In de zaak van de Rechtbank Noord-Nederland, uitgesproken op 28 februari 2017, zijn drie verdachten vrijgesproken van de diefstal van een kluis en sieraden. De rechtbank in Assen oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachten te veroordelen. De zaak betrof een diefstal die plaatsvond tussen 7 en 10 juli 2014 in de gemeente Emmen. De verdachten werden beschuldigd van het wegnemen van een kluis met inhoud en sieraden, maar de rechtbank concludeerde dat de verklaringen van getuigen en medeverdachten niet overtuigend genoeg waren om de betrokkenheid van de verdachten vast te stellen. De rechtbank merkte op dat er verschillende scenario's mogelijk waren en dat de verklaringen inconsistent waren. De officier van justitie had geconcludeerd dat het meer subsidiair ten laste gelegde kon worden bewezen, maar de verdediging betoogde dat er geen bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de rol van de verdachte bij de teruggave van de sieraden niet voldoende was om een veroordeling te rechtvaardigen. De benadeelde partijen, [slachtoffer1] en [slachtoffer4], werden niet ontvankelijk verklaard in hun vordering, omdat het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen werd geacht. De uitspraak van de rechtbank luidde dat de verdachte vrijgesproken werd van alle ten laste gelegde feiten.