd. Nu de officier van justitie in de tenlastelegging uitgaat van een specifieke pleegperiode, en dat ook heeft toegelicht door te vermelden dat in die periode medeverdachte [naam] niet gedetineerd was, ziet de rechtbank geen mogelijkheid de tenlastegelegde pleegperiode dusdanig ruim uit te leggen dat voornoemde data hierin begrepen kunnen worden. De rechtbank spreekt verdachte dan ook vrij van het deel van de tenlastelegging dat ziet op voormelde aangevers.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/930152-16 ten laste gelegde past de rechtbank de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 4 januari 2016, opgenomen op pagina 103 van het dossier met nummer PL0100-2016059528, opgemaakt op 29 februari 2016 door Politie Eenheid Noord-Nederland, inhoudende als verklaring van [naam] :
Ik doe aangifte van misbruik van mijn bankrekeningnummer [nummer] . Dit bankrekeningnummer is gebruikt voor het verkopen van goederen op Marktplaats. Deze goederen zijn niet geleverd. Mijn zoon, [verdachte] , heeft mij gevraagd of hij mijn bankrekening mocht gebruiken omdat hij zelf geen rekening heeft. Ik heb hem niet de toegang tot mijn bankrekening gegeven. Iedere keer als hij iets had verkocht dan vroeg hij opnieuw of het op mijn rekening mocht worden gestort. Ik pinde dan het geld en gaf het aan [naam] . Het is in totaal 5 keer gebeurd. Ik heb inmiddels de gedupeerden schadeloos gesteld. Ik voeg een kopie van mijn bankafschriften bij de aangifte.
Bijgevoegd: rekeningafschriften: bijgeschreven:
- op 28-12-2015 € 106,00 van [naam] voor Hue kit marktplaats;
- op 28-12-2015 € 60,00 van [naam] voor Nijntje lamp;
- op 18-5-2015 € 64,00 van [naam] voor e-reader;
- op 1-4-2015 € 39,00 van [naam] voor Grote Bosatlas 54e;
- op 1-4-2015 € 34,00 van [naam] voor bosatlas 54e editie.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van ontvangst klacht van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 7 januari 2016, opgenomen in voornoemd dossier op pagina 110;
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 13 januari 2016, opgenomen in voornoemd dossier op pagina 111, inhoudende als verklaring van verdachte:
Mensen hebben spullen besteld via Marktplaats en kregen ze niet geleverd. Mensen hadden betaald door geld over te maken naar de rekening van mijn vader. Mijn vader wist van niets. Ik kon niet bij mijn vaders rekening, maar mijn vader haalde het geld eraf.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank acht bewezen dat de in de tenlastelegging vermelde geldbedragen middellijk, te weten via de bankrekening van de vader van verdachte, afkomstig zijn uit door verdachte gepleegde Marktplaatsoplichtingen. Daartoe overweegt de rechtbank dat de vader van verdachte heeft aangegeven dat het verdachte was die goederen verkocht via Marktplaats zonder ze te leveren, dat hij hem vroeg het geld op zijn rekening te storten en dat verdachte, gezien het in de zaak met parketnummer 18/830048-16 onder 2 ten laste gelegde feit, waarvoor de rechtbank verdachte bij onderhavig vonnis veroordeelt, bekend is met het plegen van deze wijze van oplichting. Voorts blijkt uit het onderhavige dossier dat op dezelfde dag een zelfde editie van de Grote Bosatlas aan twee verschillende personen is verkocht, waarmee vaststaat dat het verkochte goed niet geleverd kan worden hetgeen typerend is voor dit type Marktplaatsoplichting.
Anders dan de raadsvrouw heeft betoogd acht de rechtbank bewezen dat verdachte van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, nu zijn intentie er kennelijk op was gericht om gedurende een periode van enkele maanden telkens op dezelfde wijze geld met een criminele herkomst te verwerven. (vergelijk ook rechtbank Rotterdam 19 oktober 2006, ECLI:NL:RBROT:2006:AZ0539).