Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Stichting Kinderopvang Noord-West Friesland,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De verzoeken
4.De beoordeling
131,25
€ 400,00
Rechtbank Noord-Nederland
In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 15 februari 2017 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoekster] tegen Stichting Kinderopvang Noord-West Friesland. [verzoekster] verzocht om veroordeling van de Stichting tot betaling van een transitievergoeding, een billijke vergoeding en vergoeding voor niet genoten verlofuren, na de beëindiging van haar dienstverband per 23 september 2016, terwijl zij sinds 26 september 2014 volledig arbeidsongeschikt was. De Stichting is niet verschenen op de zittingen en heeft geen verweer gevoerd.
De kantonrechter oordeelde dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst door de Stichting in strijd was met de wet, omdat de Stichting geen toestemming had gevraagd aan het UWV, wat vereist is na twee jaar ziekte. Hierdoor was de opzegging onrechtmatig. De kantonrechter heeft de transitievergoeding van € 7.074,00 bruto toegewezen, evenals een billijke vergoeding van € 1.000,00 bruto, ondanks dat de gevorderde billijke vergoeding van € 14.128,00 bruto als bovenmatig werd beschouwd. Daarnaast werd de Stichting veroordeeld tot betaling van € 5.620,49 bruto voor niet genoten verlofuren, met wettelijke rente en verhogingen.
De proceskosten werden eveneens aan de Stichting opgelegd, omdat deze grotendeels ongelijk kreeg in het verzoek. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte werd afgewezen.