Beoordeling van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1, 3 en 4 ten laste gelegde. Daartoe heeft de officier van justitie aangevoerd dat onvoldoende bewijs bestaat voor de afpersing van [slachtoffer1] en [slachtoffer2] en voor de conclusie dat verdachte zich in hun woning heeft schuldig gemaakt aan Marktplaatsoplichting. Evenmin bestaat voldoende bewijs dat verdachte betrokken is geweest bij de onder 4 ten laste gelegde oplichtingen. De officier van justitie heeft geconcludeerd dat voldoende bewijs bestaat voor het onder 2 ten laste gelegde.
Het standpunt van de verdediging
Ook de raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1, 3 en 4 ten laste gelegde. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de verklaringen van [slachtoffer1] en [slachtoffer2] onbetrouwbaar en inconsistent zijn en ander bewijs dan deze verklaringen voor het onder 1 en 3 ten laste gelegde ontbreekt. Voorts is onvoldoende betrouwbaar bewijs in het dossier aanwezig ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde feit.
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak
De rechtbank acht de onder 1 ten laste gelegde afpersing niet wettig en overtuigend bewezen. Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe dat de verklaringen van [slachtoffer1] en [slachtoffer2] voor zover zij zien op de afpersing door verdachte en medeverdachte [naam] niet consistent zijn omdat zij telkens anders verklaren over hetgeen er feitelijk zou zijn voorgevallen. Bovendien verschillen hun verklaringen onderling op essentiële punten. Daarnaast lijkt op basis van het dossier sprake te zijn van een eigen financieel belang dat [slachtoffer1] en [slachtoffer2] hebben bij het afleggen van hun belastende verklaringen, namelijk het ontvangen van uitkeringsgelden. Op grond hiervan en gezien het feit dat overig bewijs voor de ten laste gelegde afpersing ontbreekt, acht de rechtbank onvoldoende overtuigend bewezen dat er daadwerkelijk sprake is geweest van een afpersing van [slachtoffer1] en [slachtoffer2] door verdachte en zijn medeverdachte.
De rechtbank acht het onder 4 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen. Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hierbij het volgende. Diverse personen hebben ten aanzien van feit 4 een verklaring bij de politie afgelegd, waarbij zij een ander dan verdachte aanwijzen als degene die de onder 4 ten laste gelegde internetoplichting gepleegd zou hebben. Alleen deze andere persoon wijst verdachte als dader aan. Andere bewijsmiddelen waaruit kan blijken dat verdachte de onder 4 ten laste gelegde oplichting heeft gepleegd, ontbreken. Bovendien heeft één van de aangevers verklaard dat de Marktplaatsverkoper met wie hij telefonisch contact had, klonk als een persoon van 15 tot 19 jaar oud, hetgeen niet past bij de stem van verdachte zoals de rechtbank die heeft kunnen waarnemen tijdens de zitting. Tenslotte overweegt de rechtbank dat tegen betrokkenheid van verdachte pleit dat hij gedurende een deel van de ten laste gelegde periode gedetineerd was.
Bewijsmiddelen
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde past de rechtbank de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een digitale aangifte van [slachtoffer3] d.d. 8 december 2014, nummer 012860000918106, als bijlage opgenomen in het dossier met nummer 01NWR15002CLIO, opgemaakt op 12 april 2016 door Politie Eenheid Noord-Nederland; onder meer inhoudende: wederpartij [naam] ; telefoonnummer [nummer] ; tickets ‘ik hou van Holland’.
2. een digitale aangifte van [slachtoffer4] d.d. 2 december 2014, nummer 012860000913476, als bijlage opgenomen in voornoemd dossier; onder meer inhoudende: wederpartij [naam] ; telefoonnummer [nummer] ; tickets ‘Winterefteling’.
3. een digitale aangifte van [slachtoffer5] d.d. 23 december 2014, nummer 012860000927401, als bijlage opgenomen in voornoemd dossier; onder meer inhoudende: wederpartij [naam] ; telefoonnummer [nummer] ; kaarten ‘Kensington’.
4. een digitale aangifte van [slachtoffer6] d.d. 5 december 2014, nummer 012860000916471, als bijlage opgenomen in voornoemd dossier; onder meer inhoudende: wederpartij [naam] ; telefoonnummer [nummer] ; kaarten ‘Metalmeeting Eindhoven’.
5. een digitale aangifte van [slachtoffer7] d.d. 9 december 2014, nummer 012860000918941, als bijlage opgenomen in voornoemd dossier; onder meer inhoudende: wederpartij [naam] ; telefoonnummer [nummer] ; kaarten ‘U2’.
6. een digitale aangifte van [slachtoffer8] d.d. 8 december 2014, nummer 012860000917726, als bijlage opgenomen in voornoemd dossier; onder meer inhoudende: wederpartij [naam] ; telefoonnummer [nummer] ; kaarten ‘Manifesto’.
7. een digitale aangifte van [naam] d.d. 8 december 2014, nummer 012860000918091, als bijlage opgenomen in voornoemd dossier; onder meer inhoudende: wederpartij [naam] ; telefoonnummer [nummer] ; kaarten ‘NYE Vredenburg Tivoli’.
8. een digitale aangifte van [slachtoffer10] d.d. 30 december 2014, nummer 012860000930731, als bijlage opgenomen in voornoemd dossier; onder meer inhoudende: wederpartij [naam] ; telefoonnummer [nummer] ; kaarten ‘U2’.
9. een digitale aangifte van [slachtoffer11] d.d. 15 december 2014, nummer 012860000921946, als bijlage opgenomen in voornoemd dossier; onder meer inhoudende: wederpartij [naam] ; telefoonnummer [nummer] ; kaarten ‘U2’.
10. een digitale aangifte van [slachtoffer12] d.d. 9 december 2014, nummer 012860000918911 opgenomen in voornoemd dossier; onder meer inhoudende: wederpartij [naam] ; telefoonnummer [nummer] ; kaarten ‘U2’.
11. een digitale aangifte van [slachtoffer13] d.d. 4 december 2014, nummer 012860000915461, als bijlage opgenomen in voornoemd dossier; onder meer inhoudende: wederpartij [naam] ; telefoonnummer [nummer] ; kaarten ‘Kensington’.
12. een digitale aangifte van [slachtoffer14] d.d. 4 december 2014, nummer 012860000915326, als bijlage opgenomen in voornoemd dossier; onder meer inhoudende: wederpartij [naam] ; kaarten ‘Metal Meeting’.
13. een proces-verbaal van aangifte van Politie Eenheid Zeeland-West-Brabant d.d. 8 december 2014, nummer PL2000-2014293674-1, als bijlage opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende de aangifte van [slachtoffer15] ; onder meer inhoudende: wederpartij [naam] ; telefoonnummer [nummer] ; kaarten ‘Supersized Freestyle Feest’.
14. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 7 januari 2015, nummer V-002-AH-001, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van de verbalisant:
Door het onderzoeksteam [naam] van de politie Eenheid Noord-Nederland werd onderzoek verricht naar een overval op de bewoner van de [straatnaam] in Groningen op 30 oktober 2014. [naam] gaf aan dat haar zoon [verdachte] haar in de nacht van 25 op 26 november 2014 zou hebben gebeld met het telefoonnummer [nummer] . Uit de historische verkeersgegevens blijkt dat met het nummer [nummer] gebruik wordt gemaakt van het toestel met het IMEI nummer [nummer] . Getapte wisselt meerdere malen van simkaart en gebruikte gedurende de tapperiode de volgende telefoonnummers [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] . Door mij werd van dit IMEI nummer de IMEI TAC [nummer] opgevraagd bij de afdeling I&S van de politie. Dit IMEI nummer staat geregistreerd als zijnde een Samsung GT-i9300. Op 9 december 2014 werd [verdachte] aangehouden als verdachte van voormelde overval. Tijdens zijn aanhouding was hij in het bezit van een mobiele telefoon van het merk Samsung, type GT-i9300. Deze telefoon is in beslag genomen en door de digitale recherche onderzocht. Vastgesteld werd dat het IMEI nummer van deze inbeslaggenomen telefoon [nummer] is [
opmerking rechtbank: het is een feit van algemene bekendheid dat het 15e getal van het IMEI-nummer het zogenaamde Check Digit getal is. Door providers wordt het Check Digit getal in het mobiele netwerk als een nul weergegeven. Hierdoor is het verkregen IMEI-nummer van een printlijst of tap niet gelijk aan het werkelijke IMEI-nummer van een mobiele telefoon.].
15. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt aanvullend proces-verbaal van bevindingen stemherkenning, met bijlagen, van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 16 augustus 2016, gevoegd bij voornoemd dossier, onder meer inhoudende de verklaring van de verbalisant dat ten aanzien van tapgesprekken met als deelnemer aangevers [naam] , [naam] , [naam] en [naam] de stem van verdachte wordt herkend.
16. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen (onder andere tapgesprekken) van Politie Districtsrecherche Groningen d.d. 3 februari 2015, nummer V-002-AH-003, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van de verbalisant omtrent het onderzoek naar het bankrekeningnummer [nummer] op naam van [naam] :
Op 23 januari 2015 werden op vordering van de officier van justitie door ING Bank NV twee digitale bestanden verstrekt bevattende bankafschriften van IBAN rekeningnummer [nummer] . Door mij werden deze bestanden nader onderzocht. Ik zag dat deze rekening op naam stond van [naam] .
Bijlage 1 AH-03 bij dit proces-verbaal van bevindingen betreft een overzicht van geldtransacties gerelateerd aan tickets. Hierin staan de volgende boekingen:
- € 200,00; 9-12-2014; omschrijving: U2 tickets; tegenrekening D.J.P. [naam] ;
- € 220,00; 8-12-2014; omschrijving: kaartjes U2; tegenrekening [slachtoffer10] ;
- € 240,00; 8-12-2014; omschrijving: U2; tegenrekening [slachtoffer11] ;
- € 60,00; 8-12-2014; omschrijving: kaartjes Supersized; tegenrekening [slachtoffer15] ;
- € 300,00; 8-12-2014; omschrijving: kaartjes Manifesto; tegenrekening [slachtoffer8] ;
- € 55,00; 8-12-2014; omschrijving: Tivoli tickets; tegenrekening [naam] ;
- € 100,00; 8-12-2014; omschrijving: Tickets zaterdag; tegenrekening [slachtoffer6] ;
- € 60,00; 4-12-2014; omschrijving: 2 kaarten Kensington; tegenrekening [naam] ;
- € 60,00; 4-12-2014; omschrijving: 2x Kensington; tegenrekening [slachtoffer5] ;
- € 176,00; 4-12-2014; tegenrekening [slachtoffer14] ;
- € 200,00; 2-12-2014; omschrijving: Efteling kaartjes; tegenrekening [naam] ;
17. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen, van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 17 augustus 2015, opgenomen in voornoemd dossier, waaruit blijkt van diverse bijschrijvingen van het rekeningnummer [nummer] , waaronder de bijschrijving op 1 december 2014 van € 30,00 door [slachtoffer3] .
18. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 18 november 2015, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam] :
In de periode november/december 2014 vertelde een goede vriend van mij dat hij bij iemand was en zag dat mijn naam in zijn computer stond. Deze man deed iets met bankpassen. Ik kreeg het adres van die man en ben naar hem toe gegaan. Toen ik bij hem was, zei ik dat ik kwam om zaken te doen. [nummer] is mijn oude bankrekeningnummer.
19. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 1 december 2015, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam] :
U laat mij een foto zien. Ik zeg u dat dit hem is. Ik kreeg van een vriend te horen dat er iemand was die heel snel geld kon maken.
De rechtbank merkt op dat de persoon op de aan [naam] getoonde foto, die als bijlage bij dit proces-verbaal van verhoor is gevoegd, gelijkenis vertoont met verdachte [verdachte] .
20. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van stemherkenning van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 1 december 2015, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van de verbalisant:
Op 18 november 2015 en op 1 december 2015 hoorde ik op het politiebureau [naam] . Daarvoor had ik hem twee keer telefonisch gesproken. Uit het onderzoek [naam] is gebleken dat het telefoonnummer [nummer] drie keer op de tap voor kwam. Door degene die deze gesprekken heeft uitgeluisterd werd de stem herkend van [verdachte] . Het gaat om sessienummers 390, 578 en 607 van de tap die aangesloten was op telefoonnummer [nummer] . Dit telefoonnummer was in gebruik bij [verdachte] . Op 1 december 2015 werden de genoemde sessienummers door mij uitgeluisterd. Ik herkende de stem [naam] . Ik hoorde aan het stemgeluid van [naam] dat deze overeenkwam met de stem van verdachte [naam] .
De drie geluidsfragmenten van de genoemde sessienummers zijn schriftelijk uitgewerkt en gevoegd als bijlage bij dit proces-verbaal.
21. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen, van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 26 januari 2015, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van de verbalisant:
Op 25 januari 2015 werden op vordering van de officier van justitie door Rabobank Leeuwarden de bankafschriften van IBAN rekeningnummer [nummer] verstrekt. Ik zag dat de rekening op naam stond van [naam] . Ik zag op de bankafschriften dat op 8 december 2014 geld werd bijgeschreven ter zake koop kaarten U2, te weten:
08-12 cb [nummer] [naam] E230,00 2 kaarten U2 [naam] Transactiereferentie 436839900.
Door mij, verbalisant, werd gekeken of [naam] voorkwam in de tapgesprekken in het onderzoek [naam] . Door mij werd een zoekslag op achternaam in de tapgesprekken uitgevoerd. Ik zag daarbij de volgende hit: in sessie 490 koopt [naam] 2 kaarten voor U2.
Bijlage 1: rekeningafschrift van [naam] met storting van € 230,00 door [naam] .
Bijlage 5: tapgesprek [naam] .
22. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 25 november 2015, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam] ;
Mijn bankrekeningnummer was [nummer] .
23. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 1 april 2015, opgenomen in voornoemd dossier op pagina 538 van map II, inhoudende als verklaring van [naam] :
Halverwege november 2014 kwam [naam] met ene [naam] bij mijn woning aan de [straatnaam] te Leeuwarden. [naam] is een maand gebleven. Ik heb [naam] de beschikking over mijn bankpas en pincode gegeven. Dit betrof een bankpas van de ING-bank met rekeningnummer [nummer] . Hij heeft mijn bankpas een week gehad. In die tijd heeft hij elke dag geld gepind. Ik heb [naam] constant bezig gezien met zijn laptop. Ik heb gezien dat hij altijd bezig was met Marktplaats. Hij reageerde ook op advertenties van personen die op zoek waren naar tickets. Hij had telefonisch contact met de personen van Marktplaats. Ik heb een keer gehoord dat hij tegen iemand zei dat hij bij de luchtmacht werkte en dat ze met een aantal collega’s naar het optreden zouden gaan. Echter werden ze opgeroepen om naar Afghanistan te gaan, waardoor de kaartjes beschikbaar waren. Hij gaf aan dat het dus wel goed zat en dat hij zijn baan niet wilde verliezen. Hij wilde dat de mensen het geld vooruit zouden betalen. Ik heb gezien dat er in een week tijd in totaal enkele honderden euro’s zijn overgemaakt door personen die ik niet ken. Het betroffen steeds bedragen tussen de 50 en 100 euro. Pas aan het einde van de maand dat [naam] bij mij verbleef kwam de moordzaak in [straatnaam] in de publiciteit. Toen vertelde [naam] mij dat hij [verdachte] heette. [naam] maakte gebruik van meerdere simkaarten. Toen ik merkte dat hij vaak van telefoonnummer wisselde ben ik de simkaarten gaan verzamelen. Ik heb de simkaarten en de plastic omhulsels uit de prullenmand gevist en bewaard. Deze zijn door de politie in beslag genomen. De laptop van [verdachte] , die na zijn aanhouding bij mij thuis was blijven liggen, is ook door de politie in beslag genomen.
24. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 13 januari 2015, opgenomen in voornoemd dossier op pagina 175 van map I, inhoudende als verklaring van de verbalisant:
Op 16 december 2014 ben ik met inspecteur [naam] naar de woning van [naam] gegaan. In de woning wees [naam] ons een laptop aan en verklaarde dat dit de laptop van [verdachte] betrof. Deze laptop werd door ons in beslag genomen. [naam] overhandigde ons een plastic zakje waarvan hij verklaarde dat er allemaal SIM-kaartjes in zaten die eigendom waren van [verdachte] . [naam] had deze uit de prullenbak gehaald. Het plastic zakje met de SIM-kaartjes werd door ons in beslag genomen.
25. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 27 oktober 2015, opgenomen in voornoemd dossier op pagina 212 van map I, inhoudende als verklaring van de verbalisant:
Op 16 december 2014 is in de woning aan de [straatnaam] te Leeuwarden in beslag genomen een betaalpas van de ING Bank op naam van [naam] , rekeningnummer [nummer] .
26. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 2 december 2015, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van de verbalisant:
In het onderzoek [naam] zijn 14 SIM-kaarten in beslag genomen die eigendom zijn van verdachte [verdachte] . De bijbehorende telefoonnummers zijn door mij opgezocht in de excellijst waarin alle aangiftes zijn verwerkt van dit onderzoek. Ik zag dat in deze lijst 7 SIM-kaarten voorkwamen. Het ging om de SIM-kaarten met de telefoonnummers: [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] .
27. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen, van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 10 december 2015, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van de verbalisant:
De inbeslaggenomen laptop van [verdachte] is overgedragen aan een medewerker van de afdeling digitale expertise en de gegevens zijn hierbij veiliggesteld. Ik heb een zoekslag in deze gegevens gemaakt met betrekking tot Marktplaats. De verkregen gegevens zijn onderverdeeld in verschillende groepen/lijsten. Dit betreft onder meer de lijst Rebuilt Webpages. Dit betreft een overzicht van de URL waarbij de webpagina opnieuw kan worden bekeken. Deze lijst bevat allemaal webpagina’s met advertenties van de site www.marktplaats.nl.
Bijlage: lijst Rebuilt Webpages.
Op grond van voormelde bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich ten aanzien van de aangevers [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] en [naam] heeft schuldig gemaakt aan Marktplaatsoplichting. De aangevers hebben via Marktplaats kaarten besteld voor concerten, een show en een pretpark en geld overgemaakt, waarbij vervolgens geen van allen het bestelde geleverd heeft gekregen. In de advertenties voor deze kaartjes stond telkens als wederpartij [naam] vermeld en een op zijn naam gesteld rekeningnummer. Op dit rekeningnummer hebben voormelde aangevers het te betalen bedrag voor de kaarten overgemaakt. Uit de hierboven genoemde bewijsmiddelen valt af te leiden dat de telefoonnummers die bij de advertentie werden vermeld of waar aangevers contact mee hebben gehad steeds telefoonnummers betreft die in het door verdachte gebruikte en bij hem in beslag genomen telefoontoestel zijn gebruikt en/of overeenkomen met de in de woning waar hij verbleef aangetroffen Sim-kaartjes. Bovendien is de stem van verdachte in een aantal gevallen herkend als deelnemer aan met aangevers gevoerde telefoongesprekken. Voorts is op de onderzochte laptop van verdachte een lijst aangetroffen met webpagina’s met advertenties van de site van Marktplaats en is in de woning waar hij verbleef een bankpas op naam van [naam] aangetroffen. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte zich heeft voorgedaan als [naam] en acht, mede gelet op de verklaring van [naam] , bewezen dat verdachte de valse hoedanigheid van bonafide aanbieder van kaarten heeft aangenomen.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte voormelde Marktplaatsoplichtingen tezamen en in vereniging heeft gepleegd met [naam] . Daartoe verwijst de rechtbank naar de hiervoor opgenomen verklaringen van [naam] en naar bewijsmiddel 20. Uit dit bewijsmiddel blijkt van de betrokkenheid van [naam] bij een drietal telefoongesprekken met verdachte. Gezien de schriftelijke uitwerking van deze gesprekken hadden deze gesprekken betrekking op activiteiten ten aanzien van de Marktplaatsoplichtingen.
De rechtbank acht tevens bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de oplichting van aangever [slachtoffer7] waarbij [naam] het geld voor de kaarten van U2 heeft overgemaakt op het in de advertentie vermelde rekeningnummer op naam van [naam] . De rechtbank acht echter onvoldoende bewijs in het dossier aanwezig voor de betrokkenheid van [naam] bij deze oplichting.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde past de rechtbank de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte op de terechtzitting van 1 maart 2017 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
Toen ik in oktober 2015 met verlof ging, ben ik naar de woning van [slachtoffer1] gegaan. Ik ben daar op vrijdag gekomen en ben een aantal dagen gebleven. [slachtoffer2] was ook bij [slachtoffer1] . [naam] was daar al een tijd.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Eenheid Oost-Brabant d.d. 7 november 2015, nummer PL2100-2015248338-1, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer16] :
Op 4 november 2015 zag ik op Marktplaats 3 kaarten voor een concert van de Foo Fighters aangeboden worden door [naam] . Er stond een telefoonnummer bij de advertentie. Dit nummer betrof 0682701223. Ik heb gebeld en met [naam] afgesproken dat ik 214,50 euro zou geven voor de kaarten. Via sms stuurde hij mij zijn rekeningnummer zodat ik het geld kon overmaken. Zijn nummer betrof [nummer] . Ik heb 214,50 euro overgemaakt naar dit nummer. Toen ik het geld had overgemaakt, kon ik via mijn telefoon zien dat de IBAN op naam stond van [slachtoffer2] . Ik heb [naam] direct gebeld om te zeggen dat ik het geld had overgemaakt. Hij gaf aan dat hij mij zou mailen met de tickets en dat hij daarbij een kopie van zijn ID-bewijs zou voegen. Ik heb geen mail van hem ontvangen.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Landelijke Eenheid d.d. 18 december 2015, nummer PL2600-2015066627-1, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer17] :
Ik doe aangifte van oplichting. Hieronder volgen enkele gegevens over:
wederpartij: achternaam: [naam] ;
advertentietitel: 4 kaarten Foo Fighters;
conflict: concertkaarten gekocht via Marktplaats maar de advertentie is direct verwijderd na een telefoontje; geld overgemaakt maar niets ontvangen en telefoon werd niet meer opgenomen.
datum betaling: 5-11-2015;
aankoopbedrag: 150 euro;
bankrekeningnummer wederpartij: [nummer] ;
naam rekeninghouder wederpartij: [slachtoffer2] .
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Landelijke Eenheid d.d. 18 december 2015, nummer PL2600-2015065703-1, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam] :
Ik doe aangifte van oplichting. Hieronder volgen enkele gegevens over:
wederpartij: naam: [slachtoffer2] ;
advertentietitel: Logitech G25 racestuur;
conflict: op 5 november heeft mijn moeder 65 euro overgemaakt naar [slachtoffer2] met bankrekeningnummer [nummer] voor een Logitech racingwheel. Het zou bezorgd worden via DHL en het is er nog steeds niet. Het mobiele nummer wordt niet meer opgenomen.
datum betaling: 5-11-2015;
aankoopbedrag: 65 euro;
bankrekeningnummer wederpartij: [nummer] ;
naam rekeninghouder wederpartij: [slachtoffer2] .
Bijlage bij deze aangifte: een overschrijvingsbewijs met een handgeschreven notitie van [naam] (moeder van [naam] ): omdat [naam] minderjarig is, heeft hij eerst € 65,- van zijn Rabobank spaarrekening overgemaakt naar mij. Vervolgens heb ik het bedrag overgemaakt naar [slachtoffer2] .
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Landelijke Eenheid d.d. 14 januari 2016, nummer PL2600-2015063406-1, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer19] :
Ik doe aangifte van oplichting. Hieronder volgen enkele gegevens over:
wederpartij: naam: [slachtoffer1] ;
advertentietitel: Philips Hue led lampen;
conflict: lampen zijn niet verstuurd. Telefonisch contact gehad. Hij lachte en zei dat hij het geld gebruikt had om crack te kopen en dat ik naar mijn geld kon fluiten.
datum betaling: 29 oktober 2015;
aankoopbedrag: 106,75 euro;
bankrekeningnummer wederpartij: [nummer] ;
naam rekeninghouder wederpartij: [slachtoffer1] .
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Landelijke Eenheid d.d. 14 januari 2016, nummer PL2600-2015063432-1, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer20] :
Ik doe aangifte van oplichting. Hieronder volgen enkele gegevens over:
wederpartij: naam: [slachtoffer1] ;
advertentietitel: Kobo Glo e-reader;
conflict: via Marktplaats heb ik contact gezocht met [naam] . Hij wilde graag buiten Marktplaats om e-mailen en nam contact met mij op via [email] . Via de mail kwamen we een prijs overeen voor de aangeboden Kobo Glo E-reader van 60 euro. Een prijs die vergelijkbaar is met andere e-readers op Marktplaats. Ik heb het geld overgemaakt naar [nummer] tnv [slachtoffer1] . De e-reader is niet geleverd en de aanbieder reageert niet op toenaderingen van mijn kant.
datum betaling: 31 oktober 2015;
aankoopbedrag: 60 euro;
bankrekeningnummer wederpartij: [nummer] ;
naam rekeninghouder wederpartij: [slachtoffer1] .
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Landelijke Eenheid d.d. 14 januari 2016, nummer PL2600-2015064190-1, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer21] :
Ik doe aangifte van oplichting. Hieronder volgen enkele gegevens over:
wederpartij: naam: [slachtoffer1] ;
advertentietitel: Apple I-pod Classic 80;
conflict: nadat we een akkoord hadden bereikt over de aanschafprijs van 70 euro wilde [naam] mijn persoonlijke mailadres hebben voordat hij zijn rekeningnummer wilde doorgeven omdat hij door eerdere slechte ervaringen had geleerd. Hij reageerde met een mailadres van [naam] en ik heb hem nog gevraagd waar [naam] was gebleven, waarop hij aangaf dat hij via een account van zijn zwager mailde. Na het betalen van het bedrag heb ik niets meer vernomen en reageert hij niet meer op mails.
datum betaling: 2 november 2015;
aankoopbedrag: 70 euro;
bankrekeningnummer wederpartij: [nummer] ;
naam rekeninghouder wederpartij: [slachtoffer1] .
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Landelijke Eenheid d.d. 14 januari 2016, nummer PL2600-2015063418-1, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer22] :
Ik doe aangifte van oplichting. Hieronder volgen enkele gegevens over:
wederpartij: naam: [naam] ;
advertentietitel: Foo Fighters;
conflict: er stond een mobiel nummer bij de advertentie dat ik meteen heb gebeld. Tijdens het gesprek met [naam] een prijs overeengekomen van 90 euro per stuk en afgesproken dat hij de e-tickets zou e-mailen zodra hij het geld binnen zou hebben. Ik bood aan om het geld meteen over te maken en een screenprint te sturen naar zijn e-mail ter bewijs. De screenshot heb ik naar zijn mobiele nummer gestuurd met de mededeling dat ik op zijn mailtje wacht. Zijn mail heb ik tot op heden niet ontvangen.
datum betaling: 3 november 2015;
aankoopbedrag: 180 euro;
bankrekeningnummer wederpartij: [nummer] ;
naam rekeninghouder wederpartij: [naam] .
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 19 november 2015, opgenomen in voornoemd dossier op pagina 542 van map II, inhoudende als verklaring van [slachtoffer1] :
Ik woon met [naam] aan de [straatnaam] in Groningen. Midden oktober werd ons door [naam] gevraagd of [naam] [
opmerking rechtbank: de rechtbank begrijpt dat getuige hiermee, en met de namen “ [naam] ” en “ [naam] ”, verdachte [naam] bedoelt] een paar nachten bij ons mocht slapen. Een week later kwam [verdachte] . Ik hoorde hem zeggen dat hij een collega was van [naam] . Ik hoorde [naam] zeggen dat ze collega’s waren. Ik zag en hoorde dat [verdachte] en [naam] bezig waren met internetoplichting. Elke dag werden er 20 a 30 mensen opgelicht door middel van het verkopen van tickets en spullen. Dit werd echter niet verstuurd. Dit weet ik omdat ik [verdachte] en [naam] hierover grapjes hoorde maken. Het geld van de tickets en spullen werd gestort op een rekening van een bekende van [verdachte] en [naam] . Ik hoorde dat ze problemen hadden met bankpassen van andere mensen. Ik zag dat ze mijn ABN AMRO pas pakten. Na verloop van tijd werd mijn pas geblokkeerd. Ik heb toen een nieuwe pas aangevraagd. Ik moest van [verdachte] geld gaan pinnen. Ik kreeg een vergoeding van 20 euro voor het pinnen van het geld.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 4 februari 2016, opgenomen in voornoemd dossier op pagina 546 van map II, inhoudende als verklaring van [slachtoffer1] :
[naam] had een laptop bij zich. Hij had een kaartje van Lebara gekocht waar data op staat. Ik zag dat [naam] op Marktplaats zat en advertenties plaatste voor kaartjes van shows die er aan kwamen. Zodra er een betaling kwam werden die kaartjes niet verstuurd. Toen [verdachte] kwam, ging [naam] gelijk met hem op de laptop via Marktplaats advertenties plaatsen. Ze hielden zich samen bezig met de handel. Ze waren bezig met het regelen van bankpasjes. Als er weer een bankpasje plofte, dat wil zeggen dat de rekening geblokkeerd was, moest er weer een ander pasje komen. Ze gaven [naam] geld en drugs. Ze gebruikten steeds pasjes van gebruikers die centen konden gebruiken. [naam] zei dat er geld op mijn rekening werd gestort en dat ik het er gelijk af moest halen. Ik kreeg te horen hoeveel geld ik moest pinnen en moest gelijk terug komen naar huis. Dit is een keer of tien gebeurd.
11. Een proces-verbaal van verhoor getuige van de rechter-commissaris van de rechtbank Noord-Nederland d.d. 27 oktober 2016, toegevoegd aan voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer1] :
Ik hoorde dat er mensen belden die waren gedupeerd. Die mensen werden uitgescholden. [verdachte] en [naam] waren voortdurend bezig op de laptop van [naam] . Mijn nieuwe bankpasje is opnieuw in handen van [naam] gekomen. Ik weet dat [naam] zijn pas ook is kwijt geweest en dat zijn pas is gebruikt op dezelfde manier als die van mij. Op een gegeven moment was het scherm van [naam] zijn laptop kapot. Hij mocht mijn beeldscherm gebruiken. Ik heb niet door gehad dat hij het beeldscherm had meegenomen.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 23 december 2015, opgenomen in voornoemd dossier op pagina 499 van map II, inhoudende als verklaring van [slachtoffer2] :
Ik woon met [naam] [slachtoffer1] samen aan de [straatnaam] te Groningen. [naam] vroeg of [naam] [
opmerking rechtbank: de rechtbank begrijpt dat getuige hiermee verdachte [naam] bedoelt] bij ons kon blijven. Dat kon. Opeens stond [verdachte] voor de deur. Hij zei dat hij voor [naam] kwam en dat hij samen met [naam] een aantal dagen zou blijven. Ik zag dat [naam] en [verdachte] met iets aan de slag gingen. Ze vertelden dat ze met de verkoop van kaartjes voor onder andere festivals bezig waren. Maar ook wel eens laptops, telefoons en dergelijke. Ze hadden zoveel mogelijk telefoonnummers nodig. Ze wisselden zelf heel vaak van simkaart. Het geld kwam binnen maar de kaartjes c.q. artikelen werden nooit verstuurd door [verdachte] of [naam] . Ze vroegen aan mij of ze geld op mijn bankrekening mochten storten. Hier heb ik aan meegewerkt. We hebben af en toe geld gekregen van [verdachte] en [naam] .
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 2 februari 2016, opgenomen in voornoemd dossier op pagina 501 van map II, inhoudende als verklaring van [slachtoffer2] :
[verdachte] en [naam] lieten mensen terugbellen op de telefoon van [slachtoffer1] . Dat waren mensen die benaderd waren via internet. Zij hadden via internet spullen gekocht en geld overgemaakt maar er waren geen spullen. [slachtoffer1] stelde ze wel eens gerust dat de spullen kwamen. Zij hebben mijn bankpas gebruikt. Ze hebben mensen geld laten storten op mijn bankrekening en dat geld heb ik moeten pinnen. Ik moest het geld aan hun afgeven. [verdachte] verdeelde het geld met [naam] .
14. Een proces-verbaal van verhoor getuige van de rechter-commissaris van de rechtbank Noord-Nederland d.d. 20 december 2016, toegevoegd aan voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer2] :
[verdachte] en [naam] hebben mij verteld dat ze mensen spullen verkochten, maar dat ze die spullen niet leverden zodra er geld was overgemaakt op mijn rekeningnummer. [verdachte] en [naam] gingen goed met elkaar om. Ze zaten om beurten achter de laptop. Toen [verdachte] om pasjes vroeg, vertelde hij ons wat hij ermee ging doen. Ik heb mijn pasje aangeboden toen [verdachte] er al was.
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal bankafschriften [slachtoffer1] d.d. 19 januari 2016, opgenomen in voormeld dossier op pagina 291 van map I, inhoudende als verklaring van de verbalisant:
Naar aanleiding van de aangifte van [naam] [slachtoffer1] heb ik de bankafschriften opgevraagd vanaf de periode 25 oktober 2015 tot en met 16 november 2015. De rekening betreft een ABN AMRO leefgeld rekening voorzien van rekeningnummer [nummer] . Blijkens de bankafschriften werd er geld gestort door verschillende personen, onder meer:
- overboeking op 29-10 van € 106,75 van [slachtoffer19] voor Philips Hue lampenset;
- overboeking op 4-11 van € 180,00 van [slachtoffer22] voor tickets Foo Fighters;
- overboeking op 2-11 van € 70,00 van [slachtoffer21] ;
- overboeking op 2-11 van € 60,00 van [slachtoffer20] voor E-reader.
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 januari 2016, opgenomen in voormeld dossier op pagina 304 van map I, inhoudende als verklaring van de verbalisant:
Naar aanleiding van de aangifte/verklaring van [naam] [slachtoffer2] heb ik de bankafschriften opgevraagd vanaf de periode 25 oktober 2015 tot en met 16 november 2015. Het rekeningnummer betreft [nummer] en staat geregistreerd onder [bedrijfsnaam] met betrekking tot beschermingsbewindvoering. Blijkens de bankafschriften werd er geld gestort door verschillende personen, onder meer:
- overboeking op 5-11-2015 van € 150,00 van [slachtoffer17] voor Foo Fighters;
- overboeking op 5-11-2015 van € 65,00 van [naam] voor Logitech G25 racingwheel;
- overboeking op 4-11-2015 van € 214,50 van [slachtoffer16] voor Foo Fighters.
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 februari 2016, opgenomen in voormeld dossier op pagina 611 van map II, inhoudende als verklaring van de verbalisanten:
Op 8 februari 2016 meldden wij, verbalisanten, ons bij perceel [straatnaam] te Assen waar wij door [naam] werden binnen gelaten. Wij vorderden de uitlevering van voor inbeslagname vatbare voorwerpen die door verdachte [naam] vermoedelijk waren gebruikt voor het plegen van de misdrijven afpersing en oplichting. [naam] J. [naam] vertelde ons dat wij op de bovenste kamer in zijn woning moesten gaan kijken, omdat dat de kamer was waar [naam] verbleef voor zijn aanhouding. Wij troffen in de openstaande kamer 2 laptops, 3 simkaarten, een dongel inclusief simkaart en een computerscherm aan welke door ons in beslag zijn genomen.
18. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 februari 2016, opgenomen in voormeld dossier op pagina 444 van map II, inhoudende als verklaring van de verbalisant:
Van beide inbeslaggenomen laptops, eigendom van [naam] , zijn de harde schijven gekopieerd. Ik, verbalisant, heb deze harde schijven onderzocht op relevante informatie met betrekking tot internetoplichting in samenhang met de aangiften van [slachtoffer1] en [slachtoffer2] . Ik trof op een van de laptops een afbeelding van een bewijs van overschrijving aan, welke ziet op een Logitech G25 racingwheel van € 65. Ik heb twee bestanden aangetroffen die lijsten betreffen met heel veel verschillende emailadressen van diverse personen. Daarnaast staan er advertentieteksten voor Marktplaatsadvertenties. In deze teksten worden verschillende emailadressen gebruikt en verwezen naar bepaalde personen met rekeningnummers waar het geld naartoe gestort kan worden. Ik zag dat in beide bestanden het emailadres [email] voorkomt. Op de laptop staan diverse lijsten met opsommingen van diverse emailadressen en verwijzingen naar URL van Marktplaats.nl. Ook staan er afbeeldingen/printscreens van uiteenlopende goederen en tickets.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank acht op grond van voormelde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte zich samen met medeverdachte [naam] heeft schuldig gemaakt aan de in de tenlastelegging opgenomen Marktplaatsoplichtingen, gepleegd vanuit de woning van [slachtoffer1] en waarbij de bankpassen en bankrekeningen van [slachtoffer1] en [slachtoffer2] zijn gebruikt.
Het wettig bewijs voor deze oplichtingen wordt in hoofdzaak gevormd door de verklaringen van [slachtoffer1] en [naam] [slachtoffer2] . Daarbij overweegt de rechtbank dat [slachtoffer1] en [slachtoffer2] consistente verklaringen hebben afgelegd over de door verdachte en medeverdachte [naam] gepleegde oplichtingen. Dat de rechtbank haar twijfels heeft geuit over de verklaringen van [slachtoffer1] en [slachtoffer2] met betrekking tot de gestelde afpersing maakt dat niet anders, nu hun verklaringen op het punt van de internetoplichting wel consistent zijn, en daarmee geloofwaardig.
De rechtbank heeft ook de overtuiging dat verdachte voormelde oplichtingen heeft gepleegd, omdat de bij dit feit gebruikte specifieke werkwijze – het plaatsen van advertenties op Marktplaats voor makkelijk per post of internet verstuurbare goederen in combinatie met het gebruik van de identiteit en bankrekeningen van katvangers voor het contact met de potentiële kopers en de betalingen – nagenoeg volledig overeenkomt met de werkwijze die eerder is gebruikt bij het onder 2 ten laste gelegde feit, waarvoor de rechtbank verdachte bij onderhavig vonnis veroordeelt. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit het dossier onmiskenbaar dat verdachte zich voortdurend heeft beziggehouden met het, op een zelfde wijze, plegen van Marktplaatsoplichtingen als ten laste gelegd onder 2 en 3, waarbij beide feitencomplexen slechts onderbroken werden door de detentie van verdachte.