Beoordeling van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat verdachte ter zake van het onder 4 en 5 tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken, nu niet kan worden bewezen dat de bij verdachte in de auto aangetroffen goederen door verdachte en zijn medeverdachte zijn weggenomen en van diefstal afkomstig zijn. Er heeft geen herkenning van de goederen plaatsgevonden. Het onder 1, 2 primair en 3 tenlastegelegde acht de officier van justitie daarentegen bewezen. Zij heeft daartoe een overzicht van de bewijsmiddelen gegeven.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1, 4 en 5 ten laste gelegde. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte weliswaar ter terechtzitting de onder 1 tenlastegelegde inbraak in de bedrijfsauto heeft erkend, maar de wegneming van een mobiele telefoon ontkent. De door aangever omschreven telefoon is ook niet bij verdachte (in de auto) aangetroffen. Ten aanzien van de feiten 4 en 5 dient vrijspraak te volgen om de redenen zoals door de officier van justitie zijn aangegeven. Met betrekking tot de feiten 2 primair en 3 heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank nu verdachte deze feiten heeft bekend.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het onder 1, 2 primair 3, 4 en 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank overweegt hierbij dat - naast de aangiftes, (herkenning van) camerabeelden en een DNA-match - verdachte ter terechtzitting heeft bekend dat hij op 07 november 2016 tezamen en in vereniging met een ander heeft ingebroken, dan wel gepoogd heeft in te breken, in 3 bedrijfswagens te Tynaarlo (feiten 1, 2 primair en 3). De rechtbank acht ter zake van feit 1 -anders dan verdachte heeft verklaard- bewezen dat er bij de inbraak een mobiele telefoon is weggenomen zoals aangever [aangever] heeft aangegeven, ondanks dat dat de telefoon niet bij verdachte is aangetroffen. De rechtbank acht de aangifte in deze betrouwbaar.
De rechtbank acht ook de tenlastegelegde feiten 4 en 5 wettig en overtuigend bewezen, nu de door aangevers vermelde weggenomen goederen op 7 november 2016 -kort na de inbraak- in de auto waarin verdachte en zijn medeverdachte zich bevonden zijn aangetroffen. Het betreffen zeer specifieke goederen. Er zijn namelijk (6) sporttassen met het opschrift FILA inhoudende fietsonderdelen (feit 4) bij aangever weggenomen en bij verdachten in de auto aangetroffen. Daarnaast is er een TomTom navigatiesysteem, inhoudende adresgegevens van aangever [slachtoffer 5] en het thuisadres van een werknemer van [slachtoffer 5] , weggenomen (feit 5) en bij verdachten in de auto aangetroffen. Daarbij betrekt de rechtbank de hierna te vermelden bewijsmiddelen ter zake van de feiten 1, 2 primair en 3 bij de hierna te melden bewijsmiddelen terzake van de feiten 4 en 5, alles in onderling verband en samenhang bezien en beschouwd. Het betreffen soortgelijke feiten en de gang van zaken bij de ten laste gelegde feiten onder 4 en 5 vertoont op essentiële punten belangrijke overeenkomsten met de gang van zaken bij de feiten onder 1, 2 primair en 3, waarvoor meer bewijsmiddelen voorhanden zijn. Hierbij gaat het om een specifiek patroon in het gedrag van verdachte(n) en de omstandigheden van het geval. Verdachte en zijn medeverdachte zijn in de auto van verdachte tezamen uit het midden van het land naar Assen en het naastgelegen Tynaarlo gegaan en hebben daar tezamen en in vereniging door middel van braak ingebroken in meerdere bedrijfswagens die bij bedrijven stonden geparkeerd. Dit alles gebeurde in de nachtelijke uren en in een kort tijdsbestek.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte op de terechtzitting van 02 maart 2017 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende: Ik heb op 07 november 2016 tezamen en in vereniging met een ander ingebroken, dan wel gepoogd in te breken, in 3 bedrijfswagens te Tynaarlo.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van Politie Noord-Nederland, registratienummer: PL0100-2016343127, inhoudende:
- op pagina 2, de verklaring van verbalisant [verbalisant] :
Het onderzoek heeft plaatsgevonden naar aanleiding van een gepleegde inbraak in een aantal voertuigen op de [straat] te Tynaarlo. Daarbij wordt door een getuige een voertuig gezien met kenteken [kenteken] dat wegrijdt bij het plaats delict. Op diezelfde dag, 7 november 2016 omstreeks 07:13 uur, werd het voertuig aangestraald door de ANPR op de A28 links. Op diezelfde dag omstreeks 7:38 uur, worden beide inzittenden (verdachten [verdachte] en [verdachte] ) van het voertuig aangehouden (pagina's 10 en 27).
- op pagina 38/39, de verklaring van aangever [aangever] [feit 1]:
Ik ben woonachtig aan de [straat] te Tynaarlo, hier bevindt zich ook mijn bedrijf, Hamminga Installatie & Techniek. Op 7 november 2016 omstreeks 05.00 uur werd ik wakker van een luid autoalarm. Ik zag dat er ingebroken werd in mijn bestelbus ( [merk] ). Ik zag dat er een [auto] met het kenteken [kenteken] naast de bus geparkeerd stond. Ik zag dat er een manspersoon bij de bus stond. Ik zag dat er nog iemand naast in de auto zat. Ik zag dat de man de [auto] weer instapte. Ik zag dat ondertussen dat [slachtoffer 2] met zijn auto voor mijn oprit stond om de auto te blokkeren, het bleek later dat er ook bij hem ingebroken was. Ik zag dat de auto wegreed. Ik zag dat de rechter voorruit van mijn bestelbus kapot was. Ik zag dat er een mobiele telefoon miste.
- op pagina 196/197, de verklaring van aangever [slachtoffer 2] [feit 2]:
Op 7 november 2016, omstreeks 04:55 uur, lag ik te slapen in mijn woning aan de [straat] te Tynaarlo. Ik werd wakker van het alarm wat afging van een van de vrachtauto's welke voor mijn woning stond. Ik zag een [auto] wegrijden. Men is vermoedelijk geschrokken door het alarm van de vrachtauto. Ik zag dat van een vrachtauto een ruitje was vernield. Hierna ben ik in mijn auto gestapt en zag bij [aangever] de [auto] , kenteken [kenteken] , staan welke bij mij was weggereden. Ik kan u de bestuurder als volgt omschrijven: ongeveer 18 jaar oud, blanke, hij droeg een bril, bruin kort haar. Naast hem zat een 2e persoon: Aziatisch uiterlijk, ongeveer 18 jaar oud, dikke rond hoofd, donker haar, zwarte jas.
- op pagina 135ev, de verklaring van aangever [aangever] [feit 3]:
Op 7 november 2016 kwam ik aan bij mijn bedrijf aan de [straat] te Tynaarlo. Ik zag dat er een ruit van mijn bestelbus ( [merk] ) vernield was. Ik heb camerabeelden bekeken en zag dat op 7 november 2016 omstreeks 4:58:54 een auto aan kwam rijden waarna er één van de twee mannen de ruit van de auto vernielde en waarna de andere de auto ging doorzoeken om hierna enkele spullen uit de bedrijfswagen weg te nemen. Ik zag op de beelden dat de bijrijder een wit snoertje en een zwarte lantaarn van het merk Mac-lite uit de auto heeft weggenomen. Ook mis ik wat kleingeld uit de auto.
- op pagina 150ev, de verklaring van verbalisant [verbalisant] [feit 3]:
Foto 1: Voor het bedrijfspand staat de bedrijfsauto waarin is ingebroken.
Onder “Eerste beveiligingscamera: Fotofragmenten”, vanaf Fotofragment 2016-11-7 4:58:50:
Op de camerabeelden is te zien dat er een auto de [straat] in komt rijden. Een grijskleurige [auto] komt de oprit van het bedrijventerrein oprijden. In het voertuig zijn 2 mannen zichtbaar. De bestuurder is een man van ongeveer 20 jaar, tenger postuur, bril dragend, noord Afrikaans uiterlijk. De bijrijder is een man van ongeveer 20 jaar, tenger postuur, Aziatisch uiterlijk, flinke bos haar. Op een fotofragment valt te zien dat de bijrijder met een puntig voorwerp een slaande beweging maakt richting het kleine raam, hetgeen resulteert in een gebroken ruit. De bestuurder doorzoekt de gehele bedrijfswagen. De bijrijder komt achter de bijrijdersportier vandaan met een MAG-LITE en een wit snoer.
- op pagina 89, de verklaring van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] [feit 3]:
Door ons is onderzoek naar sporen verricht in verband met diefstal uit een bestelauto op 7 november 2016. Het onderzoek werd verricht in het bedrijfspand aan de [straat] te Tynaarlo. Aangever [aangever] gaf aan dat er een diefstal was gepleegd vanuit zijn bestelauto. Aangever trof aan de binnenzijde van het rechterportier een bloedspoor aan. Ten behoeve van een nader in te stellen DNA onderzoek heb ik, verbalisant [verbalisant] , het bloedspoor veiliggesteld en voorzien van SIN AAJS0760NL.
- op pagina 93ev, de verklaring van S.R. Hoogendoorn-Jagai, NFI-deskundige [feit 3]:
DNA-onderzoek naar aanleiding van een inbraak gepleegd in Tynaarlo op 7 november 2016.
Resultaten interpretatie en conclusie van het vergelijkend DNA-onderzoek:
SIN en omschrijving: AAJS0760NL#01. Bloed
Beschrijving DNA-profiel: DNA-profiel van een man.
Celmateriaal kan afkomstig zijn van: [verdachte] (zie 'DNA-databank').
Matchkans: kleiner dan één op één miljard.
- op pagina 58, de verklaring van verbalisant [verbalisant] :
Ik heb op 7 november 2016 het verhoor van beide verdachten afgenomen. Bij het uitkijken van de camerabeelden met betrekking tot de bedrijfswagen inbraken in Tynaarlo herkende ik voor 100% op de bewegende beelden de verdachte [verdachte] en verdachte [verdachte] aan hun gezichtsgelaat en tevens het haardracht van verdachte [verdachte] . Ik verbalisant herkende op de bewegende beelden tevens de kleding van beide verdachten die 100 % overeenkomen met de kleding die de verdachten tijdens het verhoor droegen.
- op pagina 177ev, de verklaring van aangever [aangever] [feit 4] :
Ik ben werkzaam bij het bedrijf " [bedrijfsnaam 2] " [straat] te Assen. Het bedrijf is in het bezit van een bedrijfswagen ( [auto] ). Op 6 november 2016, omstreeks 17:00 uur is de bus geparkeerd op de oprit van het bedrijf. Op 7 november 2016, omstreeks 10:45 uur zag ik dat de bus niet beschadigd was. Er zijn vermoedelijk wel een aantal tassen van het merk Fila uit de bus weggenomen. In deze tassen zaten reserve onderdelen voor fietsen.
- op pagina 180, de verklaring van verbalisant [verbalisant] : [feit 4] :
Ik hoorde dat de aangever verklaarde dat er vermoedelijk een aantal tassen van Fila zijn
weggenomen uit de bus. De tassen die zijn aangetroffen in het voertuig van de verdachten, komen overeen met de tassen die de aangever beschrijft.
- op pagina 66ev, de verklaring van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] [feit 4]:
De volgende spullen lagen in het voertuig, merk [merk] voorzien van kenteken [kenteken] .
Zes sporttassen, merk Fila met onder meer inhoudende fietsonderdelen.
- op pagina 193ev, de verklaring van aangever [aangever] verklaart [feit 5]:
Op 04 november 2016, omstreeks 17:00 uur, parkeerde mijn collega de bedrijfswagen van [bedrijfsnaam 2] te Assen op ons bedrijfsterrein aan de [straat] te Assen. De bedrijfswagen was afgesloten en onbeschadigd op de parkeerplaats achtergelaten. Op 07 november 2016, omstreeks 10:00 uur, liep ik naar de bedrijfswagen toe en zag dat er bij het rechtervoorportier een zijraampje kapot was. Ik zag dat de plek waar het TomTom navigatiesysteem bevestigd hoort te zitten nu leeg was.
- op pagina 65, de verklaring van verbalisant [verbalisant] [feit 5]:
Op 7 december 2016 heb ik een onderzoek ingesteld naar een TomTom navigatiesysteem dat is aangetroffen in het voertuig van de verdachten. Op het TomTom navigatiesysteem staat een aantal adressen onder het kopje favorieten. Deze adressen worden aangegeven als:
[straat] , Assen, Tuinland Groningen, Tuinland Zwolle. Als thuisadres staat het adres [adres] , [plaats] ingesteld. Een van de aangevers doet aangifte namens de [slachtoffer 5] . Uit deze aangifte blijkt dat er een TomTom navigatiesysteem is weggenomen. Ik heb telefonisch contact gehad met de aangever van de [slachtoffer 5] . Ik hoorde dat hij verklaarde dat de persoon die de TomTom navigatie heeft ingesteld woonde op de [straat] te [plaats] . De [slachtoffer 5] is gevestigd op de [straat] te Assen.